Kinderen met een licht verstandelijke beperking uiten hun onvermogen vaak door heftig te reageren op situaties. Dat doen alle kinderen wel eens, maar als kinderen steevast uit frustratie bijten, slaan of andere kinderen aan de haren trekken, is dat een signaal.
Directe signalen
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden.
Algemene kenmerken
Een IQ onder de 75. (Blijvende) achterstand in de ontwikkeling, zowel verstandelijk als lichamelijk zoals moeite met leren of bewegen. Psychische problemen zoals moeite met communicatie en aangaan van (vriendschaps)relaties. Moeite met praktische zaken zoals aankleden, eten, omgaan met geld.
Een licht verstandelijke beperking uit zich in een IQ-score tussen de 50 en 70. In Nederland kunnen mensen met een IQ-score tussen de 70 en 85 die eigenlijk zwakbegaafd zijn en (ernstige) bijkomende problematiek hebben, eveneens gebruik maken van de zorg voor mensen met een LVB.
Verstandelijke beperking is een naam voor een ontwikkelingsstoornis waarbij de verstandelijke vermogens zich niet met de normale snelheid ontwikkelen en meestal een gemiddeld niveau niet zullen bereiken. De persoon heeft door het cognitief tekort moeite om volledig te functioneren, in vergelijking met leeftijdgenoten.
Voorbeelden daarvan zijn achterblijvende conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen, achterblijvende sociale vaardigheden zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen en achterblijvende praktische vaardigheden zoals persoonlijke verzorging, omgaan met geld en gebruik ...
Een lvb kan ontstaan door verschillende biologische factoren, zoals een genetische afwijking, ziekte van de moeder tijdens de zwangerschap, en blootstelling aan giftige stoffen als alcohol, drugs en medicijnen tijdens de zwangerschap.
Bijvoorbeeld 'verstandelijke handicap, 'geestelijke handicap' of 'zwakzinnigheid'. Let op: een licht verstandelijke beperking is niet hetzelfde als 'zwakbegaafd'. 'Zwakbegaafd' wordt gebruikt voor mensen met een IQ tussen de 70 en 85. Een verstandelijke beperking kan licht, matig, ernstig of zeer ernstig zijn.
Een belangrijk kenmerk van een licht verstandelijke beperking is dan ook dat deze mensen een slecht geheugen hebben; Een beperkte woordenschat en een beperkt vermogen om zich uit te drukken zijn belangrijke kenmerken van een licht verstandelijke beperking; De omgang met mensen is vaak moeilijk voor mensen met een LVB.
bravouregedrag, nonchalance of het vertellen van fantasieverhalen. Vaak is er sprake van ontkenning van de beperking en zelfover- schatting. Bovenstaande eigenschappen wijzen uiteraard niet altijd op een licht verstandelijke beperking, maar kunnen wel signalen zijn om daar alert op te zijn.
Hierbij betekent een laag IQ ofwel licht verstandelijk beperkt (50-70), of zwakbegaafd (70-85).
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Er zijn verschillende soorten speciaal (basis)onderwijs. Er zijn bijvoorbeeld scholen die speciaal onderwijs (SO) bieden aan leerlingen die zeer moeilijk leren, deze leerlingen hebben vaak een IQ onder de 70. Er zijn ook scholen die speciaal onderwijs bieden aan kinderen met een lichamelijke of meervoudige beperking.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
We spreken van ZB als iemand een IQ heeft tussen de 70 en 85. Mensen met LVB hebben tekorten in de verstandelijke functies (een IQ tussen 50-70) en tekorten in het aanpassingsvermogen die zijn begonnen gedurende de ontwikkelingsperiode.
Zo is de levensverwachting van mensen met verstandelijke beperkingen tussen 6 en 20 jaar lager.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Mensen met een ernstig meervoudige beperking (EMB) hebben zowel een ernstige verstandelijke beperking als lichamelijke beperkingen. Ze begrijpen net zoveel als een baby van een paar maanden oud en kunnen niet praten. Communiceren doen ze dus niet met woorden, maar met geluiden, mimiek en spierspanning.
Mogelijke oorzaken van een verstandelijke beperking zijn onder andere erfelijke aandoeningen, aangeboren afwijkingen, verwondingen ('trauma'), stofwisselingsziekten (zoals de ziekte van San Filippo en galactosemie), een zuurstoftekort tijdens of na de geboorte, een "accidenteel" zuurstoftekort bijvoorbeeld bij een ...
Het meest gerapporteerd worden beperkingen in bewegen, gevolgd door beperkingen in horen en zien. Beperkingen nemen logischerwijs toe met leeftijd. Meer dan 40% van de 75-plussers ervaart één of meer beperkingen in het functioneren. Deze groep heeft ook vaker meerdere beperkingen.
Als je een verstandelijke beperking hebt, denk je minder snel dan leeftijdsgenoten. Ook vind je het lastig om dingen te begrijpen. Vaak heb je ondersteuning nodig met wonen, op school, op je werk en in contact maken met andere mensen.
'Stoornissen' betreffen afwijkingen op orgaanniveau, 'beperkingen' worden door een persoon ondervonden bij het uitvoeren van activiteiten, en 'handicaps' hebben betrekking op de sociale nadelen die een persoon ondervindt als gevolg van gezondheidsproblemen.