In deze behandeling wordt u in de dagelijkse praktijk bloot gesteld aan gevreesde situaties, die bij u angst oproepen en die u om deze reden vermijdt. Bij angstklachten denkt u in situaties, die u beangstigend vindt, dat de angst alleen maar erger wordt tot u dit niet meer aan kan.
Bij exposure therapie wordt de cliënt blootgesteld aan de angstopwekkende stimulus zodat hij/zij kan ervaren dat zijn angstige verwachting niet uit komt. Zo zal iemand met een fobie juist worden blootgesteld aan een spin of zal hij/zij juist gaan oefenen met het gebruiken van een lift.
Gedurende programma gaat iemand aan de slag met interoceptieve exposure-oefeningen. Met behulp van deze oefeningen roept iemand bepaalde lichamelijke klachten op die vaak ook voorkomen tijdens een paniekaanval. Bijvoorbeeld duizeligheid, zweten of een verhoogde hartslag.
Exposure in vivo moet worden toegepast als een betrekkelijk intensieve behandeling. Deze moet minimaal twaalf weken duren en er moet dagelijks minimaal een uur (zelf)exposure worden toegepast. Met specifieke situaties moet net zo lang worden geoefend totdat de situatie geen angst meer oproept.
Bij exposure wordt iemand blootgesteld aan hetgeen de angst oproept met als doel om die angst te overwinnen.
Exposure is een universeel onderdeel van werkzame psychosociale interventies, ook binnen een fysiotherapeutische setting.
Over het algemeen worden dwanggedachten en stoornissen bij de GGZ Groep behandeld met cognitieve gedragstherapie, medicijnen of een combinatie daarvan. Door cognitieve gedragstherapie leert u op een andere manier denken én handelen.
Exposure betekent bloot stellen. In de psychologie en de gedragstherapie draait het dan om het je blootstellen aan hetgeen je bang voor bent of wat angst oproept. Exposure in wat voor vorm dan ook maakt in principe deel uit van alle angstbehandelingen.
Exposure-therapie, ook wel blootstellingstherapie genoemd, zorgt ervoor dat patiënten zich in een veilige omgeving bevinden en roept dan het opgelopen trauma weer op. Op deze manier – het herbeleven van het trauma in een veilige omgeving - wordt geprobeerd de angst bij de patiënt blijvend te verminderen.
De behandeling van PTSS bestaat meestal uit psychotherapie. Dit zijn gesprekken met een psycholoog of psychotherapeut. Er zijn verschillende vormen van therapie die goed kunnen helpen. De klachten kunnen daardoor verminderen of helemaal over gaan.
Laat je angst toe
“Door je angst toe te laten, creëer je bewuste keuzes om ermee om te gaan. Blijf je vechten tegen je angst, dan kom je er alleen maar vaster in te zitten. Veel mensen met angstgevoelens zijn ook bang om weer angstig te worden. Ook dat leidt ertoe dat ze juist in hun angstgevoelens blijven vastzitten.
We ervaren dan onder meer een verhoogde hartslag, een snellere ademhaling, gespannen spieren, een beklemming bij de keel, tranen in de ogen, warm worden, druk op de borst, spanning in de buik of vermoeidheid. Welke lijfelijke sensaties op de voorgrond staan hangt samen met het gevoel of een combinatie van gevoelens.
EMDR, ofwel Eye Movement Desensitization and Reprocessing, vervaagt de levendigheid van een herinnering en de pijnlijke emoties die eraan gekoppeld zijn. Het trauma blijft niet langer in jouw heden, waardoor je het steeds opnieuw beleeft, maar wordt echt verleden tijd.
Wat is een paniekstoornis? Wanneer u vaak (ook zonder aanleiding) in paniek raakt en u tussendoor steeds bang bent om opnieuw een paniekaanval te krijgen, dan heeft u een paniekstoornis. De angst voor een paniekaanval kan uw leven gaan beheersen. Een paniekstoornis kan enkele jaren duren.
Schematherapie is een nationaal en internationaal wetenschappelijk bewezen effectieve vorm van psychotherapie voor mensen met persoonlijkheidsproblematiek of andere langdurige klachten, zoals een zich herhalende depressie. Schematherapie helpt je de oorsprong van hardnekkige patronen te doorgronden en veranderen.
Een gedragsexperiment is bedoeld om cognities, ideeën, voorspellingen in de realiteit te toetsen. De patiënt toetst de geloofwaardigheid van de automatische en een alternatieve cognitie.
De therapeut zal vragen aan de gebeurtenis terug te denken, inclusief de bijbehorende beelden, gedachten en gevoelens. Eerst gebeurt dit om meer informatie over de traumatische beleving te verzamelen. Daarna wordt het verwerkings-proces opgestart. De therapeut zal vragen de gebeurtenis opnieuw voor de geest te halen.
De ABCDE-methodiek is een werkwijze waarbij hulp wordt verleend volgens het principe “treat first what kills first”. Met andere woorden: eerst de primaire (levensbedreigende) en vervolgens de secundaire c.q. tertiaire (niet-direct dan wel niet-levensbedreigende) letsels en stoornissen.
Nadat u zich in de angstwekkende situatie heeft begeven heeft u de neiging uw rustgevende dwanghandelingen uit te gaan voeren. Dat wordt eveneens stapsgewijs 'afgeleerd'. Dit deel van de behandeling heet responspreventie.
De secondary survey is niet gericht op het toestandsbeeld, maar op de (differentiaal)- diagnose. Zij omvat een snelle en effectieve anamnese volgens een vast stramien, allergies, medication/intoxications, previous diseases/past illnesses, last meal, event (AMPLE), en een volle- dig lichamelijk onderzoek.
Een dwangstoornis gaat meestal niet vanzelf over. Wanneer dwang je leven in de weg staat of zelfs heeft overgenomen, dan kan therapie je helpen. Therapie kan een dwangstoornis niet genezen, maar het helpt je wel om op een gezonde en ontspannen manier met stress om te gaan.
Een dwangstoornis gaat niet vanzelf over. De aandoening is wel goed te behandelen. Afhankelijk van de ernst van de aandoening bestaat de behandeling uit cognitieve gedragstherapie, medicijnen of een combinatie van beide.