Moeheid: ernstige, langdurige vermoeidheid. Oogproblemen: pijn in je ogen, verminderd zicht, en dubbel of wazig zien. Spraakproblemen: mindere concentratie, traag denken, moeilijk woorden kunnen vinden of onduidelijk spreken. Tintelingen: branderig of koud gevoel, tintelingen of juist een doof gevoel.
Eén van de meest voorkomende symptomen bij MS is afnemende spierkracht. De klachten ontstaan meestal geleidelijk, veelal eerst aan de benen en in een later stadium mogelijk ook aan de armen. De klachten kunnen samengaan met spasticiteit en problemen met evenwicht en coördinatie.
Door middel van een MRI-scan en een ruggenprik kan de diagnose met zekerheid gesteld worden.
Met een MRI-scan kan de arts de voor MS typerende afwijkingen (laesies) in je hersenen en/of ruggenmerg zien en meten. Om de beelden te maken, word je in een soort tunnel of holle buis geschoven. Een MRI-apparaat maakt gebruik van radiogolven en levert zeer gedetailleerde beelden op.
Bij deze milde vorm komen weinig aanvallen voor. Soms zit er wel tien jaar tussen twee aanvallen. Mensen met een milde vorm van MS ervaren geen ernstige uitvalsverschijnselen en herstellen vaak volledig van een schub.
Vaak begint het met tintelingen in uw ledematen. Later krijgt u ook last van koude handen en/of voeten, een brandend gevoel en een doof gevoel. Vooral dit laatste is vervelend en soms zelfs gevaarlijk. U voelt bijvoorbeeld niks als u een hete pan aanraakt.
Doordat lichaam en geest oververmoeid zijn, heb je een lagere weerstand en ben je vatbaarder voor ziektes. Bovendien kan het hebben van stress een trigger zijn voor MS.
Pijn. Pijn aan je gezicht of ogen: als de zenuwbaan beschadigt raakt, kun je pijn voelen. Ook kun je een branderig, prikkelend gevoel in je armen en benen hebben. 's Nachts of als het warm is, kan je pijn verergeren. Pijn kan ook komen door spierstijfheid, een verkeerde houding, te weinig beweging of verstopping.
In Nederland krijgt ongeveer 1,5 op de 1.000 mensen MS. Dit betekent dat het gemiddelde risico om MS te krijgen 0,1 procent is. Een kind van wie een van de ouders MS heeft, loopt meer risico op het krijgen van de ziekte: ongeveer twee tot vier procent. Als beide ouders MS hebben, is dit risico nog hoger.
Meestal wordt MS vastgesteld bij mensen tussen de 20 en de 40 jaar oud. Slechts bij 2-4% van de MS-patiënten wordt de diagnose gesteld onder de 18 jaar. Dit betekent overigens niet dat er bij de mensen die op volwassen leeftijd de diagnose kregen geen klachten waren op kinderleeftijd.
Vitaminegebrek, zoals een ernstig B12 te kort kan MS-achtige klachten veroorzaken. Daarnaast zijn er zijn verschillende infectieziekten die ook ruggenmergontstekingen kunnen veroorzaken, onder andere de ziekte van Lyme. Reumatische ziekten kennen ook soms neurologische complicaties en kunnen sterk lijken op MS.
Hoewel er nog geen genezing mogelijk is, is MS geen dodelijke ziekte. Ook met MS kun je oud worden. Gelukkig is er dankzij onderzoek al veel mogelijk: van behandelingen met en zonder medicatie tot revalidatie, therapieën en de juiste antwoorden op persoonlijke vragen.
Bij mensen met MS staat deze vermoeidheid echter vaak niet in verhouding tot de geleverde inspanning. De ervaren vermoeidheid is naar verhouding groter, komt sneller opzetten en het herstel duurt langer; de batterij is sneller leeg. Die inspanningsgebonden moeheid kan lichamelijk en geestelijk zijn.
De meeste mensen met MS krijgen die diagnose wanneer ze tussen de 20 en de 40 jaar oud zijn. Maar MS kan ook bij kinderen voorkomen of juist later in het leven nog ontstaan.
MS is een ziekte van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg). De precieze oorzaak van MS is onbekend. Waarschijnlijk zijn er meerdere factoren die samen bepalen of iemand MS krijgt. Zo zijn er aanwijzingen dat erfelijkheid, virusinfecties of eetgewoontes een rol spelen, maar niemand weet precies hoe het zit.
Bij MS kan je ook spierstijfheid of spasticiteit ervaren. Hierbij is sprake van onwillekeurige samentrekkingen van de spier. Zo kunnen bepaalde commando's vanuit de hersenen verdwijnen waardoor de spier alleen nog signalen ontvangt om zich aan te spannen en geen signalen meer ontvangt om zich te ontspannen.
Multiple sclerose is helaas nog niet te genezen. Er wordt erg veel onderzoek gedaan naar de oorzaken en MS in het algemeen. Daardoor is de ziekte steeds beter behandelbaar.
MS komt bijvoorbeeld minder vaak voor in landen rondom de evenaar. Daarom wordt er veel onderzoek gedaan naar de rol van zonlicht en vitamine D, maar ook andere omgevingsfactoren zoals dieet. Verder heb je meer kans op MS als je rookt en overgewicht hebt. Ook sommige virussen kunnen het risico op MS vergroten.
Het ziekteverloop is afhankelijk van vele factoren, zoals de vorm van MS, aard van de symptomen, geslacht en behandeling. In het slechtste geval raakt iemand binnen enkele jaren blijvend invalide, in het gunstigste geval gebeurt dit nooit.
Zwakte in de spieren bij benen en heupen herken je bijvoorbeeld zo: Benen voelen zwaar en vermoeid aan bij het lopen. Problemen bij het traplopen. Moeite bij het opstaan uit een stoel.
Relapsing Remitting MS (RRMS)
RRMS is de meest voorkomende vorm van MS; zo'n 85 procent van mensen met MS heeft deze vorm.
Horen dat je een chronische ziekte zoals MS hebt, kan een nieuwe bron van stress vormen. Maar er zijn ook andere bronnen, bijvoorbeeld je werk, persoonlijke relaties of financiële problemen die veel stress kunnen veroorzaken. Wanneer teveel stress optreedt, kunnen je MS-symptomen verslechteren.
Veel mensen met MS (zo'n 50-75%) ervaren pijn, zowel kortdurend als continu. Hier lees je welke soorten pijn veel voorkomen, hoe dit komt, wat de gevolgen zijn en wat je eraan kunt (laten) doen.
Mensen met multiple sclerose kunnen pijn hebben. Maar niet elke pijn wordt ook veroorzaakt door MS. Zij kunnen bijvoorbeeld ook gewoon tand- of maagpijn hebben. Toch hebben MS-patiënten soms de neiging om elke pijn toe te schrijven aan een nieuwe en beangstigende MS-opstoot.