Roofvogels zijn carnivoren (vleeseters). Ze zijn zeer goed aangepast om andere dieren te vangen, doden en op te eten. Ze kunnen goed vliegen, hebben een scherpe blik, sterke klauwen en een krachtige snavel. Voor een wetenschappelijk correctere omschrijving moeten we kijken naar de taxonomische indeling van vogels.
Laag boven de grond zoeken ze de beplanting af naar prooien. Dit met een “hobbelige” vlucht. Hoog in de lucht vallen ze op door hun smal lichaam (bruine iets breder), lange vleugels met vingers. Dit zijn de handpennen die los van elkaar kunnen onderscheiden worden.
Valken: Puntige vleugels Kiekendieven: Lange en een smalle staart. vleugels en een lange staart. Buizerds: Brede vleugels en Haviken: Korte, afgeronde een brede afgeronde staart. vleugels en een lange staart.
In 2017 broedde in Nederland vijftien roofvogelsoorten, namelijk Havik, Sperwer, Buizerd, Wespendief, Torenvalk, Boomvalk, Slechtvalk, Bruine Kiekendief, Blauwe Kiekendief, Grauwe Kiekendief, Steppekiekendief, Rode Wouw, Zwarte Wouw, Zeearend en Visarend.
De Havik heeft kortere vleugels en een langere staart. Ook verschilt de manier van vliegen met de Buizerd. De Havik maakt kortere slagen gevolgd door een glijvlucht. Een Buizerd vliegt met evenwichtige slagen of cirkelt met de opstijgende warme lucht omhoog.
Wat is een roofvogel? Roofvogels zijn carnivoren (vleeseters). Ze zijn zeer goed aangepast om andere dieren te vangen, doden en op te eten. Ze kunnen goed vliegen, hebben een scherpe blik, sterke klauwen en een krachtige snavel.
De bruine kiekendief is slanker dan een buizerd, met langere en smallere vleugels en staart. De kiekendief heeft lange kale gele poten. Ze vliegen laag, met langzame vleugelslag, zweeft vaak met vleugels in een V. Laat zich in riet vallen met lange, bungelende poten en vleugels in V vorm.
Tamelijk korte, brede vleugels en lange staart met scherpe hoeken.Kop steekt niet ver uit.Lange en dunne gele poten en tenen. Kenmerkende vlucht: paar keer snel slaan met de vleugels en dan glijden.
Het zijn tegenwoordig geen zeldzame verschijningen meer, de buizerds. Zie je ze, dan is dat meestal cirkelend boven open landschap, roerloos op een paaltje langs de weg, of stappend over een braakliggende akker – steeds op zoek naar een argeloze prooi, zoals het een roofvogel betaamt.
Haviken en buizerds
De sperwer is iets kleiner en te herkennen aan zijn gele poten en oranje ogen, maar ook aan het feit dat hij een grijzere rug heeft en een bijna gestreepte, witbruine borst.
Kenmerkende roodbruine rug in alle kleden.Man met grijze kop en grijze staart met zwarte eindband, vrouw met geheel roodbruine bovenzijde, inclusief sterk gebandeerde staart. Ondiepe, rustige vlucht, bidt veel. In silhouet is de lange staart kenmerkend, de vleugelpunten zijn minder spits dan bij andere valken.
Vleugels als een scherm
Soms heeft u geluk en ziet u een roofvogel, zoals een sperwer, buizerd of havik. Als hij op de grond zit met zijn vleugels wijd of in een soort scherm om zich heen, dan weet u door die houding dat hij een prooi heeft.
Een roofvogel trekt zich meestal terug als u hem tijdens zijn aanval aan blijft kijken. Ook schreeuwen of met de armen maaien schrikt een aanvallende vogel over het algemeen af. Draag een hoed, pet of helm. Mocht een vogel u toch aanvallen zult u in elk geval niet of minder gewond raken en wordt de klap gedempt.
Bruingrijs, met vaalwitte onderdelen en fijne, donkerbruine dwarsstrepen. Juveniele vogels hebben een bruiner verenkleed, de buik is lichter beige, met donkere druppelvormige strepen. Een volwassen havik heeft een witte wenkbrauwstreep boven het oog, die sterk contrasteert met de donkere kruin en oorstreek.
Samen vormen ze een belangrijke schakel in de voedselketen. Voor Kerkuil, Bosuil, Buizerd en Torenvalk zijn ze een onmisbare hap.
Een aantal verschillen welke opvallen en de herkenning doen vergemakkelijken zijn: De buizerd, havik en sperwer hebben ronde stompe vleugels. De buizerd heeft een zeer korte (bredere) staart in tegenstelling tot de havik en de sperwer met een veel langere (smallere) staart. De havik is veel groter dan de sperwer.
Volwassen mannetjes hebben opvallende zwarte vleugelpunten, grijs in de vleugels en een grijze staart. Vrouwtjes groter, geheel bruin met een roomwitte kruin, keel en vleugelboeg. Juveniel lijkt op vrouw, maar heeft zwartbruin kleed en gaaf verenkleed (geen rui).
Rode wouw (Milvus milvus) Belangrijkste teksten: Uiterlijk: Grote en atletische valk .
Heeft een brede, niet ver uitstekende kop, brede vleugels en een vrij korte, afgeronde staart met smalle bandjes. Vliegt met relatief snelle, ondiepe en ietwat stijve vleugelslagen. Vaak cirkelend te zien en dan worden de vleugels in een ondiepe V gehouden.
Bij een torenvalk zijn staart- en vleugelpunten ongeveer even lang, bij een sperwer zijn de vleugelpunten veel korter (het is een echte bosjager dus zijn korte vleugels belangrijk). Bovendien heeft de torenvalk (zoals alle valken) altijd een zwarte iris, bij de sperwer is die steeds geel.
Volwassen Prairievalken zijn bruiner dan Slechtvalken en in de vlucht kunnen ze laten zien dat ze donkere "oksels" hebben die de Slechtvalken niet hebben. Maar dat is niet altijd makkelijk te zien, omdat deze valken zo snel vliegen en de lichtomstandigheden of afstand het nog moeilijker kunnen maken.
De meeste roofvogelsoorten zijn geen probleem, de algemene torenvalk en buizerd vangen geen duiven. Bij sperwers vangt het mannetje, dat een stuk kleiner is dan het vrouwtje, vooral zangvogels als mussen en merels. Vrouwtjes kunnen zeker een duif aan.
Valken behoren tot een andere orde dan de arendachtige roofvogels.