Hoe ziet een basaalcelcarcinoom eruit
Vaak in het gezicht en op het (kale) hoofd. Het ontstaan van een basaalcelcarcinoom is te herkennen aan een glad, glazig bultje met een parelmoerachtige glans. Dit bultje groei heel langzaam en soms zijn daarin bloedvaatjes te zien.
Basaalcelkanker geeft vaak geen klachten, maar soms kan de huid jeuken of gevoelig zijn. Er zijn verschillende verschijningsvormen van basaalcelkanker. Het begint vaak als een glad, glazig knobbeltje waar soms kleine bloedvaatjes in te zien zijn. Het knobbeltje kan ook bruin van kleur zijn.
Wat zijn de vooruitzichten? Basaalcelcarcinomen zaaien niet uit en bijna niemand zal aan deze vorm van huidkanker overlijden. Toch is het belangrijk om u te laten behandelen, omdat deze gezwellen niet vanzelf genezen en langzaam groter worden.
De vooruitzichten bij basaalcelcarcinoom zijn goed. Bijna alle mensen met een basaalcelcarcinoom zijn 5 jaar na de diagnose nog in leven. Basaalcelcarcinoom groeit langzaam en zaait bijna nooit uit. Ook kan de arts het plekje vaak goed weghalen.
Het basaalcelcarcinoom groeit meestal zeer traag. Het zaait vrijwel nooit uit en is daarom zelden levensbedreigend.
Het is wel belangrijk om basaalcelcarcinomen te behandelen, omdat deze tumoren niet vanzelf genezen en langzaam groter worden. In ongeveer 4-10% van de gevallen komt de tumor na de eerste behandeling op dezelfde plek op de huid weer terug.
Controleer op ruwe bultjes, wondjes en bruine plekken
nieuw ontstane rood-roze bultjes, soms met een ruwe korst erop. wondjes die niet goed genezen. bruine moedervlekken of bultjes die van vorm veranderen of meerdere kleuren krijgen (zoals bruin, zwart, rood, paars, blauw)
Deze huidlaag heet de opperhuid. Als basaalcellen ongecontroleerd gaan delen, kan er een kwaadaardige tumor ontstaan. Zo'n tumor heet basaalcelcarcinoom. Basaalcelcarcinoom kan overal op het lichaam ontstaan, maar komt het vaakst voor op plekken die veel in de zon komen.
Er is niet één oorzaak van basaalcelcarcinoom. Zonlicht is de belangrijkste risicofactor. Sommige mensen hebben meer kans om basaalcelcarcinoom te krijgen.
Voorstadium van huidkanker
Er bestaan afwijkingen van de huid die nog geen huidkanker zijn, maar dit wel kunnen worden. Dat heet een voorstadium van kanker. Voorstadia van plaveiselcelcarcinoom zijn actinische keratose en de ziekte van Bowen. Bij beide aandoeningen is er sprake van zonlichtbeschadigingen van de huid.
ABCDE-regel voor melanoom
Border/rand: de vlek of moedervlek heeft een onregelmatige grillige rand. Color/kleur: de vlek of moedervlek verandert van kleur of heeft verschillende kleuren. Diameter: de vlek of moedervlek is groter dan 5 millimeter. Evolving/evolutie: de vlek of moedervlek jeukt, bloedt of verandert.
Het plaveiselcelcarcinoom groeit sneller dan het basaalcelcarcinoom. Als er niet behandeld wordt, kan een plaveiselcelcarcinoom uitzaaien. Dat gebeurt meestal via de lymfeklieren in de buurt van de tumor. Het plaveiselcelcarcinoom is daardoor kwaadaardiger dan het basaalcelcarcinoom.
De plastisch chirurg zal het basaalcelcarcinoom onder plaatselijke verdoving chirurgisch verwijderen (excisie). Hierbij houdt hij rekening met het cosmetische resultaat. Als het niet mogelijk is om het onder plaatselijke verdoving te verwijderen, gebeurt dit onder narcose.
Een basaalcelcarcinoom dat oppervlakkig groeit, dus bovenin de huid, behandelen we soms met een crème. U gebruikt dan een aantal weken imiquimod of 5-fluorouracilcrème. In 5-fluorouracilcrème zitten cytostatica. Dat zijn anti-kankermedicijnen die de kankercellen doden en de groei ervan remmen.
Het basaalcelcarcinoom geneest niet vanzelf. Onbehandeld kan het in de loop der jaren in onderliggend weefsel groeien, zoals spieren, bot en zenuwen, en levensbedreigend worden. In zeldzame gevallen (bij minder dan 0,1 procent) kan een basaalcelcarcinoom uitzaaiingen geven.
Over het algemeen zijn er geen klachten van jeuk of pijn, wel kan het plekje bloeden na geringe beschadiging. Een basaalcelcarcinoom ontstaat vooral op huid die veel aan zonlicht is blootgesteld, zoals in het gezicht.
Plaveiselcelcarcinoom ontstaat voornamelijk op plekken die veel blootstaan aan zonlicht, denk daarbij aan het gezicht (oren en onderlip), de nek en de handruggen. Een plaveiselcelcarcinoom is in het begin vaak te herkennen aan een bleekroze ruw knobbeltje. Soms zit er middenin dat knobbeltje een witte schilferige kern.
Jaarlijks krijgen 60.000 mensen voor het eerst een basaalcelcarcinoom. Het zaait zelden uit. En bijna iedereen geneest. Op de foto een voorbeeld hoe een basaalcelcarcinoom eruit kan zien.
De term 'in situ' is Latijn voor 'op zijn plek'. De afwijkende cellen zitten op een bepaalde plaats en hebben het omliggende weefsel nog niet aangetast. Ze kunnen ook nog niet doorgroeien in de omgeving of uitzaaien. Een carcinoom in situ wordt daarom anders behandeld dan een kwaadaardige tumor.
Een melanoom op tijd herkennen is belangrijk. Meestal verschijnt er plotseling een lichtbruine, donkerbruine of rode vlek op je huid die snel groeit. Deze vlek lijkt in het begin vaak op een moedervlek, maar valt vaak op door een snelle groei, een grillige vorm of meerdere kleuren.
Het nodulaire (of solide) basaalcelcarcinoom
Op den duur kan er een zweertje in ontstaan dat niet goed geneest. De rand van het zweertje heeft vaak een parelmoerachtige glans. Soms vertoont het knobbeltje ook kleine bloedvaatjes. Het kan gaan jeuken, bloeden of pijn doen.
De kans dat de huidkanker terugkomt op dezelfde plek hangt af van welk soort basaalcelcarcinoom je hebt. Maar ook van hoe groot de plek is en waar op je lichaam het zit. En het hangt af van welke behandeling je hebt gekregen. Je krijgt dan opnieuw een behandeling.
Waar moet je op letten? “Veranderingen kunnen wijzen op huidkanker. Denk aan plekjes die binnen korte tijd ontstaan, bloeden, jeuken, een korstje hebben, of veranderen van vorm of kleur. Onderzoek je lichaam regelmatig op vreemde plekjes, bultjes of veranderende moedervlekken.
Vooruitzichten bij basaalcelcarcinoom
Basaalcelcarcinoom groeit langzaam en zaait bijna nooit uit. Ook kan de arts het plekje vaak goed weghalen. Daarom genezen bijna alle mensen met een basaalcelcarcinoom weer. Wel is het belangrijk om op tijd naar de huisarts te gaan.