Een groene middenstreep en doorgetrokken zijstrepen
De groene middenstreep geeft aan dat u op een autoweg rijdt, tenzij verkeersborden een lagere maximumsnelheid aangeven. Dat betekent dat u maximaal 100 km/uur mag rijden. De brede groene middenstreep maakt u extra alert op het gevaar van inhalen.
Een autoweg is een weg gelegen buiten de bebouwde kom en uitsluitend bestemd voor gemotoriseerd verkeer dat harder kan en mag rijden dan 50 km/h. Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h.
Het begin van een autosnelweg wordt aangeduid met het verkeersbord G1. Het einde van een autosnelweg wordt aangeduid met het verkeersbord G2. Het begin van een autoweg wordt aangeduid door het verkeersbord G3. Het einde van een autoweg wordt aangeduid door het verkeersbord G4.
Soorten strepen op de weg
dubbele witte middenstrepen met groene kleur ertussen: 100 kilometer per uur; dubbele witte middenstrepen zonder groene kleur: 80 kilometer per uur; geen middenstreep: 80 kilometer per uur, behalve als er langs de weg een bord staat met 60 kilometer per uur.
50 km/h is de standaard binnen de bebouwde kom. Zoals aangegeven merk je dat aan het plaatsnaambord dat je voorbij rijdt. De rijbaan wordt vaak aangegeven door middel van een onderbroken of doorgetrokken streep tussen jou en de tegenligger.
Binnen de bebouwde kom: 50 km/u. Buiten de bebouwde kom: 80 km/u. Op autowegen: 100 km/u. Op autosnelwegen: 100 tot 130 km/u *
Autowegen in de Nederlandse wegcategorisering
Tot 1990 kende men in Nederland de benamingen 'autoweg' en 'autoweg met gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse kruisingen'. De laatste heet sindsdien 'autosnelweg' en is dus geen autoweg meer.
Wegen die beheerd worden door het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) worden aangeduid door een wegnummer met een letter die het soort weg aangeeft: A voor autosnelweg, R voor ringweg en N voor gewestweg. Ook zijn er Europese nummers (E).
In 1976 werden alle wegen in Nederland van een letter voorzien: de autosnelwegen kregen de letter A, alle niet-autosnelwegen de letter N.
Je herkent de autoweg hier aan het blauwe bord met de witte auto. Dit zijn vaak de N-wegen. Een N-weg waar 100 kilometer per uur gereden mag worden is herkenbaar aan een dubbele doorgetrokken streep met een groene vulling. Let wel: de borden zijn maatgevend!
Binnen of buiten de bebouwde kom
Binnen de bebouwde kom staat het bord vóór het kruispunt en buiten de bebouwde kom erna. Op deze manier kun je bepalen of de maximumsnelheid die voor jou geldt op dat moment 50 km/u of 80 km/u is. De reden hiervoor is dat je buiten de bebouwde kom niet op de rijbaan mag parkeren.
Dit is doorgaans bij verbindingswegen in knooppunten en bij parallelbanen. Het model UIT-bord wijkt op een autoweg af van dat van een autosnelweg. Op een autosnelweg wordt bord BB01 gebruikt. Dit model bestaat uit een blauw bord met witte bies, witte tekst "UIT" en een pijl die naar rechts wijst.
Er geldt geen minimumsnelheid voor wegverkeer. Als u te langzaam rijdt kunt u wel het overige verkeer hinderen of in gevaar brengen. U krijgt dan een boete.
Het asfalt van het fietspad is alleen rood zodat je beter het onderscheid kunt maken tussen het fietspad en de weg. Er zijn rode fietsstroken met een wettelijke status, die de fietsers hun plek op de weg 'garanderen'. En die status hebben ze alleen als er een fietssymbool op de strook staat.
Maximaal toegestane snelheid 100 km/h. Herkenbaar aan dubbele asstreep met groene vulling. Dit groen is enkel ondersteunend; de borden met daarop 100 aangegeven zijn maatgevend. Wanneer de dubbele asstreep onderbroken is, mag er worden ingehaald, wat op een 100 km weg dikwijls risicovol kan zijn.
Openbare wegen zijn wegen die iedereen mag gebruiken. De bestemming van de weg bepaalt het openbaar karakter. Het gewest beheert de grote wegen, de gemeente beheert de kleine wegen (gemeentewegen). Een gemeenteweg is een openbare weg die de gemeente beheert ongeacht de eigenaar van de grond.
Rijrichtingen gescheiden door een wegmarkering
In Vlaanderen en het Brusselse gewest : 70 km/uur. In Wallonië : 90 km/uur.
In Nederland geldt overdag (van 06.00 tot 19.00 uur) op alle snelwegen een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Met uitzondering van de trajecten waar nu ook een aangepaste limiet van 80 kilometer per uur geldt.
Ondanks dat de N-wegen in Nederland slechts 6 procent van het totale wegennet opmaken, claimen de wegen liefst 1 op de 5 doden. Gemiddeld gekeken zijn provinciale wegen liefst driemaal gevaarlijker dan rijkswegen.
Een snelweg kan beginnen als je op een weg rijdt die bijvoorbeeld uit een stad komt. Met borden is dan aangegeven dat de snelweg begint. De autosnelweg met nummer 16 (de A16 ) begint op een punt waar meerdere snelwegen bij elkaar komen, namelijk knooppunt Terbregseplein.
In Nederland hebben de snelwegen een A nummer. Zoals bijvoorbeeld de A1, de A2 of de A7. Die A staat voor autosnelweg. Je hebt daarnaast ook wegen die beginnen met een N, wat staat voor niet-autosnelweg.
Het beste antwoord. Dit zijn meetpunten. Ze worden vliegschijven genoemd. Het zijn belangrijke hulpmiddelen bij het maken van gedetailleerde landkaarten en plattegronden.
Om je te waarschuwen voor een gevaarlijk punt worden soms zigzag-strepen op het wegdek aangebracht. Dit kan zijn een voetgangersoversteekplaats, gevaarlijk kruispunt of een ander gevaarlijk punt.
Als aan de kant van de rijbaan een gele onderbroken streep is aangebracht, dan mag u langs die zijde van de rijbaan niet parkeren. Stilstaan mag wel. U mag wel stilstaan om te laden of te lossen of om een passagier te laten in- of uitstappen.