Anorexia is een psychische stoornis die niet van de één op de andere dag ontstaat. Vaak begint het onschuldig: iemand wil een paar kilo kwijt en gaat daarom lijnen of laat het lekkers staan. Een eetprobleem sluipt er vervolgens stilletjes in. Ook kan anorexia nervosa ontstaan vanuit psychische problemen.
Iemand met anorexia nervosa kent net zoals iedereen het 'hongergevoel', maar onderdrukt dit gevoel op verschillende manieren. Het verlangen om mager te zijn overheerst bij iemand met anorexia nervosa. Tevens speelt er een angst om 'dik' te zijn of te worden.
Als kinderen moe zijn, eten ze soms minder goed. Het kan helpen om iets eerder te gaan eten, of om de middag- en avondmaaltijd om te draaien: 's middags eet je peuter warm en 's avonds krijgt hij brood. Bied hetzelfde eten vaker aan. Kinderen moeten 10 keer proeven voor ze aan een smaak gewend zijn.
Veel ouders maken zich zorgen over het eetgedrag van hun kinderen. Sommige kinderen weigeren halsstarrig nieuwe voedingsmiddelen te eten. Hierdoor bestaat de kans dat ze te weinig gevarieerd eten en op termijn voedingstekorten oplopen. Andere kinderen staan veel meer open voor nieuwe smaken.
Baby's jonger dan 3 maanden zijn het meest gevoelig voor snelle uitdroging. Kinderen jonger dan 2 jaar kunnen binnen 1 dag (24 uur) uitdrogen. Oudere kinderen kunnen binnen 2 tot 3 dagen uitdrogen.
De belangrijkste symptomen van anorexia
Je eet veel minder dan je nodig hebt en/of beweegt overdreven veel met als doel gewichtsverlies. Vaak ben je daardoor erg mager. Je hebt extreme angst om dik te worden of aan te komen. Je lichaamsbeeld is verstoord.
Hoe eerder je hulp krijgt, hoe beter. Over je problemen praten is een eerste belangrijke stap. Probeer met een bekende te praten of ga naar je huisarts. Schaam je niet, eetproblemen komen veel voor.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5. Eten en gewicht zijn een obsessie voor je.
De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben. De orbitofrontale cortex heeft te maken met het krijgen van een verzadigd gevoel na het eten van een bepaald type voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbitofrontale cortex ervoor dat mensen met Anorexia sneller stoppen met eten.
Er zijn geen medicijnen die je kunnen genezen van anorexia. Medicijnen zullen daarom alleen ingezet worden als ondersteuning van therapieën en andere behandelingen. Als je naast anorexia nog een andere ziekte hebt die je behandeling moeilijker maakt, dan kun je medicijnen krijgen tegen deze bijkomende ziekte.
Tegen iemand met een eetprobleem zeggen dat hij of zij "gewoon even moet eten" heeft geen enkele zin. Ook complimentjes geven wanneer iemand weer aangekomen is, kan verkeerd uitpakken.
Hoe vaak komt het voor? Anorexia nervosa (anorexia) komt meestal voor tussen de leeftijd van 14 en 24 jaar. Boulimia nervosa (boulimie) komt doorgaans voor tussen 16 en 20 jaar.
Met anorexia raak je uiteindelijk ernstig ondervoed en dat heeft grote gevolgen voor het lichaam. Denk aan extreme uitputting, huidproblemen, botontkalking, onvruchtbaarheid, hartritmestoornissen en een lage lichaamstemperatuur. Door ondervoeding en braken kan er een tekort ontstaan aan kalium.
Naast het beperkende type van anorexia bestaat er ook het purgerende type. Hierbij wordt weinig eten afgewisseld met eetbuien, die vervolgens worden gecompenseerd door braken, het gebruik van laxeermiddel of andere vormen van compensatie.
Ga naar je huisarts om je probleem te bespreken. Hij of zij kan je doorverwijzen naar een psycholoog. Veel instellingen voor geestelijke gezondheidszorg (GGZ-instellingen) hebben behandelingen voor mensen met eetstoornissen. Ook zijn er in veel steden zelfhulporganisaties.
Bij de jongste groep die meedeed aan het onderzoek, 18 tot en met 24 jaar, heeft 1,4 procent ooit in het leven te maken gehad met een eetstoornis. In het jaar voorafgaand aan het onderzoek betrof het 0,8 procent. Anorexia nervosa kwam bij 0,4 procent ooit voor en boulimia nervosa bij 1,1 procent.
Gemiddeld duurt een eetstoornis behandeling zo'n twee jaar, mits deze succesvol is. Soms is intensieve behandelingen of klinische opname goed en in andere gevallen volstaat een wekelijks gesprek met een coach of behandelaar.
Energie en eiwitten
Het is belangrijk dat de ondervoeding wordt behandeld. Om te zorgen dat uw kind niet verder afvalt, is het nodig dat uw kind meer voedingsstoffen binnenkrijgt. Het eten moet veel energie (calorieën) en eiwitten bevatten. Van genoeg energie kan uw kind beter groeien en valt het niet verder af.
Maar door regels op te stellen en je hieraan te houden, creëer je duidelijkheid. Zo keert sneller de rust terug aan tafel, en leert je kind gaandeweg beter te eten. Het is niet erg als je kind even iets minder eet omdat je de nieuwe regels aan het invoeren bent. Geef je kind een paar weken de tijd om eraan te wennen.
Veel jonge kinderen doen dan ook langer over de maaltijd dan volwassen. Het heeft onder andere te maken met het gegeven dat ze moeten wennen aan de nieuwe smaken en texturen. Daarnaast zijn ze gevoeliger voor afleiding en vooral bij de avondmaaltijd speelt ook vermoeidheid vaak een rol.