Het is je misschien wel eens opgevallen dat je melk aan het eind van een voeding wat dikker en witter lijkt. Dit wordt soms wel eens achtermelk genoemd.
Wil de baby dus zowel genoeg voor- als achtermelk krijgen zal de toeschietreflex moeten optreden, en zal de baby de tijd moeten krijgen om zolang aan de borst te drinken totdat hij verzadigd is. De toeschietreflex zal vanzelf komen als je baby aan de borst ligt en als hij de borst goed in zijn mond heeft genomen.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Hij voelt dus heel goed wanneer hij vol zit en geeft dit meestal zelf ook aan. Je kan je dit merken, doordat je baby: Je tepel loslaat. Langzamer gaat drinken, met meer of langere pauzes tussen het slikken.
Als de baby aan de borst drinkt, stijgt het vetgehalte geleidelijk en wordt de melk vetter en vetter naarmate de borst leger wordt. De totale hoeveelheid melk – en dus niet alleen de achtermelk – die een baby dagelijks drinkt bepaalt de gewichtstoename van de baby.
Ik raad je aan niet langer dan een half uur totaal te kolven. Je kolft tot de straaltjes melk weer druppeltjes worden. Je kunt dan het beste nog 1 tot 2 minuten doorgaan met kolven, dit is vettere 'achtermelk.
Een baby moet 20 (7 of 10, of 15) minuten aan elke borst gevoed worden. Niet waar! Belangrijk is dat we het verschil maken tussen 'aan de borst liggen' en 'uit de borst drinken'. Enkele voorbeelden: Een baby die 15 Ã 20 minuten aan een kant effectief drinkt, wil de tweede kant misschien helemaal niet meer.
je borsten voelen zachter aan dan in de eerste weken. er lekt geen melk uit je borsten of eerst gebeurde dat wel, maar nu niet meer. je kunt niet veel melk afkolven. je hebt kleine borsten.
Te veel voeding, dit zijn de signalen
Je baby onrustig drinkt en zich vaak verslikt. Er regelmatig melk terug komt via de mond van je baby. Je baby buikkrampen heeft en veel huilt. Je baby huilt omdat hij nog wil zuigen.
Baby's hebben genoeg gedronken als ze uit zichzelf de tepel loslaten, in een voldane slaap vallen of hun zuigritme oppervlakkiger wordt. Lijkt je baby na een voeding niet tevreden, maakt hij nog hapbewegingen of sabbelt hij op zijn vuistjes, bied je borst dan nogmaals aan.
Wist je dat? Normaal wordt melkvoeding op lichaamstemperatuur (ongeveer 37 °C) gegeven. Je mag ze ook op kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) geven. Geef het flesje sowieso niet te koud, maar laat ze ook niet koken.
Baby's zullen vaak koude melk willen drinken, maar als opwarmen gewenst is, of als de melk ontdooid moet worden, plaats dan het fles of zakje melk voor een minuut of twee in een kopje warm water.
Het is normaal dat je borsten niet meer vol aanvoelen als je al een tijdje borstvoeding geeft, omdat je lichaam raakt afgestemd op de hoeveelheid melk die de baby drinkt. Deze aanpassing kan plotseling en al vrij vroeg voorkomen (twee weken na de geboorte of zelfs vroeger). Een borst is echter nooit helemaal leeg.
Zo kunt u een kolfbeurt “inhalen”. Kolven in de nacht. 's Nachts afkolven heeft als voordeel dat u gebruikt maakt van het hormoon prolactine. Prolactine zorgt voor de aanmaak van melk en die is in de nacht het hoogst.
De moeder kan met borstcompressie de melkstroom versterken, waardoor de baby gemotiveerd blijft om door te gaan. Zo kan de baby geholpen worden om de borst verder leeg te drinken. Sommige baby's worden niet passief wanneer de melkstroom minder wordt, maar worden juist onrustig en boos.
Van zodra de melk gaat stromen, zie je hem met trage regelmatige slokken drinken. Als je baby effectief drinkt aan de borst, dan liggen zijn lipjes naar buiten gekruld of verdwijnen zijn lipjes in de borst. Enkel zijn neusje ligt vrij. Zie je de mondhoek van je baby, dan trek je hem dichter naar je toe.
Meng de melkpoeder goed met het water door te roeren of de fles te zwenken (rustig wenden, keren). Dus niet schudden. Door het schudden komen er luchtbelletjes in de voeding en kan je baby krampjes krijgen.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Als je te weinig melk of een vertraagde toeschietreflex hebt, kan je kind ook onrustig aan de borst drinken. Als je kind onrustig aan de borst drinkt, minder plast (en in de eerste weken minder poept), bijna niet tevreden is en/of minder goed gaat groeien, dan kan het zijn dat je melkproductie niet meer voldoende is.
Dit hangt af van het gewicht van je baby, het aantal voedingen en de samenstelling van de gekolfde melk. Een baby drinkt per dag gemiddeld ongeveer 150 ml per kilo lichaamsgewicht. Een baby van 5 kilo heeft dus elke dag 750 ml moedermelk nodig. Als hij zes voedingen krijgt is dat ongeveer 110 ml per voeding.
Iedere 30 minuten kolf je 5-10 minuten. Je kolft totdat de melkstroom afneemt. De rest van de dag kolf je zoals je gewend was te kolven.
De tijd die het kost om een borst leeg te drinken is per baby en per moeder verschillend. Bij een wat tragere toeschietreflex of een baby die een minder hoog vacuüm kan opbouwen met zuigen zal een voeding langer duren. De duur van een voeding – tot baby's hun buik 'vol' hebben – kan variëren van 5 tot 45 minuten.
Ook wel powerkolven, of powerpumping genoemd. In 2 tot 3 dagen geef je je melkproductie een flinke oppepper zonder dat je daar al te veel moeite voor hoeft te doen.
Verder bepaalt jouw toeschietreflex en opslagcapaciteit hoe vaak je zult moeten kolven om aan een bepaalde hoeveelheid melk te komen. De meeste moeders, met een volledige melkproductie, kunnen zonder dat hun baby aan de borst drinkt, 6 a 8 keer per dag kolven en hun toch hun melkproductie handhaven.