Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis, ook wel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd (OCPS), ervaren een sterke drang om alles onder controle te hebben. Ze zijn voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos te uit te voeren, vaak zonder enige emotie.
Definitie en symptomen
OCD is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door obsessieve gedachten en compulsieve handelingen zoals schoonmaken, controleren, tellen of hamsteren. Deze handelingen zijn irrationeel, beangstigend en het is moeilijk om er vanaf te komen.
Ongezond perfectionisme en psychische stoornissen
Dan stel je erg hoge eisen en verwachtingen aan jezelf. Deze eisen en verwachtingen kunnen zo hoog zijn dat je ze nooit helemaal waar kan maken. Dit kan leiden tot psychische problemen. Zo kan je depressieve gevoelens krijgen door een constant gevoel van falen.
Iemand met een obsessief-compulsieve stoornis (OCS), vaak ook gekend als OCD van het Engels 'obsessive compulsive disorder', heeft last van steeds terugkerende dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dwanggedachten of obsessies zijn steeds terugkerende gedachten die men eigenlijk niet wil hebben.
Mensen met een obsessieve compulsieve stoornis (OCS) hebben last van dwanggedachten of dwanghandelingen. Dwanggedachten (obsessies) zijn steeds terugkerende ideeën of voorstellingen die zich aan iemand opdringen en hem of haar moeilijk loslaten.
Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) lopen in hun leven telkens weer tegen teleurstellingen aan. Ze lopen steeds vast in werk, opleiding en/of relaties. Dat gaat vaat volgens een vast patroon. Ze maken een enthousiaste start en hebben in het begin hoge verwachtingen.
Een obsessief-compulsieve stoornis (OCS) is vaak ook gekend als OCD van het Engels 'obsessive compulsive disorder'. Kinderen hebben vaak bepaalde leeftijdsgebonden rituelen, zoals de volgorde waarin ze hun kleren aantrekken of de manier waarop ze hun schoolgerief op de tafel schikken.
In het kort. Bij een dwangstoornis heeft u gedachten die u eigenlijk niet wilt hebben: dwanggedachten. U moet van uzelf bepaalde dingen steeds weer doen: dwanghandelingen. U bent bang dat er ernstige dingen kunnen gebeuren als u die dwanghandelingen niet steeds volhoudt.
Erfelijkheid. Mogelijk speelt erfelijkheid een rol bij het ontstaan van OCD. Wanneer er binnen je familie iemand een dwangstoornis heeft, is de kans groter dat jij ook een dwangstoornis ontwikkelt.
Inmiddels gaat men er in zijn algemeenheid van uit dat de interactie van genetische en omgevingsfactoren de vatbaarheid voor het ontwikkelen van OCS veroorzaakt.
Het meemaken van stressvolle of traumatische gebeurtenissen verhoogt de kans op het krijgen van OCS, vooral als dit tijdens de kindertijd was. Je kan denken aan ernstige gebeurtenissen, zoals lichamelijke mishandeling of seksueel misbruik, maar ook aan wat mildere gebeurtenissen zoals buitensluiting op school.
Gevolgen op lange termijn. Wanneer je OCD niet behandeld kan dit flinke impact op je leven hebben. Door de stress die de schaamte over je stoornis met zich meebrengt (omdat je compulsieve gedrag bijvoorbeeld probeert te verbergen voor vrienden) kun je fysieke klachten ontwikkelen.
Wat gebeurt er in de hersenen? Een hersengebied dat vaak in verband wordt gebracht met OCS is de basale ganglia. Dit is een verzameling structuren onder de hersenschors. Het gebied maakt gewenst gedrag mogelijk en stopt ongewenst gedrag.
Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis (OCPD)
OCPD is een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis. Dat betekent dat je het gevoel hebt dat je de hele tijd bezig moét zijn met orde, perfectie en controle. Het lukt je niet om deze gedachten te stoppen.
Meestal groeit je kind hier vanzelf overheen en verdwijnen de rituelen of het dwangmatige gedrag vanzelf. Zolang je kind geen last heeft van dit gedrag en het hem of haar niet belemmert, hoef je je er geen zorgen over te maken. Bij sommige kinderen neemt het dwangmatige gedrag juist toe naarmate ze ouder worden.
Wat is OCD? Een dwangstoornis wordt ook wel OCD (obsessieve compulsieve stoornis) genoemd. Er is sprake van een dwangstoornis als je langer dan een uur per dag dwangmatige gedachten (obsessies) hebt en/of dwangmatige handelingen (compulsies) uitvoert. De dwanggedachten geven jou een gevoel van angst en onrust.
Een dwangstoornis gaat niet vanzelf over. De aandoening is wel goed te behandelen. Afhankelijk van de ernst van de aandoening bestaat de behandeling uit cognitieve gedragstherapie, medicijnen of een combinatie van beide.
Mensen met borderline hebben vaak weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld. Ze zijn buitengewoon gevoelig voor opmerkingen die ze als kritiek ervaren. Ze twijfelen constant over wat ze zullen aanpakken en wat ze met hun leven willen. Mensen met borderline kunnen momenten van vervreemding hebben.
Mensen met borderline zijn vaak vrolijk en spontaan en kunnen ook nog eens heel charmant zijn. Meestal zijn mensen met deze stoornis intelligenter dan je denkt. Heb je een relatie met iemand met borderline of ben je zelf een borderliner met een relatie, dan vliegen de vonken ervan af.
Belangrijk om te weten: herhalende gedachten en gedragingen wijzen bij mensen met autisme zeker niet altijd op een OCD; ze horen namelijk ook bij autisme. Er is dan ook een duidelijk verschil tussen OCD en herhalende gedachten en gedragingen van mensen met autisme.
Bij OCD heb je terugkerende en aanhoudende dwanggedachten of dwanghandelingen. Het kan ook dat je last hebt van beide. Het lukt je niet om de gedachten of handelingen te stoppen. Het kan erg beangstigend zijn om niet de controle te hebben over je eigen doen en laten.
OCS gaat meestal niet vanzelf over, maar dwangklachten kunnen goed worden behandeld. In de intakefase kijk je samen met je behandelaar naar mogelijke oorzaken, hoeveel last je hebt van je OCS en wat jij met de behandeling wilt bereiken. Zo kunnen jullie de beste therapievorm kiezen.