Zoek een evenwicht tussen negatieve en positieve reacties. Faalangstige kinderen hebben vaak alleen aandacht voor negatieve opmerkingen over hun gedrag. Geef vaker een positieve reactie of een compliment aan leerlingen met faalangst. Falen mag.
Maak in je klas duidelijk dat fouten maken mag en dat niemand zijn leven foutloos doorbrengt. Bespreek in je groep hoe er met fouten van jezelf en anderen moet worden omgegaan. Praat over faalangst met je groep. Vertel als leerkracht eens iets wat je zelf fout hebt gedaan; hoe dat voelde en hoe je dat oploste.
Bij een beetje onzekerheid is er geen reden om naar een psycholoog te gaan. Als je echt zó onzeker bent of te negatief bent over jezelf dat je sociale leven eronder lijdt, is het raadzaam hulp te zoeken. Door middel van cognitieve gedragstherapie kun je positiever leren denken en doen.
Faalangst kan grote invloed hebben op jouw dagelijks functioneren. Het kan leiden tot stress en spanningsklachten die op allerlei gebied klachten kunnen geven. Denk aan hoofdpijn, slecht slapen, prikkelbaar zijn of piekeren. Er zijn verschillende manieren waarop mensen met faalangst omgaan.
We kunnen drie verschillende soorten faalangst onderscheiden: cognitieve faalangst, sociale faalangst en motorische faalangst.
Ze denken negatief over zichzelf en presteren daardoor vaak onder hun niveau. Hierdoor worden zij bevestigd in het negatieve beeld dat ze van zichzelf hebben en kan een negatieve spiraal ontstaan. Hetzelfde kan gebeuren bij faalangst in sociale situaties.
Faalangst kan veel oorzaken hebben. Hoewel faalangst waarschijnlijk ook erfelijk is, kunnen kinderen faalangst ontwikkelen door onzekerheid, een reeks vervelende gebeurtenissen op school of problemen thuis. Ook een stoornis als dyslexie kan een aanleiding zijn om faalangstig te worden.
Faalangst betekent letterlijk 'de angst om te falen'. Soms wordt het ook wel prestatieangst genoemd. Je bent bang dat je niet kunt voldoen aan eisen die door jezelf zijn opgelegd. Voor iedereen zijn die eisen anders.
Voor het faalangstexamen heb je in totaal 1 uur en 20 minuten de tijd. Daarvan is 35 minuten voor de examenrit. De overige tijd is voor een time-out en om zoveel mogelijk voor rust te zorgen. Natuurlijk moet je wel precies hetzelfde kunnen als mensen die het gewone rijexamen doen.
Bij faalangst ben je bang om niet goed genoeg te presteren. Je bent perfectionistisch en veeleisend naar jezelf. Door deze grote angst ga je soms juist onder je niveau presteren. Je hebt een negatief zelfbeeld en door gebrekkige eigenwaarde kun je terechtkomen in een negatieve, neerwaartse spiraal.
Naast COMET kun je aan de slag met je negatieve zelfbeeld met bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie, EMDR of Acceptance and commitment therapy (ACT). Het belangrijkste in het behandelen van een negatief zelfbeeld is dat de behandelvorm bij jou past.
Verwacht geen wonderen in het begin, want zelfvertrouwen opbouwen gaat langzaam, maar het is zeker de moeite waard. Liefde: geef je kind zo veel mogelijk liefde door het waar nodig te steunen en te helpen. Luisteren: geef je kind aandacht. Luister naar alle verhalen en toon interesse in de dingen die het doet.
Hiermee leert de client dat als hij/zij ergens niet uitkomt het door iemand anders wordt opgelost. Volgens een andere collega is een slechte psycholoog iemand die maar wat doet, alleen op gevoel behandelen zonder theoretisch kader (de huis-tuin-en-keuken-psycholoog).
Faalangst alleen is geen psychische stoornis die je terugvindt in het 'Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen (DSM5)'.
Faalangst wordt in de DSM-5 niet als een aparte aandoening opgenomen, maar meestal als een onderdeel van sociale angst of gegeneraliseerde angst beschouwd. Hierbij wordt dan vaak verwezen naar 'testangst' of 'prestatieangst' (American Psychiatric Association, 2014).
Als passief faalangstige spendeer je veel tijd aan andere activiteiten of aan de randvoorwaarden van het studeren, zonder echt te studeren.