5 Gulden "Vondel" 1966 UNC.
- Bas of beissie (naast 'dubbeltje' ook 'vijf gulden'). De namen komen waarschijnlijk van beis (Jiddisch) of bet (Hebreeuws), de aanduiding voor de letter B met 'twee' als getalswaarde. Een bas knaken is vijf gulden. Ook kan met beissie een dubbele stuiver, een dubbeltje dus, bedoeld worden.
Die koers is: EUR 1 = NLG 2,20371. Dus 1 gulden is ongeveer 45 eurocent waard.
Een gulden was een piek, een rijksdaalder een knaak, een biljet van 10 gulden een joet en een biljet van 25 gulden was tientallen jaren een geeltje, ook al was het rood. Het 100-guldenbiljet met een vogel werd al heel snel 'snip' genoemd, naar de vogel die op het biljet was afgebeeld.
De kleine letter ƒ heeft dezelfde vorm als het valutateken voor de Nederlandse gulden, hoewel ook vaak "fl." als afkorting werd gebruikt. De letter en de afkorting zijn afkomstig van de oorspronkelijke benaming van de munt: gulden florijn.
Een dubbeltje is een klein voormalig Nederlands geldstuk, een munt, oorspronkelijk van zilver, met een waarde van een tiende gulden. Het muntstuk van 10 eurocent wordt ook wel een dubbeltje genoemd.
Het muntstuk van 5 eurocent wordt in Nederland ook stuiver genoemd (in Ierland wordt dit muntstuk shilling genoemd). Niet alleen is de waardeaanduiding (5 cent) gelijk, ook komen de vorm en dikte nagenoeg overeen.
Een meier was vroeger in de volkstaal de naam van een briefje van 100 gulden.
Betekenis-definitie rug: Bargoens: bankbiljet van duizend (gulden of euro). Ook: rooie rug of rooie.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
Op de website van het instituut kun je berekenen hoeveel je geld vroeger waard was. Zo kon je voor €2,50 in 1900 hetzelfde kopen als voor €54,81 in 2000.
Deze poster laat de geschiedenis van de 50 uitgegeven Nederlandse bankbiljetten zien van 1814 tot 2002. Van het eerste biljet (waardepapier) tot bijvoorbeeld de Zonnebloem (50 gulden) en de Snip (100 gulden) ze staan allemaal chronologisch gerangschikt van waarde (5 gulden tot 1000 gulden) op deze unieke poster.
Hertog Jan III van Brabant (1300-1355) was de vorst die het muntstuk hier introduceerde. In 1378 kwam in navolging van deze florijn de eerste Hollandse gulden in omloop door graaf Willem V. Hiermee was de trend gezet.
De oudste daalders waren zware zilveren munten van goede kwaliteit. Al in de 16de eeuw had de Nederlandse daalder een waarde van dertig stuivers, die in de waarde van 1,5 gulden tot op heden is gehandhaafd.
Anderen denken dan juist weer met nostalgische gevoelens terug aan deze door Oxenaar ontworpen serie. Bekende biljetten die ingevoerd werden, waren de zonnebloem (50 gulden), snip (100 gulden) en de vuurtoren (250 gulden).
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).
Het 25 guldenbiljet was van 1860 (tot 1923) geel van kleur, en werd daarom al snel het 'geeltje' genoemd.
Een hernia L3-L4 is een hernia in de lage rug die optreedt tussen de derde en vierde lendewervel in de wervelkolom. De hernia ontstaat wanneer de zachte binnenkern van de tussenwervelschijf uitpuilt door een scheur in de buitenste ring.
Informele benaming voor een gulden. De gulden was vanaf de Middeleeuwen tot de invoering van de euro in januari 2002 een Nederlandse munteenheid en wettig betaalmiddel. De naam wordt ook nog wel gebruikt voor euro's (1 piek = 1 euro): "Geef me een piek" of "Dat kost vijftien piek".
Barki betekent 'biljet van honderd gulden; bedrag van honderd gulden'. In het Surinaams kunnen die twee woorden door iedereen gebruikt worden, maar het is wel informele taal. In Nederland zijn die woorden geleend uit het Surinaams, maar worden ze vooral door jongeren in de grote stad gebruikt.
Het lijkt al eeuwen geleden: de gulden, het kwartje, het dubbeltje, de snip (briefje van 100 gulden).
Een oortje was heel weinig waard; een kwart stuiver maar. De betekenissen van al die uitdrukkingen kunt u dus gemakkelijk zelf bedenken. Oordje mag zowel met een -d- als met een -t- gespeld worden.
De zilver waarde van de zilveren rijksdaalder is momenteel ongeveer 10 euro. Voor verzamelaars kan de zilveren rijksdaalder echter wel een grotere waarde hebben.