Een page was een jonge jongen die in dienst was van een adellijk persoon en dienstdeed als bediende, dienstbode of koerier. Het woord komt van het Franse page, dat is ontleend aan het Griekse παιδιον (paidion), dat 'jongetje' of 'bediende' betekent.
Hallo, ik ben schildknaap Koen. Een schildknaap is het hulpje van de ridder.
In de middeleeuwen was een ridder een bewapende ruiter, de stand der bewapende ruiters werd al snel een gesloten klasse. De titel ridder komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte".
Elke ridder vocht met zijn eigen wapenrusting: een maliënkolder (later harnas), zwaard, schild, hellebaard en lans. Een lans kon wel 4,5 meter lang zijn. Het harnas was zo zwaar dat de ridder er niet mee kon lopen of zelf op zijn paard klimmen. Viel hij bij een gevecht op de grond, dan was hij verloren.
Een met doek bedekt houten schild met scherpe punten werd ook als aanvalswapen gebruikt. De duellisten trekken hun dolk voor een gevecht op leven en dood in het strijdperk. Met een hamer met de scherpe haak kon je een ridder van zijn paard trekken, maar hier vechten de duellisten in lichte kleding te voet.
Twee ridders konden alleen tegen elkaar vechten (dit werd single combat genoemd) terwijl een grote menigte toekeek en juichte. Of anders vormden een groot aantal ridders twee teams, als twee vijandelijke legers, en probeerden elkaar te verslaan met steekspelen (vechten te paard met een lans) en zwaardvechten.
Ketterij, heresie of dwaalleer is een welbewuste en opzettelijke afwijking van wat in een bepaalde geloofsgemeenschap of geloof- of kerkleer wordt beschouwd als behorend tot de fundamentele geloofsleer. Wie deze afwijking aanhangt, is voor de anderen een ketter.
Het breedzwaard was het favoriete wapen van ridders in heel Europa, maar werd al op grote schaal gebruikt vanaf de 6e eeuw, lang voordat er ridders ontstonden.
Een schildknaap of kort knaap (Frans: écuyer) is een (adellijke) jongeman in dienst van een ridder. Aanvankelijk was de knapentitel vooral het instapniveau voor jonge leerling-ridders. In de loop van de dertiende eeuw verwierven de knapen een vaste plaats binnen de militaire hiërachie.
Ridders gaven hun paarden namen die hun kracht, eigenschappen of kwaliteiten weerspiegelden die ze bewonderden. Namen als "Destrier" (wat oorlogspaard betekent), "Courage", "Valor", "Steed" en zelfs namen uit de mythologie of historische figuren waren veelvoorkomende keuzes.
De bot komt niet alleen in zout water voor, maar ook in verschillende brakke en zoete wateren is de vis te vinden.
Voor een ridder luidt die formule Hoogwelgeboren heer ridder.
De uitrusting van een ridder bestond uit een minimum van een oorlogspaard, zwaard, schild en lans. Een belangrijke ontwikkeling was ook het nieuwe gebruik van de lans of speer in de 11e eeuw. Het gebruik van de lans was tot dan toe op twee manieren mogelijk: het gooien als een speer of de lans bovenarms vasthouden.
Het woord komt van het Franse page, dat weer afkomstig is van het Griekse παιδιον (paidion), dat 'jongetje' of 'bediende' betekent. De page droeg meestal een kostuum dat vandaag de dag doet denken aan een pieten kostuum. Meestal was de jongen zelf ook van adellijke komaf.
Knights - en Dames, hun vrouwelijke equivalenten - bestaan nog steeds. Het zijn mensen die door de koningin worden geëerd voor een geweldige prestatie; schrijvers als Sir Terry Pratchett; toneel- en filmsterren als Dame Judi Dench; of sportberoemdheden als Sir Andy Murray of Dame Jessica Ennis-Hill.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule. Deze aanspreekvorm is uit de mode geraakt. Weduwen van adellijke personen werden vroeger aangeduid als douairière, gevolgd door naam en titel of predikaat van de man, maar zonder de eigen naam: Douairière A.B.C.
In het Verenigd Koninkrijk verwijst het woord " dame " naar de titel die aan een vrouw wordt gegeven, gelijk aan de rang van ridder. De vrouwelijke vorm van het Latijnse woord dominus, wat "heer, meester, heerser" betekent, en het Middelengelse woord dam, wat "edele dame" betekent, zijn de oorsprong van het woord dame.
Nederland telt tweeduizend ridders en Tom Verséwel de Witt Hamer is één van hen. De Groninger paradeert echter niet met zijn paard en lans over de Grote Markt, maar mag zich zo noemen vanwege zijn adellijke afkomst. De Witt Hamer heeft niet alleen ridder als titulatuur, maar mag zich ook jonkheer noemen.
In de Europese Hoge Middeleeuwen was het typische zwaard (soms academisch gecategoriseerd als ridderzwaard, wapenzwaard of volledig ridderzwaard ) een recht, tweesnijdend wapen met een kruisvormig heft dat met één hand kon worden gebruikt en een klinglengte van ongeveer 70 tot 80 centimeter (28 tot 31 inch).
Een ridder droeg een maliënkolder, een maliënkolder, gemaakt van metalen ringen die strak aan elkaar waren geknoopt om zijn lichaam te beschermen. Daaronder droeg hij een gewatteerd shirt, een aketon. Dit gaf meer bescherming en maakte het dragen van de maliënkolder minder oncomfortabel.
Na zijn oorlogspaard was een ridderpantser zijn meest gekoesterde bezit. 2. Pantser omvatte een maliënkolder, gemaakt met gekoppelde ijzeren ringen (soms wel 40.000 met de hand geklonken schakels), en op maat gemaakt om te passen als een pak. De maliënkolder was flexibel en zorgde ervoor dat een ridder zich gemakkelijk kon bewegen.
Tussen 1588 en 1795 heette Nederland de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Ook de Verenigde Provinciën of de Zeven Verenigde Gewesten waren gangbare benamingen voor Nederland in deze tijd.
Roken als een ketter betekent 'heel veel roken', 'roken als een schoorsteen' en vloeken als een ketter betekent 'heel veel vloeken', 'grof in de mond zijn'. Het woord ketter is afgeleid van de Katharen, de benaming van een Franse elfde- en twaalfde-eeuwse religieuze gemeenschap.
De Reformatie, ook wel de Hervorming genoemd, was een beweging in de 16e eeuw die de Rooms-katholieke kerk wilde verbeteren. Het leidde echter uiteindelijk niet tot de gewenste hervormingen in de Katholieke kerk, maar tot een kerksplitsing.