Het accent circonflexe, of kortweg de of het circonflexe of circumflex (Latijn: circumflexus, rond, gebogen), is een dakvormig diakritisch teken op een klinker of een medeklinker.
trema: ë umlaut: ü accent circonflexe, kap, hoedje of dakje: ê cedille: ç
Een vrijstaande versie van het circumflex-symbool , ^, is gecodeerd in ASCII en Unicode en is bekend geworden als caret en heeft speciale toepassingen gekregen, met name in de informatica en wiskunde. Het originele caret, ‸, wordt gebruikt bij het proeflezen om invoeging aan te geven.
diakritische tekens (taalkundige term) Een diakritisch teken is een hulpteken boven of onder een letterteken dat aangeeft hoe de letter uitgesproken moet worden.
Tilde. . Meestal wordt het boven een letter aangebracht, maar onder andere in de natuurwetenschappen wordt het als zelfstandig symbool gebruikt.
De tilde (/ˈtɪldə/, ook /ˈtɪld, -di, -deɪ/) is een grafeem ⟨˜⟩ of ⟨~⟩ met een aantal toepassingen. De naam van het karakter kwam in het Engels van de Spaanse tilde, die op zijn beurt afkomstig was van het Latijnse titulus, wat 'titel' of 'opschrift' betekent. Het wordt voornamelijk gebruikt als een diakritisch teken (accent) in combinatie met een basisletter.
De tilde vertaalt zich ruwweg in de betekenis van 'ongeveer' of 'circa'. Afhankelijk van de taal die je spreekt, wordt de tilde ook bovenop een letter geplaatst om een verandering in uitspraak aan te duiden.
Het trema (¨) is een teken dat uit twee puntjes bestaat die boven een klinkerletter staan. Een trema geeft aan dat de klinkerletter niet samen met de voorgaande klinkerletter als één lange klank of tweeklank uitgesproken mag worden, maar dat er een nieuwe lettergreep begint.
De Č (onderkast: č) is een in het Latijns alfabet voorkomende letter. De letter wordt gevormd door het karakter C met een daarboven geplaatste haček.
Een cedille (in ç en ş, via Frans cédille uit Spaans cedilla, verkleinwoord van ceta, de letter 'z') is een diakritisch teken dat onder andere in de spelling van het Albanees, het Catalaans, het Frans, het Portugees en het Turks wordt gebruikt. De cedille is een haakje dat onder een medeklinker wordt geplaatst.
Met alt+i, dan loslaten en de letter typen (a.o,u etc.).
De Windows-manier
De makkelijkste manier om de S met een omgekeerd dakje te typen op de pc, is met de linker Alt-toets in Microsoft Word. Houd de linker Alt-toets ingedrukt en typ 0138 op het numerieke toetsenbord: Š. Dus prent in je hoofd, of schrijf op je handpalm: Alt + 0138 = Š.
Wordt het accent circonflexe (het dakje: ^) tegenwoordig nog wel gebruikt in het Nederlands? Ja, maar in beperkte mate: op een e in uit het Frans geleende woorden en sóms op andere Franse klinkers, en in een enkel Fries woord. In het algemeen verliezen Franse woorden in het Nederlands hun accenten.
Í (onderkast í) is een letter in het Faeröers, Hongaars, IJslands, Tsjechisch, Slowaaks en Tataars, waar het vaak een lange /i/-klinker aangeeft (ee in het Engelse woord feel).
Klanken die met twee letters worden geschreven, krijgen twee accenten, bijvoorbeeld: máát, héél, vóór, dúúr, zéúren, níét, móét, fláúw, nóú, kléín, erúít. Ook de tweeklank ij krijgt twee accenten, maar het is moeilijk om met een tekstverwerker het letterteken j een accent te geven.
Cedille (ç): typ het teken ' (links naast de Enter-toets) en daarna de letter c.
Voor het gebruik in computersystemen staan Ž en ž respectievelijk op Unicode codepunten U+017D en U+017E. Op Windowscomputers kan de letter ook getypt worden met de respectievelijke toetsencombinaties Alt+0142 en Alt+0158.
Cédille (ç), typ ' en dan c. Circonflexe (ê), typ ^ (verschuiving + 6) dan e. Tréma (ö), typ ” (verschuiving + ') dan o. Om Franse aanhalingstekens « » te typen, gebruik ctrl + alt + [ en ], respectievelijk.
Hoe heten de twee puntjes op een klinker, zoals in föhn en financiën? De puntjes op de o van föhn zijn een umlaut. De puntjes op de e van financiën zijn een trema. Een trema geeft het begin van een nieuwe lettergreep aan, bijvoorbeeld in financiën, coördinatie en reünie.
Het koppelteken (-) is het korte liggend streepje dat gebruikt wordt om de delen van sommige samenstellingen, afleidingen en samenkoppelingen te verbinden. Hetzelfde liggend streepje wordt gebruikt als weglatingsstreepje in een samentrekking, om aan te geven op welke plaats een woorddeel is weggelaten.
Als er drie of meer klinkers naast elkaar staan waarvan er twee als één klank gelezen kunnen worden, is soms ook een trema nodig. Voorbeelden: naïef, beëindigd, smeuïg, jeuïg, gedrieën, hindoeïsme, bedoeïenen, gecreëerd.
≤ betekent dat de linkerkant kleiner is dan of gelijk is aan de rechterkant. ≥ betekent dat de linkerkant groter is dan of gelijk is aan de rechterkant.
Plusminus komt van het Latijn en betekent in het Nederlands dagelijks spraakgebruik min of meer of ongeveer.