1500-1600 | renaissance | IsGeschiedenis.
De vroegmoderne tijd – ook wel nieuwe tijd of ancien régime – is een periode van enkele eeuwen in de geschiedenis van Europa, volgend op de middeleeuwen. Volgens de gangbare periodisering beslaat de vroegmoderne tijd de periode van eind vijftiende tot einde achttiende eeuw, en wordt ze gevolgd door de moderne tijd.
Tegenwoordig zien we de Middeleeuwen als de periode tussen 500 en 1500 na Christus. De Renaissance kwam in de periode 1500-1600 helemaal tot zijn recht, maar was al ongeveer 100 tot 150 jaar daarvoor ontstaan in Italië.
De 16e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 16e periode van 100 jaar, bestaande uit de jaren 1501 tot en met 1600. De 16e eeuw behoort tot het 2e millennium.
1500 kan verwijzen naar: De periode van 1500 tot 1599 , bijna synoniem met de 16e eeuw (1501–1600)
De culturele en economische bloeiperiode in de Noordelijke Nederlanden tussen 1600 en 1700 wordt sinds de negentiende eeuw vaak de 'gouden eeuw' genoemd.
De term 'Renaissance' is bedacht door de Italiaanse kunstenaar en architect Giorgio Vasari. Hij noemde de tijd waarin hij leefde 'rinascita'. Later is daar 'renascimento' van afgeleid, wat wedergeboorte betekent. Wij noemen de Renaissance daarom ook wel de wedergeboorte van de klassieke oudheid.
De 18e eeuw is in de christelijke jaartelling de 18e periode van 100 jaar, bestaande uit de jaren 1701 tot en met 1800.
In de officiële canon voor het onderwijs zijn de middeleeuwen in twee tijdvakken opgedeeld: de tijd van monniken en ridders (vroege middeleeuwen, 500-1000) de tijd van steden en staten (1000-1500)
Met de term vroegmoderne tijd wordt de periode na de Middeleeuwen, tot de Industriële Revolutie aangeduid.
Een ander Oud-Engels woord voor menstruatiebloeding, flewsa , is verwant aan het Latijnse flux, 'vloeiend'. In de middeleeuwse geneeskunde is een flux het wegvloeien van vloeistof uit het lichaam, of het nu sperma, bloed of het product van ziekte of aandoening is.
Wat kwam er na de ijzertijd? Het tijdperk dat bekend staat als de klassieke oudheid overlapt gedeeltelijk met de ijzertijd; het liep van de 8e eeuw v.Chr. tot de 5e eeuw n.Chr., met de sensationele opkomst en ondergang van zowel het oude Griekenland als Rome.
1500-1600 | renaissance | IsGeschiedenis.
Het is ook handig als je deze 10 tijdvakken kan plaatsen in de periodes: prehistorie, oudheid, middeleeuwen, vroegmoderne tijd en moderne tijd.
De ijzertijd is de laatste periode die we tot de prehistorie rekenen. De ijzertijd volgt op de bronstijd en begint in West-Europa rond 800 v. Chr. In Noord-Nederland zien we de eerste typische ijzertijdvondsten overigens pas rond 600 v.
Tijdvak 8 is de tijd van burgers en stoommachines. Het tijdvak begint rond 1800 en duurt tot ongeveer 1900. In dit tijdvak gaan we het hebben over de Industriele revolutie, kinderarbeid, de politiek en de productieweg.
IJZERTIJD (800 TOT 12 VOOR CHRISTUS)
De IJzertijd is de periode waarin mensen overgingen op het gebruik van ijzer bij het vervaardigen van gereedschap, wapens, et cetera. Omdat de invoering van het gebruik van ijzer per gebied verschilt, is het onmogelijk om precies te zeggen wanneer de IJzertijd begint.
De geschiedenis van de Middeleeuwen gaat over een hele lange tijd, wel 1000 jaar. Daarom verdelen we deze tijd vaak in twee stukken: de vroege Middeleeuwen van 500 tot 1000 na Christus ( tijd van Monniken en Ridders), en de late Middeleeuwen van 1000 tot 1500 na Christus (Tijd van Steden en Staten).
'verlichting' | 1700 tot 1800
voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);