Al 11,5 duizend jaar heeft de mens het geluk in een interglaciaal te leven, een relatief warme periode tussen ijstijden in. IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek.
Nu leven we weer in een tussen-ijstijd: het Holoceen. Klimatologen verwachten dat dit interglaciaal over ongeveer tienduizend jaar afloopt: er staat dan weer een nieuwe ijstijd voor de deur.
Interglacialen, de relatief korte periodes tussen ijstijden (glacialen) in, zoals het huidige tijdperk het Holoceen, kenmerken zich door milde omstandigheden.
Een glaciaal of ijstijd is een periode in de geschiedenis, waarin het klimaat op aarde aanzienlijk kouder was dan tegenwoordig. De laatste koude periode, het Weichselien, eindigde 11.700 jaar geleden. Het Weichselien is bekend als 'de laatste ijstijd'.
4.1 Ijstijden: feiten! Het Quartair is de jongste geologische periode. Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden.
Al 11,5 duizend jaar heeft de mens het geluk in een interglaciaal te leven, een relatief warme periode tussen ijstijden in. IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek.
Het Pleistoceen is in de geologische tijdschaal een tijdvak van 2,58 miljoen (Ma) tot 11,7 duizend jaar (ka) geleden, én tegelijk de serie gesteentes met die ouderdom (in het verleden ook wel het "diluvium" genoemd). Het Pleistoceen is de vroegste of onderste onderverdeling van het Kwartair.
Nienke legt uit hoe dat werkt in een razendsnel lesje ijstijd! De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur.
IJstijden hadden niet alleen in het noorden grote invloed. Over de hele wereld veranderde het klimaat. In Azie staken stofstormen op die voor de afzetting van loess (woestijnstof) in China zorgden. In de Amerikaanse woestijn ontstonden grote meren.
Aangezien er heden ten dage ijskappen liggen op bijvoorbeeld Groenland en Antarctica, leven we tegenwoordig in een ijstijdvak: het Kwartair. Er is in de gehele geologische geschiedenis van de Aarde minstens vijfmaal sprake geweest van een ijstijdvak. De oorzaken van het voorkomen van ijstijden zijn complex en divers.
Een ijstijd is een periode waarin de gemiddelde temperatuur lager is dan de tijd ervoor en erna. Het is hele lange periode van ijzige kou. Een periode die wel 100.000 jaar kon duren! In de winter was het steenkoud, het vroor hard.
De gemiddelde wereldwijde temperatuur lag in de ijstijd rond de 8 graden Celsius. Dat is zo'n zes graden lager dan de gemiddelde wereldwijde temperatuur in de vorige eeuw lag.
Als al het ijs op aarde smolt, zouden de gevolgen niet te overzien zijn. De zwaarst getroffen gebieden zouden Noord-Amerika en Europa zijn, waar hele stukken van de continenten zouden verdwijnen. Maar voordat zoiets gebeurt, moet de aardbol veel warmer zijn dan hij nu is.
Als de hoek van de aardas klein is, krijgen de hogere breedtegraden minder warmte van de zon en daalt daar de temperatuur. 120.000 jaar geleden draaide de aarde in een lange baan rond de zon en maakte de aardas een kleine hoek. We zaten toen in een extreem koude ijstijd.
Tijdens deze ijstijd bereikte het landijs Nederland: het ijs reikte tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Langs deze lijn en ook ten noorden vinden we uitgesproken vormen in het landschap die in die periode gevormd zijn. Vormen die door het landijs in het Saalien zijn ontstaan.
Neanderthalers en mammoeten
Delen van Nederland waren bedekt met een dikke laag ijs. Er leefden wel mensen, de neanderthalers. Dit volk leefde van dieren waarop ze jaagden met pijl en boog en puntige priemen van steen. Ze jaagden vooral op de mammoet.
Het geologisch tijdperk Kwartair (in België: Quartair) is in de geologische tijdschaal de jongste periode en in de stratigrafische kolom het bovenste systeem. Het Kwartair beslaat de tijdspanne van 2,58 miljoen jaar (Ma) geleden tot heden en is de jongste, bovenste of laatste onderverdeling van de eratheem Cenozoïcum.
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km² groot en bevat 29 miljoen km³ ijs. Dat is 90% van al het bevroren zoet water op aarde. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km² in oppervlakte en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km³, 9 % van het bevroren zoetwater op aarde.
Na het Eemien werd het langzaam kouder en droger en begon het Weichselien (116.000-10.500 jaar geleden). De zee trok zich steeds verder terug omdat veel zeewater door de dalende temperaturen werd vastgelegd in poolijs.
Geologische periode van het Kwartair, van 2,3 miljoen jaar geleden tot 10.000 jaar geleden, gekenmerkt door afwisselende koude periodes (glacialen of ijstijden) en warme tussenijstijden (interglacialen). De binnen de glacialen waargenomen relatief warme perioden worden interstadialen genoemd.
De periode tussen twee glacialen noemen we een interglaciaal. Tijdens een glaciaal is een groot gedeelte van het Noordelijk Halfrond bedekt met ijskappen, die zich tijdens een interglaciaal bijna helemaal terugtrekken.
Niets of bijna niets heeft de ijstijd overleefd. Er zijn verschillende ijstijden geweest, meestal rekent men 4 grote ijstijden en dus 3 periodes er tussen (de interglacialen) en één er na: het holoceen, de tijd waarin wij leven.
Nieuw onderzoek bewijst dat sommige bomen de IJstijd dapper doorstonden en er zelfs heelhuids uitkwamen. Wetenschappers dachten altijd dat de laatste IJstijd Scandinavië van alle bomen had ontdaan. Zo'n 9000 jaar geleden – toen de IJstijd erop zat en het weer wat milder werd – kwamen de bomen terug.
Ice Age is een Amerikaanse computeranimatiefilm uit 2002 onder regie van Chris Wedge en Carlos Saldanha.