Bij shorttrack wordt echt loeihard geschaatst. Topschaatsers rijden zo'n 50-55 kilometer per uur.De schaatsers van coach Benny rijden 40-45 kilometer per uur. Deze talenten zijn echt de top-shorttrackers van de toekomst.
In het schaatsen staan nog enkele ongelooflijke records genoteerd, op de 1000 meter haalde de Amerikaan Shani Davis in 2009 in Salt Lake City een gemiddelde snelheid van 54,2 Km/uur. Op de 1500 meter haalde de Rus Denis Yuskov in 2017 in Salt Lake City een gemiddelde snelheid van 53,44 Km/uur.
Het grootste verschil is echter dat langebaanschaatsers traditioneel alleen tegen de klok rijden (massastart uitgezonderd) terwijl shorttrackers juist tegen elkaar racen en doet de eindtijd er minder toe.
Welke schaats voor jou geschikt is, hangt af van jouw niveau en persoonlijke wensen. Voor shorttrack heb je een aparte shorttrack schaats: Shorttrackschoen: Het verschil met een langebaan schaats is dat deze schoen veel hoger en steviger (harder) is. Dit is om stevigheid te bieden met name voor je enkel.
Kjeld Nuis snelste schaatser ooit met 103 km/u. Kjeld Nuis heeft vandaag in Tynset, Noorwegen de magische grens van 100 km/u doorbroken. De Olympisch kampioen haalde op natuurijs en achter een windscherm een snelheid van maar liefst 103 km/u. Kjeld Nuis verbreekt daarmee z'n eigen wereldrecord met 10 km/u.
Bij shorttrack wordt echt loeihard geschaatst. Topschaatsers rijden zo'n 50-55 kilometer per uur. De schaatsers van coach Benny rijden 40-45 kilometer per uur. Deze talenten zijn echt de top-shorttrackers van de toekomst.
Het is Kjeld Nuis gelukt om op schaatsen een indrukwekkende snelheid van boven de honderd kilometer per uur te halen. Op het Noorse zoetwatermeer Savalen haalde de meervoudig olympisch kampioen een snelheid van 103 kilometer per uur, een wereldrecord.
Een glasplaat en slijpkorrels doen wonderen, strooi wat korrels op de glasplaat en beweeg de steen er overheen. De korrels slijpen de steen weer mooi vlak. De steen is vlak wanneer deze overal dezelfde kleur heeft en er weer als nieuw uit ziet.
Gele kaarten
Bij een zeer grove overtreding of onheus gedrag kun je ook een rode kaart krijgen.
Hierbij rijden teams van drie of vier rijders tegen elkaar. Van elk team rijdt telkens één rijder een aantal ronden in de baan. Vervolgens komt de volgende rijder aan het einde van de bocht de baan in, waarna er afgewisseld wordt met een duw. Zo wisselen de rijders elkaar af, tot drie ronden voor het einde.
Langebaan en marathon schaatsers schaatsen meestal met een ronding tussen de 21 en 25. Bij een gemiddelde ronding van 23 betekend dat, als je de lijn van het ijzer zou doortrekken naar een cirkel, de straal daarvan 23 meter zou zijn. Een ronding is belangrijk zodat je met de schaats kunt sturen.
Als je op vaste schaatsen niet goed zijwaarts afzet, dan ga je krassen in het ijs. Maar met de klapschaats is dat praktisch onmogelijk. Want als je op de klapschaats teveel met je punt afzet, als je teveel voorop hangt, dan klapt de schaats open, verlies je druk en zet je af in het luchtledige en kom je amper vooruit.
Afhankelijk van het aantal deelnemers worden tijdens een wedstrijd vier tot zes heats verreden. Bij een uitzonderlijk groot deelnemersveld worden voor de heats nog voorrondes (preliminaries) gereden. De rijders stappen vanuit de 'heatbox' het ijs op om aan hun race te beginnen.
Het herenschaatsen kent een zestal officiële afstanden, namelijk de 500, 1.000, 1.500 meter en de 3, 5 en 10 kilometer. Laten wij de gemiddelde afstand hiervan, de 3.000 meter, eens nader bekijken. Momenteel is het wereldrecord in handen van de inmiddels gestopte Noor Eskil Ervik met een tijd van 3.37,28.
Kjeld Nuis heeft bij de Noorse plaats Savalen een nieuw snelheidsrecord neergezet. De olympisch kampioen op de 1500 meter haalde op het bevroren in het zog van een auto met een windscherm een snelheid van 103 kilometer per uur. "Dit record wordt nooit meer verbeterd", is zijn stellige overtuiging.
Door gebruik te maken van de zwaartekracht, kun je snelheid verhogen. Wie dit zo effectief mogelijk doet, zal sneller gaan. Daarom is het heel belangrijk om het lichaamsgewicht juist te gebruiken bij het zijwaarts afzetten. Daarbij draait het om de uitgangshouding van het lichaam.
Het bewust hinderen of blokkeren van een andere rijder wordt bestraft met een penalty (diskwalificatie). Een rijder die in kansrijke positie wordt gehinderd, kan worden toegevoegd aan de volgende ronde (advancement).
Shorttrack staat bekend om spectaculaire inhaalacties, waarbij onder meer binnendoor en buitenom ingehaald kan worden, vaak door de hoge snelheid met de hand aan het ijs in de bochten. De bochten worden gemarkeerd door zeven rubber blokken.
Bij het langebaanschaatsen worden de blokjes gebruikt om de afzonderlijke banen voor de schaatsers aan te geven, terwijl de blokjes bij het shorttrack alleen de bochten markeren.
Shorttrackers dragen snijvaste handschoenen waaraan ze zelf vaak nog gladde bolletjes toevoegen op de vingertoppen van de linkerhand, die immers veel over het ijs glijdt. Voor de pupillen is het dragen van een shorttrackhelm, snijvaste handschoenen, knie-, scheen- en nekbescherming verplicht.
"Schaats vier à vijf vlakke rondjes op 90% en klok deze. Dat is een mooie indicatie voor 12,5 ronde in de wedstrijd in schaatspak en op scherpe schaatsen."
De Elfstedentocht is een groepstocht, over een afstand van 225km wordt er een gemiddelde snelheid van 20-22km/u aangehouden. Je rijdt samen met de andere deelnemers in één groep van start tot finish.
Er wordt geschaatst op een standaardbaan (meestal een 400 meter-baan), bestaande uit twee gescheiden schaatsbanen met een baanbreedte van tenminste vier meter (liefst vijf) met bochten van 180 graden en een straal van de binnenbocht tussen de 25 en 26 meter.
De 1500 meter begint om 11.30 uur, de dweilpauze volgt na acht van de vijftien ritten.
Gemengde landenteams van 3 mannen en 3 vrouwen nemen het tegen mekaar op in een ploegentijdrit. In 2021 zullen de mannenteams van start gaan in Knokke-Heist en richting Brugge fietsen, over een gelijkaardig parcours als de individuele tijdritten.