Als u meerdere rijen in de gegevensweergave wilt selecteren, klikt u op een rij en houdt u Ctrl (Windows) of Command (Mac) ingedrukt terwijl u alle rijen selecteert die u wilt bewerken of verwijderen.
Selecteer een cel in de tabel waaruit u de huidige tabelstijl wilt verwijderen.
Klik op het tabblad Start op Opmaken als tabel of vouw de galerie Tabelstijlen uit via Hulpmiddelen voor tabellen > tabblad Ontwerpen (het tabblad Tabel op een Mac).
Klik op de eerste cel van het bereik en houd Shift ingedrukt terwijl u op de laatste cel van het bereik klikt. U kunt schuiven om de laatste cel zichtbaar te maken. Klik op de knop Alles selecteren. U kunt het hele werkblad ook selecteren door op Ctrl+A te drukken.
Hoe verwijder je een tabel zonder de tekst te verwijderen?
Als uw Excel werkblad gegevens in een tabelindeling bevat en u niet langer de gegevens en de opmaak wilt hebben, kunt u de hele tabel als volgt verwijderen. Selecteer alle cellen in de tabel, klik op Wissen en kies Alles wissen.
Als u alle cellen op een werkblad wilt selecteren, gebruikt u een van de volgende methoden:
Klik op de knop Alles selecteren.
Druk op Ctrl+A. Opmerking Als het werkblad gegevens bevat en de actieve cel zich boven of rechts van de gegevens, selecteert u het huidige gebied door op Ctrl+A te drukken.
Selecteer het gewenste item in de draaitabel. Nu wordt het tabblad Hulpmiddelen voor draaitabellen op het lint weergegeven. Klik op het tabblad Ontwerp in de groep Indeling op Lege rijen en selecteer vervolgens het selectievakje Lege regel invoegen na elk itemlabel of Verwijder de lege regel na elk itemlabel.
Selecteer de cellen die u wilt samenvoegen.Selecteer Samenvoegen & Center. Belangrijk: Wanneer u meerdere cellen samenvoegt, wordt de inhoud van slechts één cel (de cel linksboven voor talen van links naar rechts, of de cel rechtsboven voor talen van rechts naar links) weergegeven in de samengevoegde cel.
Selecteer de cellen met de Excel-stijl.Klik met de rechtermuisknop op de toegepaste stijl in Start > Celstijlen.Selecteer Wijzigen > Opmaak wijzigen om te wijzigen wat u wilt.
Manieren om cellen te tellen in een gegevensbereik
Selecteer de cel waarin u het resultaat wilt weergeven.
Klik op het tabblad Formules op Meer functies, wijs Statistisch aan en klik op een van de volgende functies: AANTALARG: Cellen tellen die niet leeg zijn. ...
Selecteer het gewenste celbereik en druk op Return.
Ga naar Bestand > Opties > Geavanceerd. Selecteer een werkblad onder Weergaveopties voor dit werkblad en voer vervolgens een van de volgende handelingen uit: Schakel het selectievakje Een nul weergeven in cellen met een nulwaarde in als u nulwaarden (0) in cellen wilt weergeven.
Soms moet u controleren of een cel leeg is, in het algemeen omdat u niet wilt dat een formule een resultaat weergeeft zonder invoer. In dit geval gebruiken we ALS met de functie ISLEEG: =ALS(ISLEEG (D2);"Leeg";"Niet leeg")
Met voorwaardelijke opmaak kunt u cellen markeren die waarden bevatten die voldoen aan een bepaalde voorwaarde. U kunt ook een heel celbereik opmaken en de exacte opmaak variëren op basis van de waarde van elke cel.