De labradoodle mini wordt minimaal 35 centimeter groot en kan doorgroeien tot een schofthoogte van 43 centimeter. De medium is tussen de 43 en kan zo'n 53 centimeter groot worden en de grootste variant zal tot een hond uitgroeien van tussen de 53 en 63 centimeter.
Als je het over de labradoodle f1 hebt wordt er een onderscheid gemaakt tussen de labradoodle f1 en de labradoodle f1B. De f1b is een labradoodle f1 die opnieuw met een poedel gekruist is. Zo zijn ze dus voor het overgrote deel poedel. Vaak krijgen deze pups een mooie vacht die aanvoelt als zijde.
De 'f' staat voor een generatie. Hoe hoger het cijfer achter de F, hoe verder de generatie van een labradoodle is. Een labradoodle f4 is dus bijvoorbeeld een hond van de vierde generatie. Deze labradoodles zijn dus al redelijk ver voor wat betreft de stamboom.
Honden van de generatie ALF 1 tot en met ALF 3 worden ook wel Multigen Australian Labradoodles genoemd. Vanaf de 4de generatie spreekt met van de naam Pure Australian Labradoodle. Een LO kan ALF1 pups krijgen, maar alleen als deze gekruist worden met een AL of ALF (generatie maakt hierbij niet uit).
De Labradoodle mini heeft een schofthoogte tussen de 35-42 cm, de medium doodles tussen de 43-52 en de standaard doodles hebben een schofthoogte van 53-63 cm. In dit artikel wordt meer informatie gegeven over de Labradoodle mini.
Daarnaast is er de kwestie van het 'hypoallergeen' zijn. Helaas blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht dat er geen bewijs is dat de labradoodle hypoallergeen zou zijn. Sterker nog: de labradoodle blijkt meer allergie-opwekkende stoffen aan te maken dan bijvoorbeeld de labrador!
Het is inderdaad mogelijk om je Labradoodle te trainen om alleen thuis te blijven. Het is en blijft een gezelschapsdier, dus denk niet dat je hem aan kunt leren om 8 uur per dag alleen te zijn. Het wordt door experts aangeraden om je hond niet langer dan 4 á 5 uur alleen thuis te laten.
Labradoodles hebben zeker behoefte aan fysieke, maar ook aan geestelijke uitdaging. Ze nemen geen genoegen met een rondje om het huis, maar houden ervan om met hun baas op pad te gaan voor een flinke wandeling. Per dag hebben ze toch al snel 1,5 tot 2 uur beweging nodig. Veel Labradoodles zijn ook dol op zwemmen.
Een gewone Labradoodle is dus een kruising tussen een Labrador en een Poedel. Terwijl een Australian Labradoodle uit veel meer honden bestaat en pas een echte pure Australian Labradoodle is bij een zogenaamde Australian Labradoodle Foundation Dog 4.
De labradoodle mini wordt minimaal 35 centimeter groot en kan doorgroeien tot een schofthoogte van 43 centimeter. De medium is tussen de 43 en kan zo'n 53 centimeter groot worden en de grootste variant zal tot een hond uitgroeien van tussen de 53 en 63 centimeter.
Deze nagels knip ik gemiddeld om de 12 weken. Doordat ze niet afslijten moet het puntje afgeknipt worden zodat deze niet in de huid kan gaan prikken (ingroeien).
Wanneer een labradoodle zijn maximale grootte heeft bereikt, verschilt per hond. De grotere varianten doodles kunnen 12 tot 18 maanden groeien. De kleinere varianten groeien veelal 10 tot 12 maanden. Het groter worden gaat in het begin van de groeifase het hardst.
Geschikt voor mensen met een zwaardere allergie. F1b (Back Cross) : Een F1b Goldendoodle is een kruising tussen een F1 Goldendoodle en een Poedel. De verhouding van een F1b is 25% Golden Retriever 75% Poedel. Een F1b Goldendoodle heeft over het algemeen meer en strakkere krullen in vergelijking met een F1.
Herken een goede fokker
Het is een verplichting volgens de reglementen van de Alaeu, de Australian Labradoodle Association Europe. Je kunt het beste een fokker kiezen die bij deze vereniging is aangesloten, zodat je zeker weet dat je een goede Labradoodle koopt.
Karakter van de labradoodle
De labrador wordt beschouwd als de clown onder honden. Hij is altijd in een goed humeur, speelt graag, heeft een evenwichtig karakter en is een echt maatje voor kinderen. Het kortharige ras, dat tot de jachthonden behoort, kan soms stormachtig zijn en is ook erg hebzuchtig.
De meeste fokkers gaan erg zorgvuldig te werk, daarom kost een Labradoodle zo'n € 1.700,- tot € 2.500,-. Denk naast de aanschafkosten van de hond ook aan kosten voor voeding, de dierenarts, hondenbelasting en een puppycursus. En houd rekening met het grote risico op erfelijke aandoeningen bij de Labradoodle.
Voor- en nadelen van de (Australian) Labradoodle
De hond zit vol met energie en die moet hij dagelijks kwijt. De hond doe je geen groter plezier met buiten rennen, voorwerpen laten zoeken en dingen te leren. Het nadeel van deze eigenschap is dat de hond zich snel gaat vervelen en kattenkwaad gaat uithalen.
Deze honden raken opgewonden van dingen die andere honden niet eens zien of opvallen. Je hond is niet constant druk en opgewonden. Vaak is het maar een kort moment of een korte periode. Drukke honden hebben vaak een wilde, bijna paniekerige, blik in hun ogen.
Zeker pups hebben de neiging om te blijven spelen en rondrennen, hoewel ze ongeveer 15 uur slaap per dag nodig hebben.
Dit is waarom je nooit puppy's trappen moet laten lopen, springen, trainen en veel wandelen. Veel activiteit op jonge leeftijd kan op latere, of zelfs op jonge, leeftijd problemen als heupdysplasie en andere orthopedische problemen geven. Denk aan de puppy regel: voor elke maand 5 minuten meer activiteit.
In tegenstelling tot kleine honden en andere rassen, kunnen Labradoodles lange afstand rennen bereiken. Wanneer ze in vorm zijn, kunnen Labradoodles zeer lange afstanden lopen. Het zou niet absurd zijn om te zeggen dat Labradoodles tot 20 kilometer, of mogelijk meer, kunnen lopen.
Was niet meer dan noodzakelijk om de vetlaag van de huid intact te laten ofwel de mogelijkheid tot herstel te geven na een wasbeurt. Indien je regelmatig jouw Doodle wilt wassen probeer dit te beperken tot eens per 8 weken.
De Labradoodle is erg slim en leergierig. Nieuwe kennis nemen ze snel op en iets nieuws hoeft ze vaak maar één keer verteld te worden. Het nadeel is dat je net zo snel ongewenst gedrag aanleert en dat eigen maakt. Daarom is training erg belangrijk.