De planten die wij kopen als “Kerstster plant” zijn afkomstig van de Euphorbia Pulcherrima. Deze plant groeit inheems in grote delen van Mexico. Het grappige is dat de Kerstster inheems een struik is die enorm groot wordt. Het is geen uitzondering dat de planten daar wel vier meter hoog worden!
Poinsettia. De kerstster hoort bij de familie van de wolfsmelkachtigen en komt van nature voor in Midden-en Zuid-Amerika. Daar groeien ze uit tot flinke struiken van tot wel 5 meter hoog.
De kerstster heeft redelijk veel water nodig. Giet ze wanneer de bovenste laag van de potgrond weer droog is. Zorg er wel voor dat de wortels van de kerstster niet in een bak water komen te staan, want dan gaan ze rotten. Mits de plant goed te verzorgen kunnen de lokbladeren tot 6 maand blijven.
Zorg voor voldoende vocht. De droge lucht van de centrale verwarming is vaak de oorzaak van voortijdig bladverlies. Zet uw kerstster 1x per week een minuut of tien met de voeten in een laagje lauw water en laat een deel van het water optrekken in de pot. Hierna goed laten uitlekken en dan terugzetten in de sierpot.
De kerstster heeft weinig water nodig. Wanneer je te veel giet zal de plant haar bladeren laten vallen. Onder in de pot mag nooit water staan. Het is aan te bevelen om de wortels eens per week in lauwwarm water onder te dompelen tot er geen luchtbelletjes meer opstijgen.
Als een kerstster haar bladeren laat vallen, is dat meestal te wijten aan kou en tocht. De uit Mexico afkomstige plant heeft daar namelijk een hekel aan. Thuis heeft de kerstster graag een licht, tochtvrij plekje zonder direct zonlicht bij een temperatuur van 15 tot 22 graden.
Ook bij kwekers kleurt de kerstster (Euphorbia pulcherrima) niet spontaan rood. De planten komen vormen hun gekleurde schutbladeren slechts nadat ze een periode ,,korte dagen'' hebben doorgemaakt. De nacht moet dan ongeveer 14 uur duren, de dag slechts 10.
Je hoeft tijdens de bloei geen voedsel te geven. Kerststerren zijn niet winterhard, maart wel meerjarig. Je kunt ze dus in principe jarenlang hebben en verzorgen, maar meestal bloeien ze dan minder rijk dan wanneer je iedere herfst nieuwe koopt.
Als de kerstster zo ver is kan hij in principe in bloei worden gebracht. Dat gebeurt nadat hij gedurende tien weken iedere nacht gedurende minstens dertien uur in het donker wordt gezet. Hij moet dan echt absoluut donker staan. Tien weken lang en iedere nacht opnieuw.
Ten eerste verwijder je alle dode en zieke bladeren en takken. Daarna snoei je de hele plant terug. Hoe ver terug hangt af van hoe groot je hem straks wilt laten groeien. Als je een compacte Kerstster wilt kun je hem tot 15 centimeter terugsnoeien.
Kerstrozen kunnen ook als potplanten binnenshuis worden gehouden. Zet ze dan wel in een ruime pot en op een koele plek, en zorg ervoor dat ze niet uitdrogen. Gebruik bij goede potgrond en vermeng deze met aarde uit de tuin, zodat de planten worden voorzien van de beste voedingsstoffen.
Het beste moment om jouw Kerstster (Poinsettia) naar buiten te verplaatsen is zodra de kans op vorst helemaal voorbij is. Zoals hierboven al stond: deze plant groeit inheems in warme gebieden. De Kerstster kan absoluut niet tegen vorst. Bij het naar buiten verplaatsen van jouw plant kun je hem ook meteen terugsnoeien.
Kerststerren zijn een niet erg giftige soort kerstplanten. Meestal krijgen dieren er maag- en darmklachten van die vanzelf weer over gaan, zoals niet willen eten, braken, sloomheid … Medicatie kan soms verzachting bieden. Daarom is het aangeraden om toch een dierenarts te raadplegen indien uw dier ervan heeft gegeten.
Kerststerren horen bij Kerst. Zet ze op een lichte plek, maar niet in de volle zon. De wilde kerstster die Euphorbia pulcherrima heet, komt oorspronkelijk uit Mexico.
Het antwoord op deze vraag is ja, de Kerstster is giftig. Het is zelfs giftige kamerplant voor mens en dier. Een hapje van de plant kan een branderig gevoel geven en braken en diarree tot gevolg hebben. Het sap geeft een branderig gevoel op de huid.
Kerstster stekken
Zorg dat de stek minstens ongeveer 7.5 cm lang is en een paar blaadjes heeft. Wanneer je je stekje bemachtigd hebt, kun je 'm in water of potgrond zetten. Stekken in water is sneller en leuk, aangezien je de wortels kunt zien groeien.
De kerstroos vormt na de snoei meteen weer nieuw, fris blad. De uitgebloeide bloemen kun je telkens verwijderen voor een langere bloei, maar je kunt ze ook laten zitten om er zaad uit te winnen dat je eind mei, begin juni in potten of ter plekke in de tuin kunt zaaien.
De kerstster of poinsettia (Euphorbia pulcherrima) is een plant uit de wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae). De soort komt van oorsprong voor in Mexico maar wordt veel gekweekt om de sierwaarde. Hij wordt in de gematigde streken, waaronder de Benelux, voornamelijk gekocht voor de kerst.
Helleborus bloeit van januari tot in april. Het blad blijft het hele jaar aan de plant, maar wordt op den duur wel lelijk. In februari kun je al wat blad wegknippen, maar wacht met alles weg te knippen tot het nieuwe blad verschijnt!
De Pachira wijkt af in verzorging, ten opzichte van veel andere kamerplanten. Deze plant heeft eens in de 3 weken een flinke scheut water nodig. Omdat de Pachira water opslaat in de stam moet de grond uitgedroogd zijn, voordat er opnieuw water wordt gegeven. In de zomer mag de plant meer water krijgen dan in de winter.
De bananenplant bestaat voor 80% uit water, en heeft dan ook veel water nodig. Zorg ervoor dat de potgrond constant vochtig is, door regelmatig kleine hoeveelheden water te geven. Zo voorkom je ook dat er een laagje water onder in de pot ontstaat. Als de Musa te weinig water krijgt, zullen de bladeren slap gaan hangen.
Kerstster staat graag licht, zonder felle zon. De kluit mag altijd licht vochtig zijn. De plant kan niet tegen tocht of heel warme plekken, zoals boven de verwarming of pal naast een knapperend haardvuur.
Helleborus groeit het best op een licht beschaduwde plaats, onder bomen of heesters. Kalkrijke grond, kleigrond bijvoorbeeld, is ideaal. Meng compost of bladaarde door de grond, en sluit af met een handje kalk. Plant ze niet te diep, zorg dat de bloemknoppen boven de grond blijven.
Een plant die te veel water heeft gekregen, herken je onder andere aan de gele bladeren of als de bladeren juist bruin uitslaan. In deze gevallen is het heel verstandig om te kijken hoe het staat met de vochtigheid. Een ongelukkige plant wil je natuurlijk niet. Kijk of de wortels zijn beschadigd door wortelrot.