De schaal van spoorbreedte Z is 1: 220, dus het normaalspoor in het model meet 6,5 mm. Ter vergelijking: de N-maat werkt met een schaal van 1: 160 - de standaardmaat meet 9 mm.
Normaalspoor. Verreweg de meest voorkomende spoorwijdte is 1435 mm. Omdat deze maat voor 60% van de spoorwegen wereldwijd geldt, spreekt men van normaalspoor. In Groot-Brittannië is deze wijdte al in 1829 gekozen (destijds 4 foot 8,5 inch) voor een van de eerste stoomtreindiensten.
In Engeland wordt spoor 0 wel 7 mm scale genoemd. De schaalverhouding is 7 mm to the foot. Dit komt neer op 1:43,5. Eigenlijk hoort hier een spoorbreedte van 33 mm bij, terwijl 32 mm gangbaar is.
Spoor 1 is modelspoor in de schaal 1 op 32. Bijna 3 x zo groot als half nul (H0) en vijf keer groter dan spoor N ( 1 : 160 ). Niet te verwisselen met spoor G ( 1 : 22,5 ) van o.a het merk LGB. De spoorbreedte van Spoor 1 en spoor G is namelijk wel allebei 45 mm.
H0-schaal is met een verhouding van 1:87 de meest gebruikte modelspoorschaal. De verhouding van 1:87 betekent dat de treinen en alles eromheen in werkelijkheid 87 keer zo groot zijn als het schaalmodel. De spoorwijdte van H0 is 16,5 mm en is in werkelijkheid 1435,5 mm (normaalspoor).
De G-meter is de slangterm voor de nominale maat 2 of IIm (metermaat) en geeft een modelmaat van 45 mm aan. De modelspoorwegen zelf hebben een schaal van 1: 22,5.
Märklin Spoor Z: Modelspoorders kiezen niet alleen bij plaatsgebrek voor Spoor Z in schaal 1:220. Märklin is de enige grote fabrikant in Europa van deze schaalgrootte van allerkleinste modelbaan, die naast bevlogen modelbaanbouwers ook verzamelaars aanspreekt.
Schaal O (nul), wordt ook spoor O genoemd, is een van de oudste modelspoorweg schalen. De spoorbreedte is meestal 32 mm.
De schaalverhoudingen komen voort uit een omrekening van voeten naar millimeters. 00 is 4 mm per voet, m.a.w. 1 voet in werkelijkheid is 4 mm in model. Dan moet je nog wel weten hoe groot een voet is, en dan kom je op 1:76,2, afgerond 1:76. H0 is 3,5 mm per voet, dat is 1:87,1, afgerond 1:87.
Een schaal wordt vaak aangeduid met een breuk (1/10) of een dubbele punt (1:10). Deze schaal houdt in dat het schaalmodel 10 keer verkleind is. Schaal 2:1 zou betekenen dat het schaalmodel twee maal vergroot is.
LGB is een fabrikant van modeltreinen in de schaal "G".
De schaal H0 (wat half nul betekent) vormt een overgang in dit systeem. Smalspoorvarianten van bepaalde schalen hebben vaak een e, f of een m als toevoeging. De meest voorkomende schaal is H0 (half nul), de verhouding hiervan is 1:87.
Russisch breedspoor
Men koos voor een spoorwijdte van 1524 mm (5 Engelse voet) om te verhinderen dat het Russische spoorwegnet bij een verovering gebruikt kon worden. Het verschil van slechts 89 mm bleek meer een economisch en technisch nadeel, en nauwelijks een werkzame verdedigingsmaatregel.
Spoorwijdte is de afstand tussen de twee spoorstaven, gemeten tussen de binnenkanten van de koppen van de rails. Is deze afstand 1435 mm, dan spreekt men van normaalspoor, anders van breedspoor of smalspoor.
Re:Lengte van spoorstaven
Afhankelijk van het tijdsbestek, waar 15 tot 39 voet, of langer.
HO (1:87) – Veel modellen, uitrustingen en toebehoren beschikbaar voor modelspoorders in schaal HO (Half Nul).
Minitrix is een merk modeltrein. Het betreft een kleine versie van de Trix. De modellen van Minitrix rijden op spoor N, een schaal van 1:160 met een spoorwijdte van 9 mm.
Een gemiddelde modelspoorbaan kost al snel een paar duizend euro. Maar dit hoeft natuurlijk niet te betekenen dat je het morgen moet ophoesten! Daarom is het van belang dat je opschrijft wat je budget is en wat je, wanneer wilt gaan uitgeven.
De schaal 1:87 wordt aangeduid met schaal H0. Dit is de meest voorkomende modelspoor schaal, gevolgd door de schaal 1:160. Ook wel schaal N genoemd. De schaal die u kiest is meestal afhankelijk van de ruimte die u heeft voor uw modeltreinbaan.
Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid. Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid. Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
Je kunt alle digitale Märklin loks analoog inzetten. Alleen bij de oudere decoders (C80 en delta met dipswtiches) werkt de verlichting niet (altijd) in analoog bedrijf. Dit ligt aan de opbouw van de decoder.
Tegenwoordig fabriceert Märklin ook af en toe weer Trix-Express modellen voor het 3-rail-systeem die in de Trix catalogus te vinden zijn.
Analoge locs mag je niet op een digitale baan zetten. Daar kunnen ze niet tegen. Maar omgekeerd is geen probleem, en als je de optie aanzet (of aan laat staan) om ook analoog te rijden, dan rijden ze op beide voedingen: digitaal en analoog.