Het onderzoek gebeurt met een flexibele slang (gastroscoop) waarvan de tip bestuurbaar is. De scoop is 8 mm dik, u houdt dus voldoende ruimte over om normaal te kunnen ademen. U krijgt als voorbereiding op het maagonderzoek een drankje met antischuim. Dit voorkomt schuimvorming in de maag tijdens het onderzoek.
Het onderzoek wordt gedaan met behulp van een speciaal instrument, de endoscoop. Een endoscoop bestaat uit een flexibele slang die ongeveer 9 mm dik is. Aan het uiteinde van de slang zit een klein lampje dat het slijmvlies van uw maag, slokdarm en twaalfvingerige darm verlicht.
De gastroscopie duurt ongeveer 5 tot 15 minuten. Wanneer de arts tijdens het onderzoek extra ingrepen uitvoert, dan duurt het onderzoek langer.
Het onderzoek is niet pijnlijk. Veel mensen vinden vooral het inbrengen van de gastroscoop vervelend, omdat ze moeten kokhalzen. Sommige mensen krijgen een benauwd gevoel, omdat er een slang in hun keel zit. Het is belangrijk dat u de aanwijzingen van de arts en de endoscopieverpleegkundige goed opvolgt.
De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van irritatie van de keel en pijn achter het borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Een opgeblazen gevoel en pijn in de buik kunnen ontstaan door de lucht die ingeblazen wordt.
Als u een slechte hart- of longfunctie heeft, kan de MDL-arts besluiten u geen roesje te geven. Dit is om het risico op eventuele complicaties te verkleinen. De arts bespreekt dit met u op de behandelkamer. De keuze is dan om het onderzoek zonder roesje te doen, of alleen met pijnstilling.
U krijgt een bijtring in de mond om zowel uw tanden als onze endoscoop te beschermen. Vervolgens krijgt u via het infuus de medicijnen (het roesje) toegediend. Door dit roesje kunt u weinig merken van het onderzoek en kan het zijn dat u zich er later vrijwel niets meer van herinnert.
Voor een gastroscopie moet uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf zes uur voor het onderzoek niet meer mag eten, drinken en roken. Het onderzoek kan niet doorgaan als u niet nuchter bent.
Het passeren van de gastroscoop door de keel kan vervelend zijn. Soms wordt een gastroscopie uitgevoerd na toediening van een ver- dovend middel (sedatie) via een injectie in de arm. De sedatie is een heel lichte vorm van algemene verdoving.
Een gastroscopie is een veilig onderzoek. Ondanks alle zorgvuldigheid kunnen in zeldzame gevallen complicaties optreden. In de meeste gevallen gaat het om een nabloeding. Dit komt vooral voor bij mensen die bloedverdunners of pijnstillers gebruiken.
Er is een kans dat u keelpijn heeft na het onderzoek. Deze pijn is meestal na een dag verdwenen. Als de endoscoop moeilijk de keel passeert of als er een vernauwing in de slokdarm is, kan een scheurtje of schaafwondje in de slokdarm ontstaan.
Omdat u gekozen heeft voor een lichte narcose is een arts-anesthesist aanwezig die u met een injectie via een infusienaald een slaapmiddel zal toedienen. De hartwerking en ademhaling wordt permanent bewaakt. Meestal duurt het onderzoek ongeveer 5 tot 10 minuten.
Een endoscopie van de dikke darm noem je een coloscopie (of colonoscopie). Een endoscopie van de maag noem je een gastroscopie. Een endoscopie van de slokdarm noem je oesofagoscopie.
Een colonoscopie is een onderzoek van de binnenkant van de dikke darm. Dit onderzoek gebeurt met een endoscoop, een flexibele en bestuurbare slang van ongeveer 1 cm dikte. De endoscoop wordt via de anus voorzichtig opgeschoven, de hele dikke darm door.
Bij een echo-endoscopie bekijkt de arts uw slokdarm, maag, alvleesklier, galwegen, lymfeklieren en bloedvaten. Dit gebeurt met een slangetje van ongeveer 1 cm dikte, de echo-endoscoop. Dit slangetje wordt via uw keelholte naar binnen gebracht. In de slang zit een kleine camera en een echoapparaatje.
De slokdarm is bij mensen ongeveer 30 centimeter lang, heeft een gemiddelde diameter van 2 centimeter en begint aan de bovenkant in de farynx of keelholte om te eindigen aan de andere kant bij de maag. Er zijn vier vernauwingen in de slokdarm.
Pas na minstens 30 minuten mag u opnieuw eten. Na het onderzoek kan uw keel in het begin een beetje geïrriteerd zijn. U kunt ook last hebben van een opgeblazen gevoel door de lucht die tijdens het onderzoek werd ingeblazen. In zeldzame gevallen kan ook een allergische reactie optreden.
De arts brengt de gastroscoop in uw keel en vraagt u te slikken. Via uw slokdarm gaat de scoop naar uw maag. Via de scoop wordt lucht ingeblazen. Dit is nodig om de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm te laten ontplooien en goed te kunnen bekijken.
Via uw mond schuift de arts een gastroscoop naar binnen. Dit is een dunne, soepele slang met een lichtbron en een cameraatje dat in verbinding staat met een beeldscherm. Van tevoren krijgt u een slaapmiddel, waardoor u niets van het onderzoek merkt.
Je mag na het onderzoek in principe weer alles eten en drinken. Het is verstandig om op de dag van het onderzoek rustig aan te doen. Je kunt de eerste tijd na het onderzoek wat last hebben van buikpijn, darmkrampen, een opgeblazen gevoel en winderigheid.
Als u een roesje heeft gehad, duurt het nog enige tijd voordat de medicijnen zijn uitgewerkt. Daarom blijft u na het onderzoek nog 1 tot 2 uur uur in uw bed op de uitslaapkamer totdat u weer goed wakker bent. Gedurende deze tijd worden uw hartslag en zuurstofgehalte bewaakt.
Bij een behandeling onder sedatie krijgt u medicijnen die u slaperig en minder gevoelig voor pijn maken. Deze vorm van anesthesie wordt in de volksmond ook wel een 'roesje' genoemd.
U voelt zich rustiger en ervaart minder ongemak van het onderzoek. U slaapt meestal tijdens het hele onderzoek of behandeling. Sommige patiënten worden tussendoor een beetje wakker, maar u heeft dan geen pijn. Meestal bent u na een half uur weer goed wakker.