86 Nederlanders zijn in 2016 aan een verdrinkingsongeval overleden, aldus cijfers van het CBS. In vergelijking met andere landen in Europa en wereldwijd, is de kans in Nederland op een verdrinking met dodelijke afloop relatief laag. Verdrinkingen komen met name voor bij jonge kinderen (0-5 jaar) en ouderen (65+ jaar).
Verdrinkingsproces. Een verdrinkingsproces duurt 3 à 7 minuten, waarvan maximaal 3 minuten bij bewustzijn. Voor de verdrinking zelf (die begint met de onderdompeling) kunnen twee voorfasen optreden, indien het slachtoffer bij bewustzijn te water raakt.
Ten opzichte van de jaren 50 is het aantal verdrinkingen fors afgenomen. Toen stierven jaarlijks nog 400 tot 500 mensen in Nederland door verdrinking. Vanaf 2000 is dit aantal ongeveer gelijk gebleven, met vorig jaar dus een uitschieter.
In zoet water duurt dit vier tot vijf minuten, in zout water is dit acht tot twaalf minuten. In het water verlies je twee tot drie keer zo snel je lichaamswarmte als in lucht, waardoor onderkoeling vaak een rol speelt bij overlijden in het water.
De meeste drenkelingen overleven een verblijf van vijf minuten onder water, zonder hersenschade. Tot tien minuten redt 80 procent het nog. ,,Maar daarna neemt het percentage sterk af, al worden soms mensen na twintig minuten gered. Het record staat op naam van een Duits kind dat 66 minuten onder het ijs zat.
Jaarlijks vinden er 2.000 tot 3.000 ongevallen plaats waarbij het slachtoffer verdrinkt of bijna verdrinkt. Bij droge verdrinking sluit het strottenklepje de longen af. Dit is een overlevingsmechanisme van het lichaam zelf, er kan nu immers geen vocht de longen inlopen.
Het lijkt alsof hij aan het spelen is. Door spiegeling op het water, is het vaak extra moeilijk te zien. Als je dreigt te verdrinken, kun je – door gebrek aan zuurstof – meestal niet om hulp roepen. En als je onverhoopt boven water probeert te blijven, is het juist heel lastig met je armen boven je hoofd te zwaaien.
Voor een lijk in een kist helemaal verteerd is (verdwenen is), moet u aan tientallen jaren denken. Soms kun je na honderden jaren nog skeletten of delen van skeletten op een oude begraafplaats vinden. Soms is na 20 of 30 jaar alles helemaal weg.
Antwoord. Terstond na een verdrinkingsdood zinkt het lijk naar de bodem, of blijft in het water zweven; soms drijft het eerst een tijdlang voordat het onder de waterspiegel verdwijnt. Na verloop van tijd komt het weer boven en zinkt dan in den regel niet opnieuw.
In lauw water (meer dan 20 °C) gaat de ontbinding snel. De huid komt los, wordt donkerder en bevlekt met bloed. De overledene gaat zwellen en de ogen puilen uit. Uiteindelijk valt het lichaam uiteen en wordt één met de omgeving.
Een hoeveelheid water komt in de longen terecht, waardoor de longblaasjes beschadigd raken. Er ontstaat dan een zuurstoftekort in het lichaam. Als de hersenen een tijdje onvoldoende zuurstof krijgen, zal de persoon het bewustzijn verliezen.
De 80 mensen kwamen vorig jaar om het leven door een zogenoemde accidentele verdrinking, bijvoorbeeld in een zwembad, een badkuip of in de zee.
Hoe vaak komt verdrinking voor? Tussen 2010 en 2020 verdronken er in Nederland gemiddeld 78 kinderen per jaar. Een op de zes overlijdt aan de gevolgen ervan, blijkt uit onderzoek. Bijna één op de drie kinderen belandt door verdrinking op de intensive care.
Goed nieuws: de kans dat je verdrinkt als je in slaap valt is nihil. Mocht je onder water zakken en water binnenkrijgen, ga je in een reflex hoesten. Je strekt automatisch je benen, en voor je het weet zit je weer rechtop.
In de 5 à 30 minuten na onderdompeling zal het lichaam in een toestand van 'diepweefsel onderkoeling' terechtkomen. De tijd die dit duurt heeft te maken met de watertemperatuur.
De snelheid van het ontbindingsproces hangt sterk af van de omgevingsomstandigheden: hoe warmer en vochtiger, des te sneller. De huid verkleurt in de dagen na overlijden eerst tot groen en na ongeveer 2 weken wordt de huid zwart. De tijd die hiervoor nodig is hangt sterk af van de omgevingstemperatuur.
Bacteriën sturen menselijk lichaam naar de oppervlakte
Een menselijk lichaam met water in de longen zinkt. Naarmate het lichaam ontbindt, ontwikkelen de bacteriën daarin gassen die het lijk terugsturen naar het wateroppervlak.
Natte verdrinking is een vorm van verdrinking waarbij de symptomen tot 48 na blootstelling aan het water tot stand komen. Een kleine stroom water inademen zorgt voor irritatie en een zwelling van de longen, maar hierdoor is dan de toevoer van zuurstof aan de bloedbaan belemmerd.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
Natuurlijk mag iemand de overledene op de mond kussen maar men moet wel rekening houden dat daar veel bacteriën aanwezig zijn. Het is wellicht een vervelend praatje maar direct na het overlijden begint het lichaam met het ontbindingsproces. Die lichaamssappen moeten weg en dat gaat vaak via de mondhoeken.
Hoe een lijkengeur ruikt hangt voor een groot deel af van de concentraties van de componenten die de geur samenstellen. Meestal is er een duidelijk verschil te ruiken tussen de geur van rotte vis en de geur van rot vlees. De lijkengeur van een vleeseter verschilt doorgaans ook van die van een planteneter.
In principe kan een bij dus niet verdrinken. De hydrofobe waslaag stoot water af.
Van 'droge verdrinking' is sprake wanneer je kind bij het zwemmen water binnenkrijgt waarvan hij eerst geen last lijkt te hebben, maar waarvan hij 24 uur later toch nog kan stikken.
Binnen enkele minuten verdrinkt het kind. Je moet het maar net doorhebben als ouder." Want jonge kinderen maken geen geluid als ze verdrinken - al denken de meeste ouders dus van wel. "Wat je in films ziet, dat mensen nog even goed spetteren, gebeurt niet.