Wanneer je baby 6 maanden oud is kun je je baby brood geven zonder korst. Geef alleen brood als je baby gewend is aan oefenhapjes. Eventueel kun je het brood in moedermelk of flesvoeding dopen om het wat zachter te maken. Lichtbruin brood zonder pitten en zaden is goed om mee te beginnen.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als die gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in borstvoeding of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Geef kleine stukjes (ongeveer zo groot als een postzegel). Stop het brood in de zijkant van de mond, bij de wang. Je baby zal waarschijnlijk automatisch beginnen te kauwen. Als je kind eenmaal gewend is, pakt het zelf de stukjes van zijn bord.
6-12 maanden: in deze fase eet je baby waarschijnlijk nog maar één tot twee sneetjes brood per dag. Het gaat vooral om wennen aan de textuur en het leren kauwen. Broodbeleg is nu nog niet nodig. Wil je meer weten over hoe groot de stukjes en wel of geen broodkorst?
Hoeveel gram groente een baby van 6 maanden precies moet eten, verschilt per kind en ook per dag. Een melkvoeding kun je uiteindelijk vervangen door een maaltijd van ongeveer 150 tot 200 gram, waarvan bijvoorbeeld 100 gram groenten, 80 gram koolhydraten (zoals aardappelen of rijst) en 20 gram eiwitten (vis of vlees).
Met de Rapley-methode geef je, in plaats van gepureerd eten, stukjes die je kind zelf in de mond kan stoppen. Voor je je kind grotere stukjes gaat geven, moet die rechtop kunnen zitten, en goed kunnen slikken en kauwen.
Wat te doen als je baby stikt? Ben je alleen, dan moet je zelf direct handelen. Geef slagen op de rug van je kind en buikstoten bij kinderen vanaf 1 jaar buikstoten. Bij baby's mag je geen buikstoten geven, maar geef je borstcompressies.
In de eerste 6 maanden krijgt je baby genoeg vocht uit de melkvoeding. Extra water is niet nodig. Vanaf 6 maanden stap je langzaam over van borstvoeding of flesvoeding naar vast voedsel. Dan kun je ook andere drankjes aanbieden, zoals water of lauwe (vruchten)thee zonder suiker.
Besmeer de boterham van je baby van bij het begin altijd in met een beetje zachte, plantaardige margarine rijk aan onverzadigde vetstoffen. In het begin is broodbeleg behalve margarine, niet echt nodig, maar het mag. Vanaf de leeftijd van 12 maanden is meer variatie in broodbeleg mogelijk.
Belangrijk is dan, om te kiezen voor smeerbaar beleg en het brood te snijden in kleine stukjes. Ook al heeft een kind dan nog geen tanden, zo'n stukje brood kan het toch al op. Met de kaken en de tong maalt het kind het brood fijn. Zo leert een baby kauwen en dat is belangrijk voor de ontwikkeling van de mondmotoriek.
Je kunt ook kleine stukjes toast serveren als je baby een werkende pincetgreep heeft (waar de duim en wijsvinger elkaar ontmoeten om kleinere stukjes eten op te pakken). Als je baby de neiging heeft om te veel stukjes brood in de mond te schuiven, geef hem dan één stukje tegelijk.
Uit alle verschillende soorten boters kies je voor baby's en jonge kinderen tot 4 jaar bij voorkeur voor een smeerbare margarine met de juiste hoeveelheid vet per 100 gram. Daarnaast is de aanbeveling om per snee brood 5-6 gram smeerbare margarine op het brood te smeren.
Hoe meer vaste voeding je geeft, hoe minder opvolgmelk je baby drinkt. Uiteindelijk zal je je kindje vanaf de leeftijd van 6 maanden 3 tot 4 flesvoedingen aanbieden per dag. Dit bouw je langzaam af naarmate je kindje ouder wordt en meer met de pot gaat mee-eten.
Zitten met steun
Je kind zal zijn of haar hoofd zelf rechtop houden, zijn of haar rug krommen en zelf flink meetrekken. Op de leeftijd van 6 maanden kunnen veel kinderen zitten met enige steun of door op eigen handen te steunen. De meeste baby's leren zitten rond 6 à 9 maanden.
Samenvattend: brood kan tot 8 maanden en mogelijk zelfs tot 2 jaar moeilijk te verteren zijn voor je kindje. Je kan daarom het beste wachten met het geven van brood tot in ieder geval 8 maanden. Geef daarnaast maximaal 2 boterhammen per dag in verband met de hoeveelheid natrium (zout).
Vanaf 6 maanden kun je een tuitbeker of gewone drinkbeker geven.
In bed om 19.00
Bij 6 maanden slaapt je baby 's nachts gemiddeld 12 uur en overdag 3 uur. Deze slaap overdag wordt verdeeld over 3 dutjes. Het is belangrijk om niet meer dan 3 dutjes toe te staan overdag. Door je baby vaker weg te leggen, houd je namelijk hazenslaapjes in stand.
Als je baby zich verslikt, dan begint je baby vaak te hoesten en te proesten.Ook kan je baby gaan kokhalzen of een borrelend geluid maken. In veel gevallen zorgt het hoesten en proesten al voor een oplossing. Je baby lost het verslikken in dit geval zelf op, zoals volwassenen dit ook doen.
Is pasta een verstikkingsgevaar voor baby's? Nee.Pasta vormt een laag risico wanneer het veilig is bereid voor de leeftijd en het ontwikkelingsvermogen van een kind , hoewel iemand in theorie in elk soort voedsel kan stikken.
In totaal had 13,6% van de baby's zich ooit verslikt . Het grootste risico op verslikken in vingerfood was voor baby's die voornamelijk een gepureerd dieet hadden en slechts af en toe vingerfood kregen.
Omdat veel voedsel bij de Rapley-methode op de vloer belandt, krijgt je kindje misschien onvoldoende voedingsstoffen binnen. Begin daarom met Rapley wanneer je kindje nog borst- of flesvoeding krijgt. Je weet niet precies hoeveel je kleintje binnenkrijgt.
Banaan en zoete appel smaakt je baby waarschijnlijk erg goed in deze periode. De smaken zijn zoetig en mild: perfect voor een kindje van 6 maanden. Bovendien kan je dit hapje samen met water of melk pureren, waardoor het een fijne structuur krijgt. Zo krijgt je baby het makkelijk weg.
Waarom baby's liever met hun handjes eten heeft te maken met hun drang om te ontdekken en zelf te experimenteren. Je kindje wil ontdekken hoe het zelf kan eten. Je baby zal in het begin ervoor kiezen om met zijn handjes te eten.