Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Start met kleine hapjes
Denk hierbij aan wat geprakte groente, fruit of wat kleine stukjes broodkorst. Vanaf 7 maanden kan je oefenen met het leren kauwen en kan je brood mét korst aanbieden.
Geef kleine stukjes (denk postzegelformaat) zonder korst. Eventueel kun je het brood in wat moedermelk, opvolgmelk of slappe thee dopen, zodat je baby het makkelijker kan opeten. Stop het stukje brood in de zijkant van zijn mond, bij zijn wang.
Kies in eerste instantie voor smeerbaar beleg zoals light zuivelspread, fruitstroop of jam. (Smeer)kaas en smeerleverworst worden in verband met de hoeveelheid zout tegenwoordig helemaal afgeraden. Geef verschillende soorten beleg en kies voor varianten zonder toegevoegd zout en suiker.
Brood eten vanaf 6 maanden
Hier kan hij op sabbelen en bijten. Vanaf 7 maanden geef je ook stukjes brood met korst. Dit helpt om te leren kauwen. Ook al heeft je kleintje nog geen tanden, hij kan heel goed kauwen en sabbelen met zijn kaken.
Hoe kun je pinda en ei geven aan je baby? Je kunt beginnen met een halve theelepel pindakaas zonder stukjes of een theelepel fijngemaakt gebakken of hardgekookt ei. De twee dagen daarna geef je elke dag steeds een beetje meer. Als dat goed gaat kun je elke week een flinke eetlepel pindakaas of ei geven aan je kind.
Het is heel zoet, maar wel een natuurproduct. Tot 1 jaar mag een kind geen honing. Appelstroop bevat vaak beetwortelsap of suikerbietenstroop, een suikervariant. Er zijn in de supermarkt ook varianten zonder toegevoegde suiker: AH Biologisch appelstroop en Zonnatura Zonnestroop met peer en appel.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Vanaf 8 maanden mag je kindje granen eten, en kun je ook starten met brood. Geef bijvoorbeeld eens een broodkorst uit de hand als tussendoortje. Je zult zien dat je kleintje erop begint te sabbelen; zijn eerste kennismaking met brood! Om te beginnen is wit of lichtbruin brood prima.
Vanaf 9 tot 12 maanden. Ontbijt: borstvoeding of opvolgmelk en ½ à 1 sneetje bruin brood met margarine en beleg, of granenpap van 150-200 ml borstvoeding/opvolgmelk.
Een baby van 6 maanden mag dingen eten zoals:
Groenten als broccoli, spinazie, pompoen, andijvie, bietjes, avocado, en sla. Fruit als banaan, mango, perzik, appel, peer, abrikoos, meloen en papaya. Ongezoete pap. Pasta, rijst, brood, en aardappel.
Voor een baby in de eerste hapjes-fase is het nog niet nodig om het brood te beleggen. Besmeren met zachte margarine is genoeg.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per voeding: 150 - 200 ml. 1 à 2 keer per dag een paar lepels geprakte groente, fruit, rijst of pasta en als je kindje wil een beetje brood zonder korst. Uitleg bij flesvoeding: Geef je baby 4 tot 6 keer per dag 150 – 200 ml opvolgmelk.
4 à 6 voedingen per dag. Richtlijn hoeveelheid per dag: 150 ml x gewicht in kg. Als je baby hieraan toe is: 1 à 2 keer per dag een paar lepeltjes vast voedsel (goed geprakt).
Naast pasta, aardappelen en rijst heeft je baby nu ook voedsel nodig waar eiwitten inzitten. Je kunt hem bijvoorbeeld een gekookt ei (wel hard koken), stukjes kipfilet of gehakt geven. Voor kip en vlees geldt dat je deze helemaal moet doorbakken.
Ontbijtkoek. Ook en verantwoorde snack voor volwassenen, maar te veel suiker voor baby's. Ik neem daarom de versie met minder suiker, maar het is natuurlijk nog steeds niet goed… Zelfde advies als voor de eierkoek, pas vanaf 1 jaar en bij uitzondering.
Naast groenten en fruit kun je je baby vanaf zes maanden ook deze tussendoortjes geven: Een korstje of stukje brood, daar kan je baby lekker op sabbelen. Lees hier waarom je niet te vroeg moet beginnen met brood aanbieden. Volkoren cracker , bijvoorbeeld een luchtige cracotte.
Ei kun je gekookt of geroerbakt geven. Begin met een half theelepeltje ei door het warme hapje. Als dit goed gaat kun je het langzaam uitbreiden. Geef daarna, in ieder geval het eerste jaar, minimaal 1x in de week een half ei.
Belangrijk: wekelijks minimaal 10 gram pindakaas aanbieden, dat is gelijk aan 3 theelepels. De pindakaas door de babyvoeding roeren of op een boterham smeren. Vaker of meer mag ook. Hoe lang dit wekelijks moet is onbekend; het advies is om dit minimaal tot de leeftijd van 1 jaar vol te houden.
Vanaf zes maanden heeft je baby namelijk ook vaste voeding nodig. Zelfs zonder tandjes kan hij prima een stukje brood eten. Hij gebruikt zijn kaken om het brood te vermalen, wat heel goed is voor zijn mondmotoriek en –spieren. Brood is een gezonde en goede keuze om de dag mee te beginnen.
1 snee lichtbruin brood met margarine en eventueel beleg en 165 tot 200 ml borst- of flesvoeding*.
Wanneer je kleintje leert eten volgens de Rapley-methode, raakt hij vertrouwd met meer verschillende smaken en texturen dan baby's die gepureerde voeding krijgen. Hierdoor is hij later minder kieskeurig en weigert hij minder vaak voedsel. Minder kans op overgewicht.