Je kunt de groenbemesters inwerken in de grond wanneer ze hun werk gedaan hebben.Maar je kunt ze ook het ook terug maaien en gebruiken als mulch om je bodem te bedekken.
Voor kleigronden dat de groenbemester uiterlijk 1 september is ingezaaid en minimaal 8 weken (56 dagen) moet blijven staan. Een uitzondering is er voor groene braak en als de groenbemester minimaal tien weken in het groeiseizoen op het land staat als aansluitend daarop een volggewas wordt geteeld.
Daarnaast zorgen groenbemesters ervoor dat onkruid minder kans krijgt en trekken ze nuttige insecten en vlinders aan. Facelia (Phacelia tanacetifolia), mosterd (Sinapis alba), witte- en rode klaver (Trifolium) en grasachtigen zijn veel toegepaste groenbemesters.
Groenbemesting is een manier van bemesten waarbij levend 'groen' plantenmateriaal in de bodem wordt gewerkt, waar het afsterft en zo voedend organisch materiaal in de grond brengt. De vruchtbaarheid en de structuur van de grond worden er sterk door verbeterd.
Zodra in het voorjaar jouw planten en bomen ontwaken uit de winterslaap, kun je jouw tuin gaan bemesten. In de maanden maart, april en mei groeien planten hard en kunnen zij wel wat extra voedingsstoffen gebruiken.
Voor het eerste teeltdoel zijn Japanse haver en gele mosterd de aangewezen groenbemesters. Engels- en Italiaans raaigras kunnen ook als groenbemester worden toegepast voor het vastleggen van organische stof. Houd bij deze grassen wel rekening met de volgvrucht.
Groenbemesters activeren het bodemleven en helpen zo mee om de bodem gezond te houden. De toplaag van de bouwvoor zit vol met nuttige bacteriën, schimmels, protozoa, bodeminsecten en wormen. Groenbemesters helpen het bodemleven in stand te houden en dragen daardoor bij aan bodemweerbaarheid en gezondheid.
Groenbemesting is het telen van planten op een stuk grond om deze vervolgens onder te ploegen of te mulchen. Dit wordt gedaan om het percentage organische stof en het stikstofgehalte in de bodem te verhogen. Een deel van die organische stof wordt in de bodem omgezet in humus.
Phacelia kun je zaaien tot en met augustus. Gele mosterd, inkarnaatklaver en Japanse haver kun je zaaien tot en met september. Winterrogge zaai je van augustus tot en met oktober.
Enkele soorten maken een goede kans: Raapstelen Bladkool: Tsoisam, Amsoi, Kailan Spinazie (Amsterdams Reuzenblad) Rucola (niet de wilde) Barbarakruid Saladini Groenbemesters: wintertarwe, winterrogge, bladrammenas, gele mosterd, winterkoolzaad, nootzoetraapzaad.
Aaltjes zijn leidend bij de keuze van het type groenbemester voor vader en zoon Krol. Ze willen in hun aardappelen geen Trichodorus spp of Meloidogyne chitwoodi. Na de vorst werken ze de groenbemesters in met een frees of een schijveneg. Vaak moeten ze in het voorjaar of in februari de groenbemester voorbewerken.
De oplossing is een mengsel van Westerwolds met Italiaans raaigras, SoilCover. Dit mengsel bestaat uit het snelst kiemende zaad. Hierdoor is maar één zak zaad per hectare nodig. 21 kg per hectare geeft evenveel planten als 150 kg rogge.
Doordat onrijpe mais veel minder geschikt als veevoer, moeten boeren extra krachtvoer kopen, wat hen op kosten jaagt. De koeien en varkens verteren onrijpe mais veel slechter, waardoor er meer methaan en ammoniak in de mest zit en dat is weer slecht voor het milieu.
Limagrain brengt NemaRedux op de markt om aaltjes te bestrijden. 'De hoofdcomponent multiresistente bladrammenas Doublet geeft de hoogste bestrijding van bietencyste- en chitwoodi aaltjes. Het mengsel is aangevuld met raketsla en facelia', geeft Jos Groot Koerkamp aan.
Groenbemesters. Rechtstreeks zaaien: Blauwe lupine, Gele mosterd, Boekweit, Japanse Haver, Phacelia en Serradelle.
Zaaien. De inzaaiperiode van rogge loopt van augustus tot oktober. De benodigde hoeveelheid zaaizaad is 120-180 kg per ha en de zaaidiepte bedraagt 2-3 cm. De rijenafstand varieert tussen 12,5 en 25 cm.
Phacelia zaaien is mogelijk van maart tot half augustus, op rijen met een afstand van 30 cm, in augustus verminderen tot 20 cm, omdat de plant dan minder uitgroeit. Hoogte ongeveer 70 cm. Vriest 's winters dood. Zaaidichtheid: 10 kg/ha.
Gele mosterd wordt gezaaid vanaf begin augustus tot eind september. De hoeveelheid zaaizaad bedraagt 15 tot 25 kg per ha, afhankelijk van zaaitijdstip en duizendkorrelgewicht (5 tot 10 gram). De rijenafstand is 10 tot 25 cm en de zaaidiepte 2 tot 3 cm. Dichter zaaien geeft een snellere grondbedekking.
Deze groenbemester is niet vorstgevoelig, geeft een snelle en goede grondbedekking en zeer goede doorworteling. Het houdt de bodem bedekt gedurende de winter, is effectief tegen erosie en doeltreffend in het vastleggen van stuifgevoelige grond. Na de winter is het gewas 20 à 40 cm. hoog en kan het gemaaid worden.
Eén zakje is voor circa 100m2, en de plantafstand bedraagt 30x5 cm.
Winterrogge, de naam zegt het al, is een wintergraan. Het gewas wordt in oktober gezaaid en in juli geoogst. De rogge komt in rood/groene sprietjes boven de grond uit. Van rogge worden allerlei producten gemaakt, zoals muesli, volkorenbrood, crackers en natuurlijk roggebrood.
Blad- & stengelgewassen. Voorzaaien: Andijvie, Bleekselderij, Radicchio Rosso en Sla. Rechtstreeks zaaien: Bladmosterd, Groenlof, Mesclun, Raapsteel, Rucola, Snijbiet, Tatsoi, Tuinkers, Tuinmelde en Zomerpostelein.