Bij een inleiding brengt men de weeën op gang en controleert men de conditie van moeder en kind. Het op gang brengen van de weeën gebeurt vaak door middel van een infuus. Je krijgt een naaldje in een bloedvat van je hand of onderarm en daarop wordt een dun slangetje aangesloten.
Er zijn wat verschillen tussen een natuurlijke en een ingeleide bevalling. Vaak is de ingeleide bevalling een stuk heviger en pijnlijker. Maar de pijn en intensiteit hangt wel weer af van de reactie op het hormoon dat wordt toegediend, waardoor de reactie op de weeën voor iedereen anders is.
De geboorte van het kind vindt over het algemeen binnen 24 uur na het breken van de vliezen plaats. Het opwekken van de bevalling is niet pijnlijker dan een normale bevalling, wel kan het soms langer duren en is het mogelijk spannender omdat het gepland is.
Over het algemeen wordt het infuus 1 à 2 uur na de geboorte van de baby en de placenta verwijderd. Afhankelijk van de reden van de inleiding kan dit langer duren, soms tot de volgende ochtend.
Dit is niet gevaarlijk. Bij ongeveer 1 op de 6 vrouwen zorgt het strippen van de baarmoedermond ervoor dat de weeën beginnen en je gaat bevallen. Dit is afhankelijk van hoe rijp je baarmoedermond is en of je al eens eerder bent bevallen.
Een enkele keer ontstaat een ontsteking op de plaats waar de elektrode is vastgemaakt. Dit is niet ernstig, maar wel vervelend voor het kind. De meeste inleidingen verlopen zonder complicaties en de risico's van een ingeleide bevalling zijn meestal niet groter dan die van een normale bevalling.
Er is echter een grote praktijkvariatie in het beleid omtrent het inleiden tussen 41 en 42 weken. Volgens de data van Perined uit 2018 bevalt ruim 26000 (16.5 % van het totaal aantal zwangerschappen boven 22 weken) van de vrouwen tussen de 41 en 42 weken Hiervan start de bevalling bij ruim 18000 vrouwen (70%) spontaan.
Het slangetje wordt vastgemaakt op uw bovenbeen. Het inbrengen van de ballon is niet pijnlijk. Het speculum onderzoek wordt door vrouwen vaak wel als onaangenaam maar niet heel pijnlijk ervaren.
Wanneer u komt voor een inleiding middels ballon catheter is niet goed te zeggen wanneer u zal bevallen. De meeste mensen bevallen binnen 3 dagen, maar een enkele keer moeten we een rustpauze inlassen en een volgende afspraak voor inleiding afspreken.
Alleen wanneer een zwangere bijvoorbeeld moet worden ingeleid of een ruggenprik krijgt, is een badbevalling niet mogelijk. Er zijn redenen om of tijdens de ontsluiting of tijdens de persfase uit bad te gaan.
In zeer zeldzame gevallen kan de bevalling worden ingeleid voor het 'persoonlijk comfort', met andere woorden: op verzoek van de patiënte, om niet-medische redenen. Zwangerschapsuitputting, angst dat de gynaecoloog-verloskundige of vroedvrouw er op de dag zelf niet zal zijn, familiale problemen enz.
Als wij de vliezen breken doet dit geen pijn. Je voelt alleen een beetje warm water lopen. Ook daarna maak je steeds opnieuw vruchtwater aan, zodat je kindje nooit 'droog' ligt. Als je nog geen sterke weeën hebt mag je niet in bad, vanwege de kans op infectie.
Zodra je baarmoedermond 'rijp' is, kunnen de weeën zorgen voor ontsluiting. Ontsluiting is het openen van je baarmoedermond. Met twee vingers voelen we als verloskundige hoe ver je baarmoedermond geopend is.
Na een inleiding in de avond bleken de baby's in een betere conditie ter wereld te komen. Er waren minder complicaties, zoals ademhalingsproblemen, en er vonden minder opnames van de baby's plaats ter observatie.
Wanneer u gepland bent voor een inleiding moet u dezelfde spullen meenemen als bij een 'gewone' bevalling: kleding voor uzelf voor tijdens en na de bevalling, toiletartikelen en babykleertjes. Ook is het verstandig wat ter ontspanning en tijdverdrijf mee te nemen.
Van vrouwen die al eerder bevallen waren kreeg 14% een keizersnede, en in andere landen was dit tussen de 12 en 50%. Van vrouwen die bevielen van hun eerste kind werd 33% ingeleid in Nederland en 14% tot 36% in andere landen.
Het is vrij normaal dat je bij een tweede, door de voorweeën, al een week of wat rondloopt met bijvoorbeeld 2-3 centimeter ontsluiting. De baarmoedermond is dan ook al verweekt en verstreken, dus als je bevalling echt gaat beginnen heb je het eerste stuk eigenlijk al gehad.
Als de baby onvoldoende gegroeid is (<p3), maar een goede bloeddoorstroming heeft, dan kun je in overleg met je gynaecoloog afwachten tot 37 weken. Zijn de weeën dan nog niet vanzelf begonnen? Dan krijg je het advies voor een inleiding.
Na het plaatsen van de ballon kunnen krampen of harde buiken ontstaan, die soms over kunnen gaan in weeën. Na plaatsing wordt gewacht tot de ballon er spontaan uitvalt. Dan is er namelijk een paar centimeter ontsluiting en kunnen de vliezen worden gebroken. Meestal duurt dit 24 tot 48 uur.
De actieve ontsluitingsfase kan gemiddeld 10 uur duren, maar dat kan natuurlijk ook langer of korter zijn. Veel vrouwen raken in het einde van deze fase vermoeid, en kiezen soms dan ook voor pijnbestrijding. Hou nog even vol, nog een paar centimeters voordat je mag persen!
In tegenstelling tot de samenvatting zijn er vaak geen harde eisen voor de lengte van de inleiding. Je hoeft dus niet alles op één pagina te proppen, zoals in de samenvatting (abstract) van je scriptie. Wel is de inleiding bij uitstek een onderdeel van je scriptie dat beknopt moet zijn.
Wanneer u tussen de 37 en 42 weken zwanger bent, wordt de bevalling op gang gebracht. Vóór de zwangerschapsduur van 37 weken is een inleiding meestal niet nodig. U krijgt dan medicatie om uw bloeddruk te verlagen.
Bij een inleiding wordt de bevalling kunstmatig op gang gebracht (ingeleid). Dit gebeurt met medicijnen die de weeën opwekken. Een inleiding gebeurt altijd in het ziekenhuis onder verantwoordelijkheid van een gynaecoloog van St.
Bewegen is altijd goed, zowel in de zwangerschap als tijdens de bevalling. Tijdens de bevalling kan bewegen er zelfs voor zorgen dat de bevalling sneller gaat. Ga om de bevalling op te wekken wandelen, fietsen of zet een feel good muziekje op en ga lekker dansen. Ook heel goed voor de gelukshormonen!
Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën. Als de bevalling dan echt begint heb je al een voorsprong en hoef je die eerste 4 cm, die bij het eerste kindje soms zo lang duren, niet meer te gaan.