Het vruchtgebruik eindigt meestal als de vruchtgebruiker komt te overlijden. Hij/zij is dan de langstlevende. Hierna krijgen de officiële erfgenamen weer de beschikking over hun eigendom.
Bij het einde van het vruchtgebruik moet de vruchtgebruiker het goed teruggeven (art. 3.138 BW) in dezelfde staat, met uitzondering van de waardeverminderingen die het gevolg zijn van normale slijtage, ouderdom of overmacht (art. 3.158 BW).
Er zijn twee manieren waarop vruchtgebruik tot stand kan komen: door vestiging en door verjaring. De totstandkoming door vestiging is de 'normale' manier van het in het leven roepen van een recht op vruchtgebruik.
Als de eigendom van een onroerend wordt verkocht waarop een recht van vruchtgebruik rust, en de blote eigenaar én de vruchtgebruiker dit samen verkopen, wordt de volle eigendom van het onroerend goed overgedragen. Zijn beide verkopers op voorhand niets overeengekomen, dan moet de verkoopprijs worden verdeeld.
Het vruchtgebruik duurt meestal maximaal 30 jaar. Er is echter een uitzondering: als het vruchtgebruik is gevestigd “in hoofde van” een rechtspersoon, dan kan dit voor een maximale duur van 99 jaar. De faillietverklaring en de ontbinding van de rechtspersoon betekent wel het einde van het recht van vruchtgebruik.
Het vruchtgebruik afkopen of omzetten
Indien er geen andere erfgenamen zijn dan de kinderen, kan de omzetting van het vruchtgebruik, te allen tijde gevraagd worden door de langstlevende echtgenote of de kinderen. Vruchtgebruik afkopen of omzetten, betekent in wezen het einde van het vruchtgebruik.
Als het vruchtgebruik levenslang is, wat het geval is met het erfrechtelijk vruchtgebruik, dan eindigt het automatisch bij het overlijden van de vruchtgebruiker. Het kan ook eindigen door eraan te verzaken (bij notariële akte).
Als vruchtgebruiker mag je de eigendom(men) verkopen, maar enkel met een onderling akkoord tussen de vruchtgebruiker en de eigenaar(s). We raden aan om dit akkoord vast te leggen op papier. De eigenaar(s) die dan beschikken over een volle eigendom kunnen overgaan tot verkoop.
De persoon die het recht van vruchtgebruik heeft, wordt wel vruchtgebruiker genoemd. Degene die eigenaar is van het goed waarop het vruchtgebruik ziet, wordt hoofdgerechtigde genoemd. Voorheen werd de term 'bloot eigenaar' gebruikt. Vruchtgebruik is een beperkt recht.
De vruchtgebruiker betaalt
In de regel is het de vruchtgebruiker die de onroerende voorheffing moet betalen. De blote eigenaar op zijn beurt betaalt niets. De vruchtgebruiker moet namelijk alle jaarlijkse lasten van het onroerend goed dragen, zoals de onroerende voorheffing en de brandverzekering.
Erfbelasting bij vruchtgebruik
In principe moeten de kinderen erfbelasting betalen over hun 'bloot eigendom' en moet de langstlevende erfbelasting betalen over de waarde van het vruchtgebruik.
Een goed (roerend of onroerend) kan (virtueel) gesplitst worden in twee componenten: de blote eigendom: dit eigendomsrecht is definitief voor de verwerver en is eventueel ook overerfbaar. het vruchtgebruik: dit gebruiksrecht dooft uit bij het overlijden van de verwerver ervan.
Zo mag de vruchtgebruiker aan een gewone woning niet de bestemming geven van een handelszaak en omgekeerd. Hij heeft het recht van genot. Maar hij moet u het goed waarop hij het vruchtgebruik heeft wel in stand houden of - in geval van verbruikbare goederen - een gelijkwaardig goed teruggeven.
Zoon of dochter koopt de naakte eigendom, terwijl de ouders het vruchtgebruik kopen. De ouders gaan in het pand wonen tot ze overlijden, of verhuren het (bijvoorbeeld als ze naar een rusthuis gaan). Ze mogen zelf de huurinkomsten houden.
Kan vruchtgebruiker verhuren? De vruchtgebruiker heeft inderdaad niet alleen het recht om zelf te wonen in het huis of het appartement. Hij mag het ook verhuren. De huurinkomsten zijn in dat geval volledig voor hem, hij moet die dus niet 'delen' met de naakte eigenaars.
Zolang de vruchtgebruiker (langstlevende partner van de overledene) leeft, kunnen zij niet genieten van de goederen. Ze moeten het vruchtgebruik dulden. Eenmaal de langstlevende komt te overlijden, wordt de 'blote eigendom' van de kinderen automatisch omgezet in een 'volle eigendom'.
Je kan een vruchtgebruik verkrijgen waar je gebruik van mag maken tot je overlijdt. De looptijd van het vruchtgebruik hangt dan af van het leven van de vruchtgebruiker. De waarde van het vruchtgebruik wordt dan berekend door de rekenrente te vermenigvuldigen met een bepaalde factor.
schenken met vruchtgebruik
Een notariële schenking kan perfect met voorbehoud van vruchtgebruik, bij een handgiften bankgift is dat niet mogelijk! De vruchtgebruiker heeft het recht om de zaak waarop het vruchtgebruik betrekking heeft te gebruiken en er het genot van te hebben.
Geen wonder dat kinderen groot of klein de kriebels krijgen bij het idee dat die woning zal worden verkocht. Toch betekent het niet dat zij daarom hun veto kunnen stellen tegen de verkoop. Ouders mogen zelf beslissen over hun eigendommen. Wil je dus je huis of appartement verkopen, doe gerust!
In een vruchtgebruik-testament kan je bijvoorbeeld vastleggen dat jouw kinderen eigenaar worden van hun deel van de erfenis (bijvoorbeeld het huis), maar jouw partner met wie je samenwoont het mag blijven gebruiken. Op die manier kan je voorkomen dat jouw partner ineens het huis uit moet.
Het vruchtgebruik neemt automatisch en van rechtswege een einde ('uitdoven' genaamd) ofwel bij het overlijden van de vruchtgebruiker, in geval van een natuurlijk persoon, ofwel bij het verstrijken van de vooraf vastgelegde termijn (maximum 30 jaar).
Wordt het vruchtgebruik niet afgegeven, dan heeft de langstlevende formeel geen rechten. Door de langstlevende bij testament te benoemen tot executeur, is dit probleem opgelost en kan de langstlevende aan zichzelf het vruchtgebruik afgeven zonder afhankelijk te zijn van de kinderen.
De woning in een erfenis kan alleen verkocht worden als alle erfgenamen meewerken. Als er één erfgenaam weigert dan kan je die dwingen. Dat kan via de kantonrechter of zelf met een brief. Kijk wel uit met je termijn van levering.
Het vruchtgebruik erven betekent dat je het recht krijgt om te genieten van bepaalde goederen. Zoals de naam het al zegt: je strijkt de vruchten op. Erf je bv. een huis, dan betekent het vruchtgebruik erven dat je levenslang in de woning mag blijven wonen of de woning mag verhuren en de huurinkomsten mag innen.