Een dubbelpolige of tweepolige schakelaar beschikt over vier aansluitklemmen (1, 2, L1, L2). De werking is gelijk aan twee parallelle enkelpolige schakelaars die mechanisch gekoppeld zijn.
Het verschil tussen een enkelpolige schakelaar en een dubbelpolige schakelaar is dat op een enkelpolige schakelaar een fasedraad en schakeldraad worden aangesloten en op een dubbelpolige schakeldraad wordt naast een fasedraad en schakeldraad ook nog een nuldraad aangesloten.
In vochtige ruimtes is de kans op lekstroom groter dan in droge ruimtes. Een tweepolige schakelaar zorgt ervoor dat het risico op eventuele lekstromen wordt uitgesloten. Gebruik bij voorkeur in vochtige ruimtes een tweepolige schakelaar. Zo maak je je woning weer een stukje veiliger.
Deze toepassing komt niet veel voor in de elektrotechniek maar in principe is dit perfect mogelijk. Bij het gebruik van een dubbelpolige schakelaar als enkelpolige schakelaar dient u de toekomende bruine of zwarte draad op de L1 klem aan te sluiten, de vertrekkende draad die naar de lamp gaat plaatst u op klem 1.
Begin altijd bij de eerste schakelaar. Koppel de blauwe draad van de schakelaar en de blauwe draad die naar de lamp loopt aan elkaar. Vervolgens bevestig jij de resterende kabels aan de schroeven. De bruine fasedraad of zwarte schakeldraad koppel je aan het schroefje waar 'L1' boven staat.
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
Een dubbele wisselschakelaar, ook wel wissel wisselschakelaar genoemd, bestaat uit twee wisselschakelaars in één behuizing. De schakelaar heeft zes aansluitklemmen en twee schakelknoppen.
Met een serieschakelaar kun je vanaf één plek twee lampen of lampgroepen bedienen en met een dubbele wisselschakelaar kun je vanaf drie plekken twee lampen of twee lampgroepen bedienen.
Een dubbelpolige schakelaar wordt vaak gebruikt in vochtige ruimtes of bij elektrische toestellen met een vermogen groter dan 500 watt zoals elektrische kachels, warmwatertoestellen, (boilers), badkamerkachels en warmtelampen.
Fasedraad
De toekomende bruine draad is de 'fasedraad'. Deze sluit je aan waar de schakelaar L1 aangeeft. Is er in jouw geval geen bruin draad aanwezig maar wel een zwart draad (schakeldraad)?
De (bruine) fasedraad wordt gemonteerd op de gemerkte aansluitklem van de eerste wisselschakelaar (A); de (blauwe) nuldraad loopt rechtstreeks naar lamp. Van de lamp gaat een (zwarte) schakeldraad (lampedraad) naar de tweede wisselschakelaar (B) en wordt daar vastgezet op de gemerkte klem.
Bevestig aan één van de contactpunten de stroom-aanvoerende bruine fasedraad (L) en aan het andere contactpunt de stroom-afvoerende blauwe nuldraad (N). Bevestig de geel/groene aardedraad aan de aardklem in het midden.
Een enkelpolige schakelaar heeft twee aansluitklemmen en één schakelknop terwijl een wisselschakelaar drie aansluitklemmen en één schakelknop heeft. Door gebruik te maken van twee aansluitklemmen van een wisselschakelaar, kan een wisselschakelaar ook als enkelpolige schakelaar gebruikt worden.
Waar de schakelaar moet komen ziet u bij nieuwbouw een gat in de, meestal afgewerkte, muur waar twee draden uitsteken, een bruine draad (fasedraad of stroomvoerende draad) en een zwarte draad (schakel draad). De twee draden vormen een kring of cirkel met de lamp, het lichtpunt.
Vroeger werd vaak schakelmateriaal met de kleurcode RAL 1013 toegepast. Echter momenteel zien we een verschuiving en kiest men steeds vaker voor witter schakelmateriaal met de kleurcode RAL 9010 of RAL 9016.
De wisselschakelaar heeft drie aansluitingen, waarbij de bruine draad op de vaak met de letter L of P gemerkte aansluiting komt. In plaats van een letter kan ook een bruine of rode kleur als markering gebruikt zijn.
Als je meerdere lampen wilt bedienen vanuit één stroompunt, heb je een serieschakelaar nodig. Hiermee kun je twee lampen tegelijkertijd of los van elkaar aan- en uitzetten. Het is hierbij belangrijk dat het wattage van je lampen gelijk aan elkaar is zodat de spanning gelijk verdeeld wordt over je verlichting.
Neem de 3G1.5 kabel. Dat is de voedingskabel die komt van het verdeelbord of van de andere schakelaar. Sluit de fase kabel (de bruine draad van de kabel die zorgt voor de stroom) aan op de 'L' van de eerste wisselschakelaar.
De verplichting voor een dubbelpolige schakelaar in de badkamer is sinds enkele jaren echter ook bij indienststellings-of gelijkvormigheidsonderzoek niet meer verplicht. Deze verplichting bestond inderdaad aanvankelijk wel.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
De schakeldraad is zwart, deze wordt gebruikt om stroom vanaf een wandschakelaar naar het armatuur (de lamp). Sluit de zwarte draad aan op de bruine draad aan.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.