Bij een hartinfarct stopt de toevoer van bloed naar een deel van het hart. Het hart kan zijn werk dan minder goed doen. Het deel van het hart dat achter de verstopping ligt krijgt geen zuurstof meer en raakt beschadigd. Een hartinfarct wordt ook wel hartaanval genoemd.
De eerste weken na een hartinfarct kun je je kwetsbaar voelen. Het lichaam moet zich nog herstellen van het infarct en de behandelingen. Je kunt vermoeid, soms lusteloos en onzeker zijn. Meestal lukt het niet om meteen het oude leven op te pakken.
Stil infarct
Op het hartfilmpje (ECG) ziet de arts dat je in het verleden een infarct hebt gehad.
Als de hartspier flink beschadigd is door een infarct, kan de pompfunctie op den duur onvoldoende zijn. Dit wordt hartfalen genoemd. Hierdoor ontstaan klachten als vermoeidheid en kortademigheid. Mensen moeten in zo'n geval vaak levenslang medicijnen innemen en een aangepast leven leiden.
NORRIS e.a. (1969) geven de sterfte 3 jaar na hartinfarct op als 23% voor het eerste infarct, 48% voor het tweede infarct en 62% voor drie of meer infarcten.
'Tien tot vijftien procent van de patiënten met een hartinfarct krijgt binnen een jaar te maken met een tweede infarct', vertelt hij. 'Soms niet eens in het hart, maar ook in de hersenen.
Bij een hartinfarct, ook wel hartaanval genoemd, is er een verstopping in de kransslagader van het hart. Daardoor stroomt er geen bloed meer naar een deel van de hartspier. Het hart krijgt te weinig zuurstof. Een deel van de hartspier beschadigt en sterft af.
een licht gevoel in het hoofd. pijn in de nek. gevoel dat het hart heel snel of heel hard klopt. pijn in de rechterschouder of rechterarm.
Een stresscardiomyopathie of takotsubo cardiomyopathie kan ontstaan na hevige stress. De klachten lijken op een hartinfarct. Mogelijk zorgen stresshormonen voor een soort tijdelijke verlamming van een deel van de hartspier. Hierdoor trekt deze minder goed samen.
Ondanks alle medicatie lopen hartpatiënten een grote kans op herhaling en zelfs op overlijden. 'Een eerste hartinfarct zou wel eens anders kunnen ontstaan dan een tweede' licht Folkert Asselbergs toe. Sommige leefstijlfactoren blijken bij gezonde mensen anders te wegen dan bij zieke mensen.
Het belangrijkste is goed naar u lichaam te luisteren (vermoeidheid, klachten); pas eventueel uw activiteiten of tempo hierop aan. U mag voelen dat u bij inspanning wat dieper gaat ademen, maar u mag niet buiten adem raken of benauwd worden.
Bij een hartinfarct is het belangrijk om de afgesloten kransslagader zo snel mogelijk open te krijgen. Dit is nodig om de schade aan het hart te beperken en klachten te verlichten. De behandeling hangt af van hoe ernstig de situatie is. Meestal is dit een dotter- en stentbehandeling.
Een stil infarct is een hartinfarct dat helemaal niet is herkend. Het is vaker een kleiner infarct. De klachten kunnen dan minder duidelijk zijn. Iemand denkt niet aan hartklachten of vindt de klachten niet ernstig genoeg om naar de dokter te gaan.
Bij een acuut hartinfarct voelt u een heftige drukkende pijn op de borst, die kan uitstralen naar de kaken, armen en/of de rug en meer dan een half uur kan aanhouden. De pijn gaat meestal samen met zweten, misselijkheid en een gevoel van ziekte en angst.
Signalen. De meest voorkomende klacht bij een hartinfarct is een aanhoudende drukkende pijn op de borst, die kan uitstralen naar de bovenarmen, kaken, rug en maagstreek. Je kunt hierbij ook zweten, braken of erg misselijk zijn.
Signalen hartinfarct
De meest voorkomende klacht bij een hartinfarct is een beklemmende of drukkende pijn midden op de borst. Deze pijn kan uitstralen naar bovenarmen, hals, kaak, rug en maagstreek. Je voelt je beroerd en de pijn kan samengaan met zweten, misselijkheid of braken.
Triggerpoints in deze spier kunnen symptomen geven die lijken op een hartaanval. Triggerpoints in deze spier kunnen een diepe pijn in de schouder, arm en borst geven. Vaak ook in rust en tijdens de ademhaling. Triggerpoints in deze spier kunnen dat beklemmende gevoel op de borst geven.
Wat zijn de symptomen van een hartinfarct? De meest voorkomende klacht bij een hartinfarct is een beklemmende of drukkende pijn midden op de borst. Deze pijn kan uitstralen naar bovenarmen, hals, kaak, rug en maagstreek. De pijn kan samengaan met zweten, misselijkheid of braken.
Door de extra ruimte in de verwijde vaten pompt het hart bij iedere slag minder bloed rond dan normaal. Ook heeft het bloed door het zweten minder volume.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Hartrevalidatie is een programma van 6 tot 12 weken. Het vindt plaats in het ziekenhuis of revalidatiecentrum. Je krijgt eerst een intakegesprek, meestal zo'n 2 tot 4 weken na thuiskomst. Hierin overleg je welk programma goed aansluit en wat het beste tijdstip is om te beginnen.
Overlevingskans. Nu overleeft 10 tot 20% van de slachtoffers. Door reanimatie en inzet van een AED kan dit percentage omhoog. Bij snel gebruik van het apparaat, dat elektrische schokken geeft om het hart weer goed te laten pompen, is de overlevingskans tussen de 50 en 70 procent.
Na een hartoperatie mag u de eerste 6 weken niet autorijden en niet fietsen. De reden hiervoor is uw borstwond. Wanneer u een ongeluk krijgt, of met de fiets komt te vallen is uw borstkast niet sterk genoeg om uw hart en longen goed te beschermen.
Waarom wordt het hart niet beter? Kapotte hartspiercellen herstellen niet. In een beschadigd hart moeten de resterende hartcellen extra hard werken om de boel draaiende te houden. Zo raken ze overbelast, en op den duur óók beschadigd.