Werkwijze van omkeren door middel van steken.
Geef richting. Zoek de slippende koppeling op, en kom in beweging. Zodra je rolt stuur je helemaal naar links (Let goed op het verkeer van zowel links als rechts). Op het moment dat je de stoeprand ziet (over de rechterkant van de motorkap) stuur je twéé slagen naar rechts.
Uitvoering van het straatje keren
Schakel in de 1ste versnelling. Laat de koppeling rustig opkomen, geef een weinig gas, zodat de auto in beweging komt. Stuur vlot geheel naar links, zodra de auto in beweging komt en rijd rustig door.
Alleen kun je niet slagen of zakken. Wel kun je wennen aan de examensituatie. Je krijgt handige tips van de examinator, waar je iets aan hebt voor het examen. En je kunt vrijstelling verdienen voor de bijzondere verrichtingen op het examen.
Voor een tussentijdse toets kun je niet slagen of zakken zoals op het rijexamen. Wél kun je vrijstelling verdienen voor de bijzondere verrichtingen in het rijexamen dat volgt op de toets. Dat is een mooi voordeel voor het afrijden.
Om veilig in te voegen, is het belangrijk dat u even hard rijdt als het andere verkeer op de snelweg. Gebruik de invoegstrook daarom om op snelheid te komen, zodat u er makkelijk tussen kunt komen. Rijdt u te langzaam, dan moeten andere weggebruikers op de rem trappen.
In beginsel moet een verkeersdeelnemer, voordat een bijzondere manoeuvre wordt verricht, al het verkeer voor laten gaan. Voor het naderende verkeer geldt ook dat hinderlijk of gevaarlijk gedrag is verboden.
Op grond van artikel 54 RVV zijn het links afslaan en van rijstrook wisselen om in te halen bijzondere manoeuvres. De bestuurder die een bijzondere manoeuvre uitvoert, moet het overige verkeer voor laten gaan.
De 6 bijzondere verrichtingen zijn: Recht achteruitrijden, bochtje achteruitrijden, omkeren door middel van steken, omkeren door middel van een halve draai, hellingproef en fileparkeren.
Wat moet je doen als je niet kunt invoegen? Op het einde van de invoegstrook stoppen, en wachten totdat je ertussen kan. NIET over de vluchtstrook doorrijden.
Invoegen is een bijzondere verrichting. Dat betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders op de doorgaande rijbaan. Toch vinden we het heel normaal dat auto's even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken voor de invoeger. Dit is een gunst, geen plicht!
Zorg voordat je gaat invoegen dat je even hard rijdt of iets harder dan de bestuurders op de snelweg. Het liefs maximum snelheid waar het mogelijk is! Geef pas richting aan als je kunt opschuiven (dus nadat je volledig gekeken hebt!) Je mag geen richting aangeven indien er iemand met hogere snelheid aankomt rijden.
Antwoord van Jos. U vraagt of het technisch kwaad kan om éérst de koppeling in te trappen en pas daarna te gaan remmen. Voor motor, koppeling of remmen is dat technisch géén probleem maar niet zoals we het bij onze rijopleiding geleerd hebben. Een rijschoolhouder meldt daarover het volgende.
Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof. Bovendien kan het gevaarlijk zijn. Niet doen dus!
Autorijden is erg intensief voor je enkels, armen, nek en schouders. De eerste paar lessen zal je dan ook veel spierpijn hebben. Dit is volkomen normaal. Maar als je halverwege de rijles je enkels bijna niet meer kan bewegen, dan zit je niet lekker achter het stuur en gaat dit invloed hebben op de rest van de les.
De hellingproef
En tot slot, de gevreesde hellingproef! Dit is één van, zo niet dé moeilijkste bijzondere verrichting die er is. Gelukkig heb je hem daarom ook al meerdere malen geoefend tijdens je rijlessen. Blijf rustig en raak niet in paniek dan moet alles helemaal goedkomen.
Van de 28 inzichtvragen moet je er 25 goed hebben. Je mag in dit onderdeel dus maximaal drie vragen fout beantwoorden. Bij gevaarherkenning krijg je 25 vragen waarvan je er 13 of meer goed moet hebben. Hier mag je dus maximaal twaalf fouten maken.
Misleidend slagingspercentage
Leerlingen die voor een TTT kiezen hebben namelijk een slagingspercentage van 57 procent, terwijl het slagingspercentage zonder TTT slechts rond de 43 procent ligt. Dit is vrij logisch, want de leerlingen met een TTT hebben min of meer al een keer examen gedaan.
Een goede voorbereiding is het halve werk, ook voor het rijexamen. Dan zijn de zenuwen meestal wat minder. Het kan helpen als je eerst een tussentijdse toets doet. Dan raak je al een beetje gewend aan de examensituatie.