De longeerhulp is een hulpteugel die gemaakt is om het paard te kunnen gymnastiseren zonder singel . Het aanbrengen: Leg het longeertouw over de schoft.Doe de beide uiteinden tussen de voorbenen links en rechts naar het bit.
Hoe bevestig ik de longe? Paarden die nog weinig mond hebben longeer je met de aanleuning van een cirkel. Je bevestigt de longe als volgt: haal hem door de binnen-bit ring, tussen de wang van het paard en de neusriem door en maak hem weer aan zichzelf vast.
Het eerste wat je nodig hebt om je paard of pony te longeren zijn een halster en een longeerlijn. Je kunt echter met verschillende optomingen longeren. Een handig hulpmiddel tijdens het longeren met een hoofdstel is een bitstukje.
Longeren met het (bijzet)touwtje
Het verhoogt de controle die je hebt over het paard. Het is de bedoeling dat het paard op een zodanige manier gelongeerd wordt dat het plezier houdt in zijn werk en met je meedenkt en werkt. Geef het paard een klontje. Het paard komt op deze manier ongedwongen al in een lagere lijn.
Met longeren kan jij jouw paard mooi in verbinding en balans leren lopen. Door te longeren zie jij je paard van een afstand tijdens het trainen, waardoor je goed kan zien wat jouw paard nog nodig heeft om in balans te komen en welke spieren hij goed gebruikt.
De meeste mensen gebruiken een bijzet omdat ze willen dat hun paard beter over de rug gaat lopen of het paard de rug meer gaat ontspannen. Of omdat ze willen dat het achterbeen beter onder de massa komt. Sommige mensen zeggen dat longeren zonder bijzet een beetje beweging geven is, en geen trainen.
Het doel van het longeren is het paard op beide zijdes te gymnastiseren. Het paard wordt gevraagd in de juiste lengtebuiging te lopen, waarbij het zijn binnenachterbeen onder de massa plaatst en door het stretchen van de buitenkant van zijn lijf zijn rug loslaat en voorwaarts neerwaarts gaat lopen.
De simpelste manier van longeren is aan het halster. Als je je paard bijvoorbeeld een dagje vrij wilt geven maar toch (gecontroleerd) wilt laten bewegen is dit een leuke optie. Veel paarden vinden het longeren ook leuk omdat ze toch wat vrijer zijn in hun bewegingen dan onder het zadel.
Longeer nooit te lang, begin bijvoorbeeld met 10 minuten per keer en bouw het op naar 20-30 minuten per keer, afhankelijk van je paard. Longeer je paard ook niet dagelijks, meestal is 1 tot 2 keer per week voldoende. Een goede warming-up en cooling down is ook bij het longeren belangrijk.
De longeerlijn is meestal een meter of tien lang. Je kan hem krijgen in een nylonuitvoering, maar ook van katoen of webband, dat is een soort linnen. Aan het uiteinde zit een haakje dat je aan de bitring of de kaptoom kan bevestigen.
Bij de betere kaptoom zonder metaal is de neusriem van dubbel gestikt leer. Hierdoor zijn de ringen op de neusriem goed beschermd voor de gevoelige paardenneus en niet voelbaar voor het paard op de gevoelige paardenneus.
Een heel goede vuistregel is dat je het paard twee keer in de week een duidelijke trainingsprikkel geeft en dat compenseert met hersteltraining, een keer longeren of een dagje in de wei.
Het jonge paard
Om het paard te laten wennen aan training en een ruiter op zijn rug is het belangrijk in het begin 4 tot 6 keer per week korte trainingen van ongeveer 20 minuten te houden. Dit betekent vaak trainen met een lage intensiteit.
Nmi is de pessoa een nuttig hulpmiddel voor paarden die anders moeilijk de rug loslaten en/of het hoofd hoog blijven dragen. Vooral met Friezen die toch wat de neiging hebben de nek erop te zetten en de rug weg te drukken vind ik het ideaal.
Bij het longeren is het aan te raden om een kaptoom te gebruiken om zo de mond te sparen en deze sensibel te houden. Het paard moet leren om op een circel te lopen en in de lengte te buigen. Bij het stelling vragen wordt via de middelste ring ingewerkt op het neusbeen en dus niet op de lagen in de mond.
Longeren wordt door mensen vaak gezien als simpel je paard rondjes laten lopen. Toch heeft longeren echter vele redenen voor zowel mens als paard namelijk: gymnastiseren van het paard. spieren van het paard opbouwen.
Teugel en bevestiging
De Pessoateugel bestaat uit twee onderdelen: Een touw dat boven op de rug met een musketonhaak aan de longeersingel vastgemaakt wordt en achter de achterbenen gaat. (Het stuk dat achter de benen langs gaat is elastiek met daar omheen een bontje)
Je kunt het paard in eigen tempo beleren. Al doe je er bij wijze van spreken een jaar over voordat je voor het eerst gaat draven, dan moet jij dat zelf weten. Stuur je jouw paard naar een professional, dan is het paard twee of drie maanden weg en komt beleerd terug.
Spieren zijn opgebouwd uit eiwitten. Om spieren te laten ontwikkelen moet je voldoende eiwitten aanbieden via de voeding van jouw paard. Als het dieet van je paard onvoldoende eiwitten bevat, of wanneer het paard de calorieën van een vetrijk dieet niet kan gebruiken kan je dit aanvullen met een supplement.
Als je wilt longeren met een hulpteugel heb je naast de hulpteugel ook een longeersingel en longeerpad nodig. De longeersingel heb je nodig om de hulpteugel aan te bevestigen. De longeerpad leg je onder de longeersingel als bescherming net zoals je een zadeldekje onder het zadel legt.
Je kunt bijzetteugels vastmaken aan ringetjes op de longeersingel. Deze ringetjes zitten op verschillende hoogtes, het gebruik is afhankelijk van de bouw van je pony, de graad van africhting en het beoogde doel. De meeste bijzetteugels hebben rubberen ringen halverwege, of een ander rubberen tussenstuk.
De pessoateugel loopt dan via de achterhand, door de laagste ring, via de katrollen aan het bit naar de ringen onder de buik. In deze houding gaat het paard de rugspieren aanspannen en gebruiken, ook de spieren boven aan de schouder en de halsverbinding worden in deze houding gebruikt en getraind.