Ongeveer 140.000 jaar geleden schoven honderden meters dikke ijsmassa's vanuit Scandinavië op tot in het midden van ons land. In Noordoost Twente drukte de ijsmassa de bevroren grond soms wel 200 m omhoog. Daarna trok het ijs verder over deze stuwwallen heen.
Gemiddelde temperatuur
Gemiddeld lag de temperatuur in de Kleine IJstijd in ons land zo'n 1 tot 2 graden onder de temperaturen van tegenwoordig. In de Grote IJstijden lag de jaargemiddelde temperatuur in West-Europa rond minimaal 15 graden.
Als de hoek van de aardas klein is, krijgen de hogere breedtegraden minder warmte van de zon en daalt daar de temperatuur. 120.000 jaar geleden draaide de aarde in een lange baan rond de zon en maakte de aardas een kleine hoek. We zaten toen in een extreem koude ijstijd.
De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan. Daartussen waren kortere en warmere interglacialen aanwezig.
Een ijstijd is een lange periode van kou, soms zelfs extreme kou. Noord-Europa, en dus ook Nederland, heeft 3 ijstijden gekend. Zo'n periode kon heel lang duren. De laatste ijstijd duurde meer dan 100.000 jaar!
De gemiddelde wereldwijde temperatuur lag in de ijstijd rond de 8 graden Celsius. Dat is zo'n zes graden lager dan de gemiddelde wereldwijde temperatuur in de vorige eeuw lag.
De ijstijden duurden gemiddeld ongeveer 80.000 jaar glaciaal en interglacialen ongeveer 20.000 jaar. Maar ook tijdens een glaciaal was het zeker niet voortdurend zeer koud. Een korte periode in een ijstijd waarin het relatief koud was, wordt een stadiaal genoemd.
Nienke legt uit hoe dat werkt in een razendsnel lesje ijstijd! De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur.
Tijdens de ijstijden groeiden de noordelijke ijskappen ver naar het zuiden. Minstens twee keer werd Nederland bereikt. In die perioden was ons land onderdeel van het polaire gletsjerfront. Gletsjers worden gevormd uit sneeuw die het hele jaar blijft liggen.
Als al het ijs op aarde smolt, zouden de gevolgen niet te overzien zijn. De zwaarst getroffen gebieden zouden Noord-Amerika en Europa zijn, waar hele stukken van de continenten zouden verdwijnen. Maar voordat zoiets gebeurt, moet de aardbol veel warmer zijn dan hij nu is.
Ze droegen geen kleding, maar hun lichaam was sterk behaard en ze kenden al het gebruik van vuur. Tussen de ijstijden bestond onze omgeving uit kale vlaktes, er was dus geen hout beschikbaar om te stoken of om wapens van te maken.
De dierenwereld
In Nederland leefden verschillende dieren tijdens de ijstijd. Paarden, herten, wolven, vogels, vissen, hyena's, marmotten, sneeuwuilen en poolvossen. Maar ook mammoeten, wolharige neushoorns en sabeltandtijgers. Die zijn nu uitgestorven.
Het einde van de ijstijd, twintigduizend jaar geleden, werd ingeluid door een kleine verandering in de baan van de aarde waardoor het noordelijk halfrond meer zonneschijn kreeg. Grote delen van het Noordpoolijs smolten en er stroomde veel zoet water de Atlantische Oceaan in.
Onderzoekers ontdekten dat de temperatuur van de laatste ijstijd ongeveer 7,8 graden Celsius was, wat kouder is dan wetenschappers tot nu toe schatten.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
Het Weichselien komt na of ligt op het Eemien en wordt gevolgd door het Holoceen. Samen met het Eemien maakt het Weichselien deel uit van het Laat Pleistoceen. De wetenschappelijke term voor een koudere periode zoals het Weichselien is glaciaal, echter in de praktijk wordt vaak ook de term "ijstijd" gebruikt.
Waar lag Nederland op de wereldbol? Nederland lag vrijwel op de evenaar, aan de oostkant van het zich vormende Pangeacontinent, ongeveer ter hoogte van waar nu Congo ligt. Het schoof langzaam naar het noorden.
IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek. Maar er komt onherroepelijk een einde aan. Dan breekt een lange ijstijd aan en groeien de aardse ijskappen flink.
de Kwartaire ijstijd, het huidige ijstijdvak.
Zo stellen ze dat de Kleine IJstijd werd veroorzaakt door een uitzonderlijke grote uitstroom van zee-ijs dat in de jaren 1300 vanuit de Noordelijke IJszee naar de Noord-Atlantische Oceaan voer. En hierdoor koelde de wereld – op sommige plekken sterker dan op andere – af.
Na afloop van de laatste ijstijd was Nederland voornamelijk bedekt door zand dat was afgezet door gletsjers. In het noorden van het land kon men stuwwallen vinden. De vegetatie in Nederland was nog aangepast aan het koude klimaat en bestond vooral uit Steenbeek en andere planten die laag bij de grond groeiden.
Neanderthalers waren de mensen die in de ijstijd leefden. Ze leefden in Europa tijdens de laatste twee ijstijden: het Saalien en het Weichselien.
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km² groot en bevat 29 miljoen km³ ijs. Dat is 90% van al het bevroren zoet water op aarde. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km² in oppervlakte en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km³, 9 % van het bevroren zoetwater op aarde.
De Kleine IJstijd is de relatief koude periode die duurde van de vijftiende tot en met de negentiende eeuw. Gemiddeld lag de temperatuur in West-Europa zo'n 1 à 2 graden onder de waarden die na 2000 worden bereikt.