De spouw moet zo groot mogelijk zijn, minimaal 5 of nog beter 10 cm. Hoe hoger de kamer, hoe dikker de regels moeten zijn. Balkjes van 5 x 6 cm zijn meestal vol doende.
De minimale dikte van de muur
Vaak is dit echter meer dan 50 centimeter in nieuwbouwwoningen. De binnenmuur kan 19 centimeter of meer breed zijn, de spouw minimaal 8 centimeter en de buitenmuur is vaak 10 centimeter breed. In realiteit zijn deze afmetingen dus meestal groter.
Daarvoor moet je eerst nagaan wat voor soort muur er tussen jou en de buren zit. In veel jaren '30 woningen zijn de muren enkelsteens. In dit geval kun je de muur isoleren door een houten of lichtmetalen voorzetwand te plaatsen. Door deze te vullen met Rocksono Solid wordt de voorzetwand geluidsabsorberend.
Volgens de aloude traditie is de 'eerst bouwende' verplicht een scheidingsmuur te bouwen op de grens. In de traditionele bouwvoorschriften wordt een muur met een dikte van 30 cm voorgeschreven. Als 'eerste bouwer' mag je een nieuwe buurman niet beletten gebruik te maken van de gemeenschappelijke muur.
De minimale dikte van de woningscheidende wanden wordt bepaald door de benodigde geluidsisolatie en bedraagt 250 mm. De dikte van de eindwanden is ook afhankelijk van de belasting tijdens de bouwfase. Deze dikte varieert van 120 mm tot 180 mm. Voor de stabiliteit is wapening in de wanden meestal niet noodzakelijk.
Woningscheidende wanden dienen een massa van minimaal 5 kN/m2 te hebben om aan de geluidsisolatie eisen te kunnen voldoen. Uit tabel 1 blijkt dat hiervoor alleen de in het werk gestorte wanden en plaatwanden van beton in aanmerking komen.
De materialen die meestal in dragende muren gebruikt worden zijn: beton, cementblokken, keramische baksteen of thermokleisblokken. Al deze muren hebben doorgaans een grotere dikte dan die scheidingswanden in huizen. Gipswanden zijn meestal niet dragende en hebben vaak een dikte van ongeveer 10 cm.
Een scheidingswand maak je met blokken van 7 tot 10 cm dik. De blokken lijm je met een blokkenlijm aan elkaar. Je kunt gasbetonblokken op maat maken met een grofgetande blokkenzaag.
Meestal wordt bij metselwerk gebruik gemaakt van bakstenen in het Waalformaat. Dat is de welbekende baksteen van 21 x 10 x 5 centimeter. Het meeste metselwerk is halfsteens waarbij de stenen in de lengterichting op elkaar worden gemetseld en het eindresultaat een muur is van 10 cm dikte.
De volgende privé-muren zijn privé-eigendom (en dus niet mandelig):Om te beginnen spreken we van een privé-muur als er sprake is van een vrijstaande muur naast (dus niet op) de erfgrens. De wet bepaalt dat de eigenaar van de grond ook eigenaar wordt van de muur. We spreken dan van verticale natrekking.
Wanneer een scheidsmuur, hek of heg precies in de lengterichting op de grens tussen twee erven staat of voor het geval twee gebouwen, die aan verschillende eigenaars toebehoren, dezelfde scheidsmuur gemeen hebben is er sprake van een mandelige muur.
Je zou bijvoorbeeld plafonds kunnen verlagen, isolatieschuim gebruiken of voorzetwanden plaatsen. Maar je kunt dit ook al kleinschalig aanpakken: plak een stuk schuimrubber achter je schilderijen en spiegels en het geluid zal al veel minder weerkaatsen!
Want een steen is ongeveer twee keer zo lang (210 mm) dan dat hij breed (100 mm) is. Een spouwmuur bestaat meestal uit twee halfsteensmuren.
Dikte muren meten
Je kunt de dikte van de muren meten, dit kun je bijvoorbeeld doen bij de deuropening. De totale dikte van de muur kun je vervolgens onderverdelen in de dikte van de stenen en de eventuele spouw. Zo weet je niet alleen of je een spouw hebt, maar ook hoe breed de spouw ongeveer is.
De kleur van het boorstof verraadt uit welk materiaal de muur bestaat: Is het boorstof wit tot grijs en heel fijn? Dan heb je een betonmuur. Rood boorstof duidt onmiskenbaar op een bakstenen muur. Wit, zanderig boorstof zie je bij kalkzandsteen (ook wel gasbeton genoemd).
Elke betonnen of stenen muur kan onze kast dragen. Per element (die elk afzonderlijk worden opgehangen) kan de kast 35 kg dragen. Bij een muur die opgebouwd is uit gipsplaten en houten/stalen stijlen, moeten bijzondere maatregelen genomen worden en vaak is het niet mogelijk een kast aan een dergelijke wand te hangen.
Voorbeeld (traditioneel metselen): De gemiddelde dikte van een waalformaat is 50 mm. In veel projecten is sprake van 16 lagen per meter. Dit betekent een lagenmaat van 62,5 mm, met andere woorden een lintvoeg van 12,5 mm.
Als men afziet van een berekening dient, volgens CUR aanbeveling 71, de hoogte van het metselwerk tot de eerste horizontale dilataties beperkt te blijven tot 11 meter. Deze maat is gebaseerd op praktijkervaring en is slechts deels wetenschappelijk onderbouwd.
Dragende binnenmuren zijn te herkennen aan hun dikte (vanaf 14cm). Zij ondersteunen bovenliggende muren (op verdiepingen) of plafondwelfsels, dakconstructies,...) Openingen in deze muren worden gedragen door stalen of betonnen draagbalken.
al identieke wanddelen achter elkaar samen één wand vormen.
Een buitengevel is bijvoorbeeld meestal een dragende muur. De muur tussen de woonkamer en keuken is meestal ook een draagmuur. Een dichte wand tussen twee woningen is vaak een draagmuur.
Wil je bijvoorbeeld een deur in een draagmuur maken of in de buitenmuur, dan heb je ongetwijfeld een vergunning nodig! Voor niet-structurele werken heb je die vergunning niet altijd nodig.
Een draagmuur zonder gedegen onderzoek kan zelfs leiden tot instortingsgevaar. Voor het aanvragen van een vergunning is daarom een constructieberekening verplicht. Daaruit blijkt onder meer of men de draagmuur inderdaad veilig kan verwijderen en de nieuwe situatie voldoet aan de bouwnormen.