Wettelijk is het verboden om binnen 5 meter van een kruispunt langs de rijbaan te parkeren. Toch komt het voor dat gemeenten parkeervakken binnen 5 meter van een kruispunt aanleggen.
Eén meter afstand
De wet zegt namelijk dat je minstens één meter afstand moet laten tussen jouw auto en de auto's die voor en achter je geparkeerd staan. Parkeren in een kleinere plaats is dus niet toegelaten.
Bij kruispunten, een kruising of splitsing van wegen mag tot op een afstand van 5 meter niet geparkeerd worden, in de bocht van een doorgaande weg mag dit in beginsel wel. Op grond van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 is het echter een ieder verboden zich zo te gedragen dat een gevaar of hinder veroorzaakt kan worden.
Verder mag je niet parkeren: binnen 5 meter van een kruispunt. voor een inrit of een uitrit.
Langs parkeren
Voor parkeren langs de straat moet een strook van 1.80 a 2m breed worden gereserveerd; en per parkeerplaats 5,5m lengte voor de gemiddelde hedendaagse auto. Op de straathoeken zijn geen parkeerplaatsen gewenst o.a. in verband met ovezicht en oversteken.
Regels parkeren binnen de bebouwde kom
Wilt u parkeren binnen de bebouwde kom? Ook hier geldt weer: parkeren mag niet waar dit duidelijk staat aangegeven met een bord of paaltje. In de bebouwde kom mag u echter wel in de berm of op straat parkeren.
Op parkeerterreinen en bij parkeergarages bedraagt de basisbreedte ten minste 2,30 m en bij stallingsvoorzieningen ten minste 2,25m. Aanbevolen wordt voor garages geen breedte kleiner dan 2,35 m aan te houden.
Op welke afstand? In het verkeersreglement staat niets over de afstand. In principe mag je dus tot helemaal tegen de garage parkeren. Maar wanneer duidelijk is dat je het in- en uitrijden daardoor zal hinderen (b.v. in een smalle straat, of omdat de inrij zeer smal is), dan kan je maar beter enige afstand houden.
Er wordt bijvoorbeeld vaak op de stoep geparkeerd. Dit soort parkeergedrag valt onder 'hinderlijk parkeren'. Weggebruikers horen te weten dat je niet op een stoep of voor een uitrit mag parkeren. Hiervoor zijn dus geen extra maatregelen, zoals gele strepen, extra borden, paaltjes of witte kruizen nodig.
In ieder geval is contact opnemen met de politie een verregaande maatregel. Het is beter om zelf even de buren aan te spreken en te vragen om de auto te verzetten. Geef ook aan dat de in- en uitrit vaak wordt gebruikt en altijd vrij moet zijn.
Buiten de bebouwde kom mag je niet parkeren op de rijbaan van een voorrangsweg. Op andere wegen mag dit wel, tenzij anders aangegeven. Ook mag je in de berm parkeren. In al deze situaties mag je het verkeer niet hinderen.
Voor parkeergarages moet de parkeervakbreedte voor openbaar intensief gebruik ten minste 2,50 m bedragen, voor openbare parkeergarages ten minste 2,40 m en voor niet-openbare parkeergarages en stallinggarages voor (bewoners-)parkeerplaatsen ten minste 2,30 m. Voor parkeerterreinen gelden dezelfde uitgangspunten.
U mag uw voertuig niet parkeren voor een inrit of een uitrit. Houd altijd rekening met ander verkeer als je parkeert. Parkeer niet (half) op de stoep. Als je een parkeerplek verlaat, laat dan het overige verkeer voorgaan.
Stilstaan en parkeren zijn gedefinieerd in de regelgeving: Stilstaan doe je enkel wanneer je iemand laat in- of uitstappen of je auto in- of uitlaadt, of dat nu 1 minuut of 1 uur duurt. Parkeren doe je wanneer je langer stilstaat dan nodig voor het in- of uitstappen of in- of uitladen.
De persoon voor wiens eigendom je geparkeerd staat, kan aan de politie vragen om je voertuig weg te takelen. De politie is hiertoe niet verplicht. Normaal zal ze eerst proberen uit te zoeken wie de eigenaar is van het voertuig, zodat deze zijn of haar voertuig vrijwillig kan verplaatsen.
8 uur binnen de bebouwde kom:
Binnen de bebouwde kom is het verboden op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te laten parkeren.
Als u uw voertuig parkeert op een plek waar dat niet mag, krijgt u een bekeuring. Vaak wordt uw auto dan ook weggesleept. De bekeuring voor verkeerd parkeren van een voertuig kost € 100. Voor het onterecht parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats is de hoogte van de boete € 400.
Of u uw auto mag parkeren op een oprit, hangt af van de verkeerssituatie. Soms is een oprit onderdeel van de openbare weg, bijvoorbeeld als de oprit over een stoep loopt.De oprit wordt dan niet beschouwd als 'eigen terrein' en u mag uw auto daar niet parkeren.
Wat kunt u doen indien een voertuig dat zich op de openbare weg bevindt de toegang tot uw garage of oprit blokkeert? Aangezien het een overtreding is op de wegcode, zult u een beroep moeten doen op de politie opdat ze ter plaatse komt, de situatie opmeet en een proces-verbaal opstelt.
Een uitweg (ook wel inrit, uitrit en oprit genoemd) is een ingang of uitgang van een perceel voor motorvoertuigen om de openbare weg te bereiken, gelegen op gemeentegrond.
Voor het parkeren van een personenauto op een oprit, dient de oprit minimaal 2,50m breed te zijn. Deze breedte is nodig om ook voldoende ruimte te hebben om langs de personenauto te kunnen lopen en om de deur van de personenauto open te kunnen doen.
U kan altijd vragen dat de politie eens nazicht doet. Hoe lang mag een wagen geparkeerd staan op de openbare weg zonder te bewegen ? 27.5.1. Het is verboden op de openbare weg motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens langer dan vierentwintig uur na elkaar te laten parkeren.
De breedte van een oprit
De gemiddelde auto is 2,30 breed. Voor alleen een parkeerplaats zul je dus minimaal een oppervlakte van 2,5 bij 3 meter nodig hebben. Voor een goede oprit waar je langs je auto op kunt fietsen of lopen adviseren wij een minimale breedte van 3 meter.