Terwijl je aan het afrekenen bent met nutteloze ballast uit het verleden, kun je eens onderzoeken hoe je je leven wat spannender kunt maken. Door dingen te doen die je nooit eerder hebt gedaan ervaar je meer spontaniteit en avontuur. Bovendien vergroot je je comfort-zone. Doe dingen die je anders niet zo snel zou doen.
Avontuurlijk leven is een houding of mindset, iets wat je kiest of aanneemt. Het daagt ons uit onze grenzen te leren kennen, fysiek, cultureel, mentaal. Om kleine uitdagingen aan te gaan die niet makkelijk zijn. Daarvoor hoef je niet veel tijd of geld te hebben.
De formule voor avontuur is echt heel eenvoudig: 'Het onbekende' + moed = avontuur. Iemand met een avontuurlijke geest kan uit een vliegtuig springen, de eerste persoon zijn die zich vrijwillig aanbiedt om iemand te redden, of zelfs iemand mee uit vragen. Je neem zelf misschien niet snel risico's.
het avontuur zelfst. naamw. Uitspraak: [avɔnˈtyr] Verbuigingen: avon|turen (meerv.) onverwachte, spannende gebeurtenis Voorbeelden: `avonturen beleven`, `De avonturen van Alice in Wonderland.
Avontuur is vooral een mindset: een andere manier van reizen, leven en kijken, waarbij je jezelf bewust in nieuwe, uitdagende, soms onvoorspelbare situaties brengt, buiten je comfort zone. Dat kan een avontuur van een of enkele dagen zijn, maar ook iets groters. Alleen of met anderen.
1 – Avontuur is leren door ervaring, door te doen
Avontuurlijk leven is een werkwoord, en daarmee groei je. De groei zit hem vooral in de manier van leren: spelenderwijs, en met vallen en opstaan. Ervaringsgericht leren, dus. Dit geeft levenswijsheid die een boek onder de appelboom niet kan geven.
Avontuurlijk zijn is het tegenovergestelde van niet avontuurlijk zijn. De tegenstelling wordt binnen meerdere zinnen genoemd.
Tegenstelling. Signaalwoorden: maar, echter, toch, niettemin, desondanks, daarentegen, enerzijds, hoewel, ofschoon, integendeel.
Een tegenstelling is iets dat tegenover elkaar staat, dus bijvoorbeeld: dik-dun, licht-donker, zwart- wit, lang-kort, mooi-lelijk. Er zijn ook tegenstellingen in zinnen, tussen zinnen of bijvoorbeeld tussen alinea's. Meestal staan daar dan ook signaalwoorden voor tegenstellingen bij.
Signaalwoorden geven een signaal aan de lezer: 'Let op, er komt nu een nieuw onderwerp' bijvoorbeeld. Of een argument, een gevolg, een vergelijking, een voorbeeld, enzovoort. Signaalwoorden worden ook wel verbindingswoorden of structuuraanduiders genoemd.
De kernzin van een alinea is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. Vaak is de eerste zin van de alinea de kernzin, maar ook de tweede zin of de laatste zin van de alinea kan kernzin zijn. Een enkele keer staat de kernzin in het midden van de alinea.
eerst, dan, daarna, vervolgens, tenslotte, ook, niet alleen ... maar ook, verder, nog, daarnaast, zowel ... als ..., ten eerste ...
Het belangrijkste om te onthouden is dat signaalwoorden erg belangrijk zijn om een tekst begrijpelijk te maken. Waarschijnlijk gebruik je ze zelf al zonder dat je het doorhebt. Schrijf maar eens een korte tekst. De kans dat je daar signaalwoorden in gebruikt, is heel groot!
Hoe leer je signaalwoorden? Het eerste wat ik je kan vertellen is dat het stampen, stampen, stampen en herhalen, herhalen, herhalen is. Wat ik vaak doe is dat ik de woordenlijst erbij pak en de woorden een keer overschrijf op papier. Dit zorgt ervoor dat de woorden al in mijn hoofd komen.
Bij begrijpend lezen krijg je te maken met signaalwoorden. In het woord 'signaalwoord' zit 'signaal'. 'Signaal' is een ander woord voor 'sein' of 'teken'. Een signaalwoord geeft jou dus een teken; een sein.
Signaalwoorden van een oorzaak of gevolg zijn bijvoorbeeld: hierdoor. daardoor. doordat.
In het geval van een tegenstellend verband worden in een tekst tegenovergestelde dingen genoemd. Je herkent dit verband aan de signaalwoorden: tegenover, daarentegen, maar, hoewel, echter, toch, ofschoon, ondanks dat, aan de ene kant … aan de andere kant.
Een oorzaak vertelt waarom iets gebeurt. Een gevolg is wat er door die oorzaak gebeurt.
Iedere alinea heeft een kernzin. Die zin bevat de belangrijkste informatie en de rest van de alinea is daar een uitwerking van. Vaak staat de kernzin op de eerste plaats, soms op de tweede plaats en soms helemaal achteraan.
Voorbeeld kernzin achteraan
Op 20 december jl. heb ik een laptop bij u besteld. Dat is nu vijf maanden geleden en ik heb nog niets ontvangen. Ook reageert u niet op mijn telefoontjes en e-mails.
Een alinea is een tekstblok van bij elkaar horende zinnen. Een paragraaf is een groter tekstblok van bij elkaar horende alinea's. De alinea's worden in een brief door een witregel gescheiden. Dat hoofdstuk bestaat uit vijf paragrafen.
Er zit ook meer bloed in de vaten onder je wangen, van... Blozen = In tegenstelling tot wat er bij schrikken gebeurt, waarbij het bloed uit het gezicht wegtrekt, waardoor men een bleke kleur krijgt, is er bij blozen juist sprake van een opeenhoping van bloed.
Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Hij bestaat uit een combinatie van dingen die op het eerste gezicht niet kan, maar die, als je nog eens nadenkt, wel degelijk mogelijk is.
Bij het oxymoron (de klemtoon ligt op mo) gaat het om twee begrippen die op het eerste gezicht niet samen lijken te gaan, al worden ze wel zo gepresenteerd. Een bekend voorbeeld is 'Er viel een oorverdovende stilte. ' Dat is eigenlijk gek: oorverdovend hoort juist bij lawaai.