Gratis patroon honingraatsteek
1e naald (goede kant van het werk): 1 kantsteek, *2 rechte steken naar rechts kruisen (brei eerst de 2e steek rechts voor de 1e steek langs. Brei dan de 1e steek recht), 2 rechte steken naar links kruisen (brei eerst de 2e steken rechts achter de 1e steek om. Brei dan de 1e steek recht)*.
KETTINGSTEEK RAND
De kettingrand vormt een heel mooie zelfkant, met een perfecte rand voor het opnemen van steken of voor het omstikken van naden. Maar als je een onzichtbare naad wil is deze manier niet ideaal. Goede kant: haal de eerste steek recht af zonder te breien en brei de laatste steek van de rij recht.
De rand van je breiwerk kan er soms rommelig uitzien. Dat komt doordat de eerste en laatste steken maar aan één steek vastzitten. Omdat de kant er dus rommelig uit kan zien, leren we vaak om de eerste steek af te halen. Dan krijg je een nette zijkant en we wennen onszelf aan om altijd de eerste steek af te halen.
Zijkanten van een sjaal krullen om? Bij het breien van een sjaal in tricotsteek zullen de zijkanten vaak omkrullen. Om dit te voorkomen kun je de eerste 3 tot 5 steken van de naald recht breien op zowel de rechte als de averechte kant. Hoe breder de sjaal, dan 5 steken recht breien.
Bij deze kantsteek wordt de eerste steek van de naald altijd averecht afgehaald, en de laatste steek van elke naald wordt recht gebreid. (Een tweede manier om exact dezelfde kettingsteek te breien is om de eerste steek van de naald juist altijd récht af te halen, en de laatste steek van elke naald áverecht te breien.
Tricotsteek breien
Je breit tricot door rechte steken heen en averechte steken terug breien. Dus de ene naald brei je helemaal met rechte steken, dan keer je je breiwerk om en breit de hele naald averechte steken. Bij de averechte steek houd je de draad tussen het brei werk en jezelf.
De kant met platte, gebreide steken is de goede kant (of ook de gebreide kant). De goede kant voelt platter en gladder aan dan de verkeerde kant.
Met de boordsteek brei je afwisselend 1 steek recht en 1 steek averecht. Brei steeds dezelfde steken boven elkaar en er ontstaat een elastisch geheel. Dit is de meest gebruikte steek voor boorden aan een vest of trui. Er zijn verschillende variaties, zo kun je ook afwisselend 2 steken recht en 2 steken averecht breien.
Patentsteek wordt gebreid op dezelfde manier als een gewone rechte steek, alleen steek je de naald in de aangegeven steek in de toer eronder. De steek van de toer erboven ziet eruit als een draad aan de achterkant van je breiwerk. Onthoud dat je iedere toer begint met een rechte steek.
Ajour breien wordt ook wel 'gaatjes breien' of kantbreien genoemd. Zonder steken te laten vallen creëer je een patroon van gaatjes. Dit patroon kan uit allerlei vormen bestaan. Van eenvoudige verticale strepen tot een elegant bloemendetail.
Voor het maken van een halve patentsteek brei je één toer 1 recht 1 averecht en de volgende toer brei je 1 r. 1 afh. met overslag. Er is dus nog maar één toer waarin je steken afhaalt.
Waarom blocken? Blocken zorgt ervoor dat de steken in je breiwerk er veel mooier en gelijkmatiger uit gaan zien. Ook valt het breiwerk mooier nadat het is geblockt. Zeker wanneer de delen nog aan elkaar gezet moeten worden kan het opspannen wonderen doen voor de vorm.
Als je de lussen gaat afhalen in de teruggaande toer rek je de steken op. Hierdoor komt er spanning te staan op je haakwerk en kan het gaan krullen.
Na het opzetten van de steken wordt de eerste pen, of de eerste naald, gebreid. Hierna wordt beschreven hoe een rechtshandige breier kan breien.
Heengaande naald is rechts en teruggaande naald is links. Daar waar de zwarte puntjes staan maak je een lus. De eerste 2 naalden zijn lussen op een bruine achtergrond nadien brei je alleen in natuurkleur. De grootte van de lussen is verschillend, naargelang je in een heen- of teruggaande naald zit.
De patentsteek, ook wel buissteek genoemd, is een variatie op het boordpatroon. Het is een breisteek waarmee je een mooi dik en elastisch breiwerk krijgt die er aan de voor- en de achterkant hetzelfde uitziet. De patentsteek wordt bijvoorbeeld veel gebruikt voor sjaals en mutsen.
Voor een "Knopjesrand" haal je de eerste steek van de naald steeds recht af en brei je de laatste steek van iedere naald recht.
Je breit 1 'row', oftewel een rij. Deze term gebruik je als je iets heen en weer breit. 1 row is 1 naald leegbreien, dus iedere keer dat je de naald wisselt van hand heb je 1 row gebreid.
De patentsteek oftewel de brioche stitch is een mooie steek die gelijk een comfortabel en dik effect geeft aan je kol of sjaal, zeker als die gebreid wordt met een wat dikker garen. Deze steek geeft ook een heel mooi effect als je hem met twee kleuren breit.