Als het overdag vijf graden of meer gaat vriezen kunt u de entplek losjes omwikkelen met stro en dennentakken. U kunt er ook noppenfolie of een plastic (vuilnis)zak om binden, maar knip er dan voldoende luchtgaten in.
Bij een strenge winter kunnen de rozen bevriezen. Aard de struikroos aan door een heuveltje grond of compost om de voet van de struikroos te strooien (+- 10 cm hoog). Zo is de entplaats 's winters goed beschermd.
Stamrozen en vorst
Bij stamrozen zit het kwetsbare oculatiepunt aan het eind van de stam. Deze plek moet je beschermen tegen (strenge) vorst. Dit kan met speciale rozenzakken van zwart, geperforeerd plastic. Vul de ruimte tussen de takken op met stro.
Rozen houden van zon en ruimte.
Plant ze op een plek waar minimaal 5 tot 6 uur zon staat (of kies een soort die het ook in de halfschaduw doet) en waar niet eerder rozen hebben gestaan (rozenaaltjes!). Zet ze nooit dicht tegen een muur aan, daar is het te droog.
Je moet rozen in potten en kuipen daarom voldoende tegen de kou beschermen, bijvoorbeeld met loof, houtwol of bubbeltjesplastic. Je kan je rozen ook laten overwinteren in een vorstvrije, koele ruimte. Hoogstamrozen verdragen koude temperaturen beter en mogen buiten blijven.
Alle rozen die geoculeerd zijn gaan op die manier goed de winter in. Stamrozen hebben de oculatie bovenaan de stam. Bescherm die plek in strenge winters tegen vorst. Bind een bosje stro of hooi (dierenwinkel) met raffia rond de oculatie en dek dit af met kerstgroen.
Als u een roos nooit snoeit en gewoon laat groeien, krijgt u steeds meer lange takken en steeds minder bloemen, die ook nog alleen aan de verste uitlopers zitten. Snoeien is dus essentieel, als u straks een compacte struik vol bloemen wilt. Doe het bovendien niet veel later of vroeger dan nu.
Een rozenstruik snoeien kun je het best in de maand maart doen. Later rozen snoeien kan ook, maar dan bloeien ze later in het seizoen. Vroeger snoeien is niet verstandig, omdat ze dan gevoeliger worden voor ziektes zoals sterroetdauw en meeldauw. Ook kunnen de jonge scheuten, uitlopers, kapot vriezen bij nachtvorst.
Pas aangeplante rozen kunnen uitdrogen tijdens een droge, winderige herfst of winter. Je mag aannemen dat rozen bij extreem warm weer elke dag water nodig zullen hebben. In een warme periode zal je elke twee tot drie dagen moeten bewateren. En bij warm en droog weer zal je gemiddeld eenmaal per week water moeten geven.
Let er wel op dat je nooit snoeit als het vriest. Op dit moment voeg je ook best de bemesting toe bij de rozen. De uitgebloeide bloemen worden weggeknipt. Daardoor voorkom je zaadvorming.
Heesterrozen en Engelse rozen snoeien
Forse heesterrozen en Engelse rozen worden minder sterk gesnoeid. Snoei ook deze in maart. De eerste jaren niet snoeien, na drie jaar een derde van alle takken afknippen.
Het is belangrijk om de roos net boven een vijfblad (een uitloper met 5 blaadjes) af te knippen. Knip in ieder geval niet alleen de uitgebloeide bloem weg. In de herfst bescherm je de roos tegen de vorst door deze terug te knippen op kniehoogte, op steviger hout.
Na de bloei, in de zomer, verwijder je de uitgebloeide bloemen. Zo kan de plant nieuwe bloemen vormen. Rozen snoeien voor de winter is nodig om je plant “winterklaar” te maken. Kort de rozen in tot op kniehoogte, zo'n 50 cm van de grond.
Bemesten doe je twee keer per jaar, ergens in maart en honderd dagen daarna (juni). De rozen die alleen wat verjongings- en fatsoeneringssnoei nodig hebben (grofweg de klimmers, de heesterrozen en de historische rozen) geef je in september ook nog wat mest.
Als je niets anders zou doen dan elk jaar een oude dikke tak weghalen, kan de roos wel dertig jaar oud worden. Nog een reden om te snoeien is dat we de boel op die manier openhouden: als de wind erdoorheen kan waaien, krijgen schimmels als meeldauw minder kans.
Je rozen zullen het best groeien in een grond met een optimale pH of zuurtegraad (een pH tussen 6,5 en 7,5 is ideaal). Voldoende kalk in de bodem is dan ook een absolute vereiste. Zonder kalk hebben de wortels van rozen het moeilijk om voedingsstoffen uit de bodem op te nemen.
Voor het bemesten van rozen is paarden- of koeienmest geschikt. Deze mestsoorten, en dan voornamelijk paardenmest, zitten vol met stikstof, fosfor, kalium en magnesium. Strooi deze mestsoorten nooit rechtstreeks na productie bij je rozen. Paarden- of koeienmest moet namelijk eerst minimaal 18 maanden composteren.
Wat zijn doorbloeiende klimrozen. Dat zijn klimrozen, die vanaf begin juni tot ver in september, steeds nieuwe bloemen blijven produceren. De meeste doorbloeiende klimrozen groeien en bloeien het beste op een zonnige plek, in goed water doorlatende grond.
Direct zonlicht of de warmte van de verwarming, de zon of een kachel hebben geen goed effect op de rozen. De rozen kunnen hier heel slecht tegen. De rozen verdampen hierdoor meer vocht, terwijl ze dit heel hard nodig hebben. De rozen zullen hierdoor snel hun kop laten hangen en slap worden.
De reden waarom een schuin oppervlakte gunstig voor de steel is, is omdat dit de eenvoudigste “hoek” is om 'm nauwkeurig af te snijden. Daarbij ontstaat er met een goed scherp mes dan een mooi glad oppervlakte waar zich minder snel bacteriën en schimmels in nestelen.
Anthuriums kun je bijvoorbeeld gemakkelijk een dag zonder water laten staan, terwijl een roos na een tiental minuten al verslapt.
De beste tijd om rozen te verplaatsen of te verplanten is de maand oktober. Water geven doet u 's ochtends vroeg, voordat de tuin opgewarmd is. Vroeg water geven geeft minder kans op schimmelziektes omdat de roos zo goed kan opdrogen.
Zonodig neemt u een of twee takken bij de basis weg. Om de struik op maat te houden knipt u een derde van de andere takken af. Dit geldt ook voor oude rozen met een remonterende bloei ('Sweetheart'). Wilde rozen zoals Rosa glauca en Rosa rugosa snoeit u alleen om de struik te verjongen.
Wat zijn wilde scheuten bij rozen? Wilde scheuten zijn takken die uit de wilde onderstam groeien. De meeste rozen zijn geënt op een wilde onderstam, zoals dat ook bij bijvoorbeeld fruitbomen gebeurt. Daardoor kan het voorkomen dat er op deze onderstam zelf ook blad en bloemen beginnen te groeien.