Ook in de winter kan de citroenboom bloeien en vruchten blijven geven. Het is dan ook nodig om regelmatig of jaarlijks te snoeien voordat de groeiperiode begint (april). Dit zorgt voor kwalitatief betere bloemen en vruchten en bevordert de vorm van de citroenen.
Van de lente tot de herfst bemesten, met voeding voor citrussen of een andere meststof met veel stikstof; het zijn erg gulzige planten. Bemest een eerste keer in april en geef je boom daarna elke 6 weken vloeibare organische voeding voor terrasplanten of mediterrane planten, tot eind augustus.
Wanneer je zelf zaait, kan het namelijk wel zo'n 5 jaar duren voor er daadwerkelijk vruchten aan de boom komen.
Nu vraag je je wellicht af of de vruchten van de citrus die in Nederlandse tuinen groeien eetbaar zijn? Ja, deze kan je zeker consumeren, tenminste als je van zuur en bitter houdt. Door de geringe zonkracht in Nederland is de vrucht niet voldoende gerijpt zodat de smaak altijd bitter zal blijven.
De Citroenboom bloeit het hele jaar, de hoofdbloei vindt plaats in het voorjaar. Dan groeien er gelijktijdig bloemen en vruchten in diverse stadia aan dezelfde plant. De bloesem van de Citroenboom is wit en geeft een intens zoete geur af.
De Citrusboom kan in de zomer buiten worden neergezet, wel raden we aan om de plant in de winter binnen te plaatsen. De citrusboom kan namelijk geen vorst verdragen. Zorg wel dat de overgang van temperatuur niet te groot is, omdat de plant dit namelijk niet gewend is.
Met een Citroenboom in je tuin creër je direct een echt zomers sfeertje. De Citroenboom moet je in het Nederlandse klimaat wel in een pot of plantenbak plaatsen. Citroenbomen zijn namelijk erg gevoelig voor vorst en overwinteren graag in een beschutte en warmere omgeving.
De jonge blaadjes hebben een roodachtige tint die al snel groen wordt. De roomwit-roze bloesems geuren sterk en dat worden de vruchten, die eerst groen gekleurd zijn en vervolgens groeien tot ovale, gele of groene Citroenen.
Citroenen rijpen geleidelijk aan en bereiken hun zoetzuurheid in ongeveer 9 – 15 maanden. Als de Citroenen eenmaal volwassen zijn, kunnen ze een paar weken aan de boom blijven hangen, maar ze rijpen niet verder.
In het voorjaar kunnen de planten worden gesnoeid. Snoei ze net als appel- en perenbomen: eerst de rechtopstaande takken, dan de zijtakken (houd vijf tot zes ogen over). Snoei ook de takken weg waar het blad naar beneden groeit. Zorg voor een open boomvorm: de takken die naar binnen groeien, mogen ook weg.
Citroen is een citrusvrucht en familie van de sinaasappel. Er waren oorspronkelijk zo'n 12 soorten citrusvruchten, maar door kruisingen is dit aantal inmiddels sterk gegroeid. Citroenen komen van oorsprong uit de moessongebieden in Zuidoost-Azië, waar ze al meer dan 4000 jaar worden gekweekt.
Waarschijnlijk zijn de wortels aangetast door een teveel aan water in de grond of door een ziekteverwekker. Hierdoor kan de citrusboom minder water en stikstof uit de grond opnemen, waardoor de bladeren geel worden, slap gaan hangen, verdorren en uiteindelijk van de citrusboom af vallen.
Geef de planten, als ze eenmaal buiten staan, organische mest met relatief hoog stikstofgehalte bijvoorbeeld NPK 10-4-6. Een enkele keer tussendoor eventueel Peters mest NPK 20-20-20.
Wanneer de bodem veel zout of klei bevat, dan wordt de groei van de wortels van een citrusboom aanzienlijk geremd. Fijn zand, zoals zilverzand, is een goede keuze voor je eigen gemaakte citruspotgrond. Dit zand is grof genoeg om water door te laten, maar fijn genoeg om de wortels van voldoende stevigheid te voorzien.
Citroenen hebben ongeveer twee jaar nodig om door te groeien en dan veranderen ze vanzelf van groen naar geel.
De Citroenboom is zelfbestuivend, dat houdt in dat u maar 1 boom nodig heeft om vruchten te krijgen. In het Nederlandse klimaat krijgt de Citroenboom heerlijk geurende crème witte bloemen in het voorjaar, gevolgd door citroenen die het hele jaar door groeien.
Om de groei te stimuleren geef je de citrusboom het hele jaar door elke 14 dagen ongeveer 10 gram pure stikstof. FOSFOR - Een citroenboom of limoenboom van twee jaar oud heeft 10 gram pure fosfor per jaar nodig.
Geef je citroenplant elke 10 tot 14 dagen water. Geef de plant water terwijl je langzaam tot 20 telt. Stop als je merkt dat er water uit de bodem van de pot begint te komen; als je na 20 seconden nog steeds geen water uit de pot ziet komen, blijf dan nog 10 seconden tellen en water geven.
Zodra de nachtvorst verdwenen is, kan een citroenboompje buiten staan, liefst op een zonnig plekje zonder tocht en wind en met zijn voetjes in een voedselrijke en vochtige grond.
In de jaren '70 was deze plant enorm populair: de Citroenplant, die half Nederland voor het slaapkamerraam had staan om de muggen tegen te houden. De plant heeft 8 cm grote bladeren die naar Citroen ruiken.
Citrusplanten groeien van april tot september. Geef ze in die periode elke twee weken organische meststoffen. Bloedmeel zorgt voor groen blad en de ontwikkeling van de vruchten, beendermeel (stikstof) bevordert de groei. Voeg speciale citrusvoeding toe; deze is rijk aan ijzer en sporenelementen.
Veel citrusplanten, waaronder citroenen natuurlijk, hebben stekels. Strikt genomen zijn het doornen, omdat deze uitgroeisels uit de opperhuid van de plant groeien - in tegenstelling tot stekels, die alleen op de buitenste schil zitten en daarom gemakkelijk af te breken zijn.