Het opbinden van bramen en frambozen kun je tegen een schutting, muur of pergola doen. Ook kun je zelf een eenvoudige constructie maken waar je de scheuten op kunt binden. Gebruik hiervoor palen die je met een afstand van 3 meter van elkaar in de grond slaat.Vervolgens span je draden tussen deze palen.
De struiken stellen weinig eisen aan de grond, een plekje in de volle zon is wel gewenst. Plant de struiken van eind oktober tot april (als het niet vriest) en kort ze meteen in tot 30 cm boven de grond. Ze kunnen als aparte struiken gekweekt worden of in rijen tegen een hekwerk.
Als je die tweejarige stengels niet wegsnoeit, zullen de zijtakken zich elk jaar opnieuw vertakken en ontstaat er een enorme wirwar. Omdat de takken weinig licht krijgen, worden de vruchten ook kleiner. Houd je plant dus in model en snoei jaarlijks na de oogst alle vruchtstengels weg.
Frambozen houden namelijk van een lichtzure grond (Ph maximaal 6,5 maar liever wat lager), die ook nog humeus moet zijn, vochtvasthoudend (omdat ze oppervlakkig wortelt) maar ook goed vochtdoorlatend (omdat frambozen gevoelig zijn voor wortelrot). Te kalkrijke grond geeft ijzergebrek/chlorose en meer kans op ziekten.
Frambozen worden grofweg opgedeeld in twee grote groepen. De zomer- en de herfstframbozen. De naam slaat op het seizoen waarin ze van nature frambozen produceren. Zomerframbozen in de zomer (juni-juli), herfstframbozen vanaf de late zomer tot de diepe herfst (vanaf 15 augustus tot november).
Frambozen kun je in principe na de oogst snoeien maar het kan ook de hele rustperiode nog (in de winter dus). Frambozen dragen volgend jaar vrucht op het hout dat dit jaar is gevormd.
Frambozen doen het het best in een plekje in de zon of in lichte schaduw. De planten houden van lichte grond dus maak de grond goed los. Bij zware grond, zoals klei, helpt het om de grond met wat potgrond te vermengen. Zo krijgt de plant een betere start.
Frambozen kan u beter ook geen (of heel weinig) kalk geven. Frambozenplanten houden van lichtzure grond. Ook champost kan u beter NIET geven aan frambozen. KALKMINNENDE PLANTEN DIE VAN EXTRA KALK HOUDEN.
Over water geven
Je kunt direct water geven in het plantgat, of je doet dat na afloop, wanneer de plant al in de grond zit. Frambozen groeien vrij makkelijk en hebben geen specifieke eis wat het geven van water betreft. Check vooraf wel of de wortelkluit vochtig aanvoelt.
Bij bestaande frambozenbeplantingen kan de eerste bemesting het beste in het voorjaar plaatsvinden, om de vruchtvorming optimaal te ondersteunen. De tweede keer kan je kort na de oogst in de herfst bemesten, om de plant na de vruchtvorming weer van de ontbrekende voedingsstoffen te voorzien.
Taybessen zijn een kruising van bramen en frambozen. Bij slechte groei kunnen de vruchten abnormaal klein blijven.
De beste periodes voor het vermeerderen van frambozen is de herfst en de lente. Afleggers en bewortelde afleggers worden in de herfst van de moederplant afgestoken en geplant. Tijdens de winter kunnen ze dan al aan hun nieuwe standplaats wennen. Het snoeien wordt aanbevolen voor het volgende voorjaar.
Ze hebben een samentrekkende werking en zouden heilzaam zijn – vooral wanneer ze tijdens de bloei zijn geplukt – bij ooginfecties.
Wanneer je een frambozentuin wilt aanplanten is het wel een kwestie van een goede voorbereiding want de frambozen worden ongeveer 1 meter hoog en ongeveer 50 cm breed.
Kwekers telen frambozen vaak alleen maar voor erbij, en dan liefst buiten het seizoen, in mei en oktober, zodat de prijs hoog is. Terwijl de markt juist overspoeld zou moeten worden door frambozen, dan wordt de prijs vanzelf lager. Bovendien zijn frambozen ontzettend gezond, dus zouden ze juist gepromoot moeten worden.
De Himbo Top of Himbotop is een kwalitatief zeer goede framboos. De framboos heeft een felrode kleur en heeft een goede, zoete smaak. De vrucht is groot en stevig. Dit ras geeft snel en veel vruchten.
Plant de struikjes bij voorkeur in maart/april. Snijd de stengels na het planten terug tot op een lengte van 30 cm. Plant je meerdere struiken, houd dan een afstand van minstens 50 cm tussen de struiken en 1,5 meter tussen de rijen.
Plant 4 scheuten per meter in rijen. Tussen de rijen laat je 2m afstand. Na het planten snoei je de uitlopers terug tot op 30cm. Houd er bij het planten rekening mee dat frambozen oppervlakkig wortelen.
Wacht dan met het geven van rood fruit zoals aardbeien en frambozen totdat je kindje 1 jaar oud is. Deze vruchten kunnen allergische reacties veroorzaken.
Ze houdt van een lichtzure grond (Ph 6,0 tot 6,5). Frambozen wortelen oppervlakkig maar zijn ook gevoelig voor wortelrot. Om die reden moet het grondmengsel luchtig maar tegelijkertijd vochtvasthoudend zijn. De planten worden, afhankelijk van zomer- of herfstras 100 tot ruim 150 centimeter hoog.
Houd frambozen niet onder de kraan. De framboos stoot water af, maar van binnen nemen ze water op waardoor de frambozen waterig gaan smaken. Als je frambozen vies zijn, veeg ze dan met een kwastje of keukenpapiertje schoon en verwijder eventuele blaadjes of steeltjes. Frambozen hoeven niet gewassen te worden!
Hoe weet je of een framboos rijp is? Laat de framboos zeer makkelijk los, dan is hij rijp. U kunt het vruchtje met een draaiende beweging van de witte kern af halen. De framboos is een zeer gezond vruchtje, maar vooral ook érg lekker.
Het is echter wel belangrijk dat na het planten van de frambozen geen strenge vorst, grote hitte of droogte volgen. Het planten in het najaar geschiedt vaak vanwege het vermeerderen van de frambozen. Hierbij worden uitlopers afgenomen of uitgegraven en op een nieuwe standplaats geplant.
Een frambozenstruik levert in totaal 2+3+3 (dan een bordje met hulp erbij zetten) en dan nog eens +3 = 11 frambozen op. Dit betekent dat verkoop van frambozen van 1 struik netto 468+92-220=340 op kan leveren.