Huisvredebreuk is het binnengaan van een woning, besloten ruimte (zoals een winkel) of erf van een ander zonder dat daarvoor toestemming is gegeven. Volgens de Hoge Raad is er sprake van “binnendringen” als dit tegen de wil van de eigenaar gebeurt. Wederrechtelijk betekent zonder toestemming en rechtvaardiging.
Huisvredebreuk is in Nederland een misdrijf dat strafbaar is gesteld in het Wetboek van Strafrecht (Sr) onder artikel 138 en valt in een specifieke categorie misdrijven tezamen met lokaalvredebreuk ten aanzien van een lokaal bestemd voor de openbare dienst (art. 139 Sr) en sinds 1993 computervredebreuk (art. 138ab Sr).
In de praktijk vraagt de politie die iemand eruit moet zetten vaak aan de rechthebbende of die alsnog tweemaal wil vorderen. Soms is dit wettelijk helemaal niet meer nodig, maar vanwege het bewijs wel slimmer. Gaat die persoon niet weg, dan treedt de politie op als getuige. Een beter bewijs is vaak niet te krijgen.
Dus tegen de wil van de eigenaar of gebruiker. Bijvoorbeeld een weggestuurde bezoeker die weigert om weg te gaan. De bezoeker maakt zich dan schuldig aan lokaalvredebreuk. Lokalen zijn andere gebouwen, locaties en ruimtes dan woningen (dat is huisvredebreuk).
Binnen het strafrecht komen de volgende strafbare feiten voor: inbraak, insluiping en huisvredebreuk. Hierbij kan er ook sprake zijn van diefstal. Ook kan er moedwillig schade aan het pand worden toegebracht.
Goed om te weten. Verdachten van huisvredebreuk kunnen niet in voorlopige hechtenis voor dit feit genomen worden. De rechthebbende van de woning moet naar de verdachte kenbaar hebben gemaakt dat hij weg moet gaan. Daarnaast moet duidelijk zijn dat een verdachte wederrechtelijk in de woning verblijft.
Het plegen van erfvredebreuk (artikel 138 Wetboek van Strafrecht) is een misdrijf. De verdachte overtreedt dit artikel indien hij een besloten erf, dat bij een ander in gebruik is, wederrechtelijk binnendringt of weigert te verlaten.
Van een 'besloten erf' in de zin van art. 138 Sr is sprake indien het kenbaar van de omgeving is afgescheiden ; het behoeft niet volledig afgesloten te zijn .
Men moet twee keer vorderen als je bijvoorbeeld een gast op bezoek hebt die daar niet wederrechtelijk vertoeft. Echter sommige gasten misdragen zich weleens en dan zal hem duidelijk gemaakt moeten worden dat hij daar niet meer welkom is. Dit kan dmv mondeling vorderen en/of schriftelijk de toegang ontzeggen.
Dit is dus ongewenst gedrag en kan reden zijn om een gast toegang te weigeren. Heb je een detectiepoort of laat je gasten fouilleren voordat ze naar binnen mogen en willen gasten niet meewerken, dan mag je ze weigeren.
Een verhuurder mag niet zonder toestemming van de huurder de woning van de huurder betreden. Dit is alleen anders in het geval van een heel dringende noodzaak. Dit betekent dat de verhuurder ook niet zomaar de sloten mag veranderen. Daarnaast is het voor de verhuurder heel moeilijk om inspecties af te dwingen.
Inklimming wordt genoemd: Het binnenkomen over muren, deuren, daken of om het even welke andere afsluiting, in huizen, gebouwen, binnenplaatsen, neerhoven, bouwwerken van welke aard ook, tuinen, parken, besloten erven; Het binnenkomen door een ondergrondse opening die niet gemaakt is om tot toegang te dienen.
Een inbraak valt onder gekwalificeerde diefstal, omdat er naast de diefstal (wegnemen van het eigendom van een ander) tevens sprake is van het betreden van een niet-openbare ruimte. De straffen voor gekwalificeerde diefstal zijn hoger dan voor eenvoudige diefstal.
MEDEPLEGEN: er is tussen de medeplegers een bewuste samenwerking en een gezamenlijke uitvoering. MEDEPLICHTIGHEID: de ene dader is ten opzichte van de andere ondergeschikt en hij is zich niet bewust van nalatigheid of een strafbaar feit.
Of er sprake is van voor de nachtrust bestemde tijd moet worden verstaan, zal steeds afhangen van de plaatselijke omstandigheden. Het is niet van belang of de bewoner van de woning zelf op dat moment pleegt te slapen. In het algemeen wordt wel de tijd tussen 22:00 uur en 07:00 uur aangehouden.
Een inbraak is het breken van bijvoorbeeld een slot, waardoor u uzelf toegang verschaft tot een gebouw. Dat is inbraak. Ook zonder 'braak' kunt u toegang krijgen tot een gebouw. Dit kan bijvoorbeeld via een regenpijp en een open raam een pand binnen te gaan.
Strafbare bedreigingen
Artikel 285 Sr. geeft een limitatieve opsomming van de strafbare bedreigingen: Bedreiging met openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen of goederen, Bedreiging met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen.
Als u als eigenaar van het perceel niet wilt dat anderen zich op uw grond begeven, dan moet u het terrein afsluiten met een hek, heg of andere erfafscheiding. Dan is duidelijk dat de grond uw eigendom is en dat u er niet van gediend bent als onbevoegden zich zomaar op uw grond begeven.
worden nog een aantal specifieke strafbare feiten genoemd, die niet voldoen aan het eerste criterium, maar waarvoor wel voorlopige hechtenis is toegelaten. Het gaat om de volgende feiten: verspreiden opruiend geschrift (132 Sr) bedreiging (285 lid 1 Sr)
Volgens de wet, artikel 300 Wetboek van Strafrecht (Sr), wordt mishandeling gestraft met een gevangenisstraf van maximaal 3 jaar of een geldboete van de 4e categorie.
Volgens art. 461 Sr is iemand die zich op verboden terrein bevindt alleen strafbaar als dat hem of haar op 'blijkbare wijze' is verboden. Dat hoeft niet met een bord. Het verbieden kan ook met gebaren of een hoog hek.
Bij huisvredebreuk geldt de verdachte uitsluitend, wanneer hij wordt betrapt op heterdaad, kan worden aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Is er geen sprake van heterdaad dan is dit niet mogelijk en kan een verdachten enkel worden verzocht om naar het bureau te komen voor een verhoor.
Bij een woninginbraak is men uw woning binnengekomen door middel van braak. Meestal het forceren van een deur of raam. Bij een insluiping is men, de naam zegt het al, stiekem naar binnen geslopen. Inbraak is bijna bij iedere inboedelverzekering gedekt, maar insluiping vaak niet.