Wetenschappelijk onderzoek is pas echt betrouwbaar als het meerdere malen herhaald is, het liefst door verschillende, onafhankelijke onderzoeksgroepen. Maar wel altijd met zo sterk mogelijk vergelijkbare methoden.
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe consistent een methode iets meet. Hierbij is het van belang dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceert of repliceert).
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Wetenschappelijk onderzoek dient objectief van aard te zijn en dient te repliceren zijn. In totaal zijn er acht eigenschappen welke onderzoek wetenschappelijk maken: doelgerichtheid, striktheid, testbaarheid, repliceerbaarheid, precisie en betrouwbaarheid, objectiviteit, generaliseerbaarheid en de mate van eenvoud.
Wetenschappelijk onderzoek vergroot onze kennis en het begrip van de wereld om ons heen en het maakt inzichtelijk waarom bepaalde verschijnselen of problemen zich voordoen.
Een promotietraject bestaat uit het doen van origineel wetenschappelijk onderzoek onder begeleiding van een hoogleraar en duurt over het algemeen vier jaar. Zo'n 400 promovendi verdedigen elk jaar hun proefschrift aan de Universiteit Leiden, verdeeld over alle disciplines die de universiteit rijk is.
Betrouwbaarheid heeft betrekking op de mate waarin een meting in je scriptie vrij is van fouten, op consistente wijze iets meet, en daarmee herhaalbaar is. Je kunt voor een hoge betrouwbaarheid zorgen door willekeurige meetfouten (random errors) te voorkomen.
Met 4 à 5 metingen heb je een grove indicatie van de spreiding. Met 10 metingen heb je een redelijke waarde. Dit laatste is dus eigenlijk het minimum dat je nodig hebt voor een betrouwbaar resultaat.
Wanneer je de steekproef en het onderzoek goed hebt uitgevoerd, mag je de resultaten en conclusies betrekken op de gehele populatie. De resultaten en conclusies zijn dus generaliseerbaar voor de hele populatie.
Betrouwbaar (precies, reproduceerbaar) zijn waarnemingen, die onder dezelfde omstandigheden herhaald, dezelfde uitkomst geven. Betrouwbare waarnemingen hebben geringe toevallige fouten.
Kwalitatief onderzoek Kwalitatieve data hebben vaak de vorm van woorden. Dit type onderzoek wordt gebruikt om concepten, gedachten of ervaringen te begrijpen. Met kwalitatief onderzoek kun je inzicht verkrijgen in onderwerpen waar nog weinig kennis over is.
Een onderzoek is herhaalbaar als een andere onderzoeker met hetzelfde onderzoek dezelfde resultaten kan bereiken. Het onderzoek moet dus op een ander tijdstip, met andere respondenten, andere omstandigheden en door een andere onderzoeker gedaan kunnen worden.
Een valide en betrouwbare enquête is een enquête die op consistente wijze heeft gemeten wat gemeten moest worden. Zo kunnen op basis hiervan ware conclusies worden getrokken en zullen bij een herhaling van het onderzoek dezelfde resultaten naar voren komen.
Bij een enquête kun je de validiteit kun je vergroten door gebruik te maken van bestaande wetenschappelijke vragenlijsten. Als je die niet tot je beschikking hebt dan kun je de validiteit van je onderzoek vergroten door bij het maken van je vragenlijst gebruik te maken van literatuur.
Betrouwbaarheid wordt in kwantitatief onderzoek veelal uitgedrukt in een betrouwbaarheidspercentage van 95% of 99%. Wil jij weten hoeveel respondenten je nodig hebt om deze mate van betrouwbaarheid te halen? Dan kun je gebruik maken van een steekproefcalculator, bijvoorbeeld via deze link.
Vaak wordt het 95% betrouwbaarheidsinterval gebruikt. Hiermee zeg je eigenlijk: stel ik zou mijn onderzoek 100 maal herhalen, dan verwacht ik dat de werkelijke waarde (parameter) minstens 95 keer binnen het (voor ieder onderzoek apart opgestelde) 95% betrouwbaarheidsinterval ligt.
In kwantitatief onderzoek ligt zowel bij het verzamelen als bij de analyse de nadruk op kwantificatie van data. Bij kwalitatief onderzoek is dat niet het geval. De nadruk ligt daar niet op meten en op het verzamelen van getallen, maar op woorden. Het is subjectiever en interpretatiever.
Als je onderzoeksresultaten niet valide zijn en je de validiteit dus niet kunt bewijzen, dan geef je dit aan in de beperkingen in je discussie. Er is dan sprake van systematische fouten (research bias) in je studie.
Medisch-wetenschappelijk onderzoek is erg kostbaar. De kosten voor het hele proces – van ontdekking in het laboratorium tot het kunnen voorschrijven als nieuwe behandeling – kunnen wel 1 miljard euro bedragen. Trials worden op verschillende manieren gefinancierd.
In de wetenschap worden drie termen gebruikt om onderscheidt te maken in de verschillende benaderingen van onderzoek: 'fundamenteel onderzoek', 'klinisch onderzoek' en 'translationeel onderzoek'. Hoewel er geen strikte grenzen zijn tussen deze categorieën, zijn er wel verschillen.
Wat is een PhD? Met PhD wordt gedoeld op iemand die gaat promoveren in een bepaald wetenschappelijk veld, zoals economie, geschiedenis of sociologie. Officieel is PhD niet een functiebenaming, maar een academische graad. De officiële functiebenaming is PhD-kandidaat, -onderzoeker of -student.
Wetenschappelijk onderzoek wordt in Nederland gefinancierd uit drie belangrijke geldstromen: vast geld van de overheid voor de universiteiten, geld van de overheid dat in competitie verdeeld wordt, en geld uit Europa en het bedrijfsleven.
Mede opzetten van onderzoekprogramma's, leiden van wetenschappelijke projecten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op een vakgebied met als doel het vermeerderen van wetenschappelijke kennis op het gehele vakgebied.