Zelf de inloopsnelheid berekenenDeel de totale hoeveelheid sondevoeding (aantal ml) dat u moet gaan gebruiken door het aantal uren waarin dat ingelopen moet zijn. NB. 1000 ml = 1 liter.
Berekenen inloopsnelheid van voedingspomp
Voorbeeld 1: Een cliënt krijgt 2 liter sondevoeding in 24 uur. Voorbeeld 2: Een cliënt krijgt gedurende de nacht van 22.00 uur tot 8.00 uur 1 liter sondevoeding. 1 liter = 1000 milliliter 1000 milliliter delen door 10 uur = 100 ml/uur.
Uw arts of diëtist adviseert de inloopsnelheid. Deze wordt berekend door de benodigde hoeveelheid sondevoeding te delen door het aantal uren waarin u voeding krijgt toegediend.
Voor de meeste waterachtige vloeistof geldt dat één ml gelijk is aan 20 druppels. Voor bloed of sondevoeding is het aantal druppels per milliliter 16 stuks.
Druppels. Een milliliter is niet veel vloeistof en is al lastig af te meten. Er is een kleinere eenheid die je gemakkelijker kunt af meten: druppels. Wij rekenen met 20 druppels per milliliter.
Aantal druppels per flesje
Een flesje van 10 milliliter bevat circa 200 druppels, terwijl een flesje van 30 milliliter drie keer zoveel druppels bevat, namelijk 600 druppels.
40 Meq KCl (1 Meq = 1 ml) en 400 Mg Euphyllin (200 mg / 10 ml).
Bij een transfusie (bloed of zout) is 1 milliliter meestal verdeeld over achttien druppels. In sommige gevallen is het anders, maar dan staat dat op de pomp zelf. De verpleegkundig rekenen formule voor een 'voedingspompdruppelsnelheid' per minuut is dan: (aantal ml x 20 druppels) delen door (aantal uur x 60 minuten).
Per bolus voeden betekent het toedienen van sondevoeding in porties, meestal via een spuit of trechter. ☞ Alvorens de voeding wordt toegediend, dient door middel van auscultatie te worden gecontroleerd of de sonde nog in situ is. ☞ Er wordt zo weinig mogelijk met de sonde gemanipuleerd.
Sondevoeding bevat naast vocht ook voedingsstoffen. Daarom levert 1 liter sondevoeding gemiddeld genomen slechts 800-850 ml water.Geconcentreerde sondevoedingen zelfs maar 700 ml. Aanvulling met extra water kan nodig zijn om de vochtbehoefte te dekken.
Druppelgestuurd infuus
Wanneer je dit infuus berekenen gaat, moet je in je achterhoofd houden dat er 20 druppels per milliliter uit het infuus komen. de druppelsnelheid zijn? daarom het infuus in op 21 druppels per minuut.
Onder gewone omstandigheden wordt gesteld dat een waterdruppel ca. 0,05 ml bevat.
Voor tweewaardige ionen is 1 mEq gelijk aan 1/1000 deel van het atoomgewicht (of de som van de atoomgewichten der elementen in het geval van een samengesteld ion zoals SO-‐) ge- deeld door 2; bv. 1 mEq Ca++ is 40 mg:2=20 mg Ca en 1 mEq SO," is 96 mg:2-48 mg SO4.
Wat is dat precies, een oplossing van 5%? Een oplossing van 5% wil zeggen: 5 gram stof in 100 ml en 5 gram is 5000 mg. Dus er gaat 5000 mg in 100 ml. Dan gaat er 50 mg in 1 ml.
In 1 ml zit 15 : 3 = 5 mg.
Injecteren
Bijvoorbeeld 10 mg/ 2ml. In 1 ml zit dus maar 5 mg.
2500 mg = 100 ml. 2500 / 100 = 25 mg = 1 ml.
Gebruik maximaal 20 druppels op 10 ml.
Pipet (voor 30ml flesje)
Sociale angststoornis De normaal aanbevolen dosering van dit middel is 10 mg (10 druppels) als eenmaal daagse dosis.
1 ML = 20 druppels
Dit geldt voor waterige stoffen. Geldt niet voor bloed.
Etherische oliën worden altijd uitgedrukt in het aantal milliliters dat in een flesjes zit. Elke milliliter bestaat uit twintig druppels. Op deze manier weet je hoeveel druppels olie je in een flesje basisolie kunt doen en hoeveel procent dit ongeveer is.
Maximaal 1% verdunning, dit betekent: maximaal 20 druppels op 100ml basisolie. Maximaal 0.5% verdunning, dit betekent: maximaal 10 druppels op 100ml basisolie. Bij actuele gevallen kunnen druppelsgewijs alleen de volgende oliën puur gebruikt worden: tea tree, lavendel en helicryse.