De verkoopprijs is opgebouwd uit de netto inkoop- of productieprijs + de kosten + de nettowinst + de btw. Om van een bepaald artikel de verkoopprijs te bepalen beginnen we dus bij de netto inkoopprijs van een product. De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw.
Winstmarge in de verkoopprijs berekenen: Winstmarge in de verkoopprijs = (verkoopprijs – inkoopprijs) / verkoopprijs.
Om de consumentenprijs te berekenen moeten we eerst bij de inkoopprijs van de winkel de brutowinstmarge optellen, we krijgen dan eerst de verkoopprijs. Hier bovenop komt nog de btw, wanneer we deze bij de verkoopprijs hebben opgeteld krijgen we de consumentenprijs, dit is de prijs die de consument betaald.
U berekent de kostprijs door de totale kosten per kostenplaats te delen door de normale bezetting.
In dat geval kan de kostprijs ook worden berekend met de formule k = C/N + V/W. In deze formule staan de variabelen voor de volgende betekenissen: 'k' is de kostprijs; 'C' zijn de constante kosten; 'N' is de normale productie; 'V' zijn de variabele kosten en 'W' is de werkelijke productie.
Bereken de totale variabele kosten, dus vermenigvuldig stap 1 met stap 3. Tel de totale variabele kosten (stap 4) en de vaste kosten (stap 2) bij elkaar op en je houdt de totale kosten per maand over. Deel de totale kosten (5) door het aantal producten (3). Nu weet je wat de kostprijs van jouw product moet zijn.
Een goede marge verschilt aanzienlijk per bedrijfstak, maar als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% als gemiddeld wordt beschouwd, een marge van 20% als hoog of goed en een marge van 5% als laag.
Wat is dan de verkoopprijs inclusief btw? De belasting komt bovenop de verkoopprijs exclusief btw. Als er 21% bij een prijs van € 100 op komt, wordt de prijs inclusief btw: 100 × 1,21= € 121,00. De bruto prijs is hier € 100 en de netto prijs € 121.
Voor sommige huizen is 2% overbieden al voldoende, bij andere huizen kan de prijs tot wel 20% boven de vraagprijs stijgen. Voordat je meegezogen wordt in een biedingen oorlog moet je het volgende weten: Sinds 2018 mag je niet meer lenen dan de waarde van een woning.
Een korting wordt namelijk ook altijd gegeven over de verkoopprijs. 10% korting bij een winstmarge van 30% geeft dan, eenvoudig te berekenen: 30% - 10% = 20% winst.
Bij de margeregeling berekent u de btw niet over uw omzet, maar over het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs van de goederen: de winstmarge. Verkoopt u met winst? Dan is uw winstmarge positief en moet u btw betalen. Verkoopt u met verlies, dan heeft u een negatieve winstmarge.
De marge van een product is het verschil tussen de inkoopprijs die je voor je producten betaalt en het bedrag waarvoor je deze verkoopt (de verkoopprijs).
De meeste ondernemers weten wel dat de hoeveelheid omzet niet zoveel zegt, de hoeveelheid winst is belangrijker. Maar je moet óók de cashflow goed in de gaten houden, zodat je altijd weet hoeveel geld er in je bedrijf zit en wat je financiële mogelijkheden zijn.
Als de inkoopprijs € 100 bedraagt en je hanteert een winstmarge van 30% van de verkoopprijs, moet de verkoopprijs € 142,90 zijn. (100 x 10/7). Als je nu 30% korting geeft, speel je quitte. Dit rekent niet alleen makkelijker, maar jouw marge is ook groter en leidt tot een hogere omzet.
Meubels en matrassen De winstmarges zijn 80% en meer. Koop ze alleen tijdens de uitverkoop of onderhandel. Zoek op internet, als je de fabricagenummers, weet naar lagere prijzen. Cosmetica De meeste cosmetica zijn gemaakt van olie en nog wat goedkope ingrediënten.
Bij leveringen aan de detailhandel moet je rekening houden met de marges die gebruikelijk zijn, dit is het verschil tussen de inkoop en verkoopprijs. De marges in de kleding detailhandel zijn gemiddeld tussen de 2.0 en 3.0.
Inslagpercentage = inslagbedrag : omzet x 100
Een voorbeeld: Een restaurant heeft een omzet gedraaid van € 160.000 exclusief btw. Het inslag bedrag is berekend op € 40.000.
Je maakt de calculatie door al de kosten bij elkaar op te tellen. Het eindresultaat van de calculatie is een totaalbedrag wat je vraagt aan de klant die door jou de opdracht uit wil laten voeren.
Bij de kostprijsplus methode wordt de hoogte van je prijs berekend door bovenop je productiekosten een bepaalde winstmarge te rekenen. Zolang je de zelfgemaakte kosten op de juiste manier berekent en je verwachtingen van de afzet gegrond zijn, werk je bij deze methode dus altijd met winst.
Het verkoopresultaat = afzet × (verkoopprijs – kostprijs).
De winstmarge is het geld dat wordt verdiend met een verkoop minus de directe kosten van een verkoop en de brutomarge is de winst uitgedrukt in een percentage van de omzet.