Vermenigvuldig het aantal producten x verkoopprijs. Voorbeeld: u verkoopt per dag 3 laptops in uw computerwinkel x € 700 = € 2.100 x 6 dagen = € 12.600 per week x 48 weken = € 604.800 omzet per jaar. En u verkoopt 2 tablets per dag x € 400 = € 800 x 6 dagen = € 4.800 x 48 weken = € 230.400.
Omzet = prijs x afzet
De prijs: het bedrag dat je voor je product of dienst vraagt. Dit kan ook uurloon zijn. Let op: de prijs omvat niet de 'belasting toegevoegde waarde' (btw of omzetbelasting). De afzet: de hoeveelheid producten of diensten die je hebt verkocht.
De omzet is het bedrag dat een bedrijf in een bepaalde periode op papier heeft verdiend met het verkopen van diensten en/of goederen. De omzet is opgebouwd uit twee componenten; de prijs (voor hoeveel geld je diensten of producten verkoopt) en de afzet (hoe vaak je die diensten of producten hebt verkocht).
De formule om omzet te berekenen, is eenvoudig: Omzet is het aantal verkochte eenheden maal de prijs per eenheid. Met die formule kan je weten hoeveel geld je bedrijf binnenbrengt met zijn kernactiviteiten.
Wat is omzet? De omzet van uw bedrijf is het totale bedrag aan inkomsten uit de verkoop van producten en diensten in een bepaalde periode. Dit wordt ook wel de bruto-omzet genoemd.
Omzet laat het totale bedrag zien dat een bedrijf verdient door verkoop van producten en diensten.Winst vertelt ons wat er uiteindelijk overblijft na aftrek van alle kosten. Dus zelfs als je een hoge omzet hebt, kan je bedrijf nog steeds verlies maken als de kosten hoger zijn dan de omzet.
De omzetcijfers kunt u terugvinden in de winst- en verliesrekening onder bedrijfsopbrengsten. Dit onderdeel van de jaarrekening geeft de inkomsten en uitgaven in het boekjaar weer. Onderaan het overzicht vindt u de behaalde winst of het verlies. De winst- en verliesrekening wordt ook wel de resultatenrekening genoemd.
De verkoopprijs is opgebouwd uit de netto inkoop- of productieprijs + de kosten + de nettowinst + de btw. Om van een bepaald artikel de verkoopprijs te bepalen beginnen we dus bij de netto inkoopprijs van een product. De netto inkoopprijs is de prijs exclusief btw.
Bruto-inkomen zzp
Je bruto-inkomen is je omzet (inkomsten min btw) min de bedrijfskosten. Dat zijn bijvoorbeeld kosten voor je laptop, diensten als je boekhoudpakket, je zakelijke rekening of (als je producten verkoopt) de inkoopkosten van die producten.
Je kunt de netto omzet berekenen door de prijs van producten of diensten te vermenigvuldigen met de afzet. Stel je voor dat een fabrikant van klokken 5.000 klokken verkoopt voor € 20 per stuk. De omzet is dan 5.000 × € 20 = € 100.000. De inkoopwaarde van de omzet zijn de kosten van het inkopen van de klokken.
Slechts 4% van de ondernemers lukt het om meer dan € 1 miljoen omzet te genereren. Dit is de eerste 'valley of death' zegt Verne Harnish. Slechts 0,4% haalt de € 10 miljoen omzet.
Berekening: Netto winst = omzet – directe kosten – bedrijfskosten – belastingen. Voorbeeld: Bij een omzet van €3000, directe kosten van €1000, bedrijfskosten van €1000 en belastingen, blijft netto winst over.
Alles wat jij als ondernemer hebt verkocht aan producten en/of diensten vormt samen de omzet. De omzet is dus het totaalbedrag dat is ontstaan uit zakelijke verkoop. Om dit totaalbedrag te berekenen vermenigvuldig je het aantal verkochte producten/diensten met de verkoopprijs.
Als je drie appels koopt, en ze kosten elk 30 cent, wat moet je dan betalen? Dat bereken je met de wiskundige formule 'p maal q', waarbij p staat voor de prijs en q voor het aantal – in het Engels quantity.
Omzet is het aantal verkochte producten (afzet) maal de verkoopprijs. De omzet kan over iedere bepaalde periode worden berekend. Afhankelijk van de branche waarin je actief bent, is omzet per maand, per week, per dag of zelfs per uur te berekenen. Omzet wordt altijd bepaald exclusief omzetbelasting.
Stel je hebt €750 betaald aan verkoopkosten. Dan haal je die €750 af van het bedrag dat je verdient hebt. Dat is dan €7.500 – €750 = €6.750. Het bedrag wat je overhoudt na de aftrek van de verkoopkosten heet je netto-omzet.
Als algemene vuistregel geldt dat een nettowinstmarge van 10% gemiddeld is, een marge van 20% of hoger goed is en een marge van 5% laag is. Soms verandert de marge als bijvoorbeeld de vaste kosten stijgen. Bereken de marge van jouw bedrijf regelmatig, zodat je zeker weet dat je financieel goed bezig bent.
Kostprijs + marge = verkoopprijs
Eén van de manieren om je productprijzen te berekenen is onderstaande berekening. Hierbij zet je je kosten onder elkaar en kun je zien welke prijs je product moet hebben zodat je er voldoende aan verdient. Al je verkopen bij elkaar zullen dus hoger moeten zijn dan je kosten.
Vermenigvuldig het aantal producten x verkoopprijs. Voorbeeld: u verkoopt per dag 3 laptops in uw computerwinkel x € 700 = € 2.100 x 6 dagen = € 12.600 per week x 48 weken = € 604.800 omzet per jaar. En u verkoopt 2 tablets per dag x € 400 = € 800 x 6 dagen = € 4.800 x 48 weken = € 230.400.
Formule. De omzet is opgebouwd uit twee componenten: de prijs en de afzet of verkochte hoeveelheid. De bijdrage van een bepaald artikel of product aan de omzet is de prijs ervan vermenigvuldigd met de afzet. De omzet van een onderneming is dus gelijk aan de opbrengsten van die onderneming uit verkoop.
De meeste zzp'ers praten vaak over omzetdoelen. Omzet is het totaal van de verkopen die je de afgelopen periode hebt gemaakt. Als ondernemer wil je natuurlijk zoveel mogelijk omzet draaien, het betekent dat je verkopen stijgen en er dus meer geld binnenkomt.
De formule om de IWO van de omzet te berekenen is: Inkoopwaarde van de omzet = afzet × inkoopprijs product (of een dienst)
Omzet wordt meestal gegenereerd middels de verkoop van goederen of diensten, maar er zijn ook andere bronnen van omzet zoals rente en dividend. Omzet is altijd exclusief btw, je moet de btw immers altijd afdragen aan de Belastingdienst. Btw wordt ook wel omzetbelasting genoemd.