Met de beeldgrootte en de voorwerpsgrootte kan de vergroting berekend worden met N=B/V. In dit geval: N=6/2= 3 De lenssterkte staat gelijk aan 1/brandpuntafstand. Met de lenzenformule mis ik een aantal informatie om brandpuntafstand te berekenen.
Lenssterkte is een grootheid die aangeeft hoe groot de convergerende of divergerende werking van een lens is. Symbool is de hoofdletter S, eenheid de dioptrie (Dpt). Lenssterkte wordt o.a. gebruikt om de sterkte van brillen en contactlenzen mee aan te duiden.
De dioptrie (symbool dpt) is een eenheid voor sterkte ("lichtbrekende kracht") van een lens of spiegel. Een dioptrie is gedefinieerd als 1 dpt = 1 m−1. De dioptrie kan worden beschouwd als een afgeleide eenheid van het SI-stelsel.
Meestal wordt met b en v de beeldafstand en de voorwerpsafstand bedoeld. Er geldt inderdaad. N=b/v.
Heb jij een camera met een sensor die kleiner is dan 35mm (fullframe), dan kun je de effectieve brandpuntsafstand berekenen door het getal op het objectief te vermenigvuldigen met de zogenaamde cropfactor.
De lenswet geeft het verband tussen de brandpuntsafstand (f), voorwerpsafstand (v) en beeldafstand (b) bij een scherp beeld. Naast een constructietekening kan dus ook de lenswet gebruikt worden om f,b,en v te bepalen.
5 dioptrie betekent een vergroting van 2,25x (werkafstand tussen object en lens ± 200mm) 8 dioptrie betekent een vergroting van 2,75x (werkafstand tussen object en lens ± 120mm) 12 dioptrie betekent een vergroting van 3x (werkafstand tussen object en lens ± 83mm)
Dioptrie verwijst naar de kromming van de lens. Naarmate de dioptrie toeneemt, wordt de lens dikker en wordt de kromming groter. Naarmate de kromming toeneemt, worden lichtstralen omgeleid om een groter deel van het netvlies van de kijker te vullen, waardoor het object er groter uitziet.
De afstand van het achterste hoofdpunt van de lens tot het filmvlak wanneer de lens is scherpgesteld op een object op een bepaalde afstand.
Als er licht door een lens schijnt dan kan de lens de lichtstraal bundelen of juist verspreiden. Bij een bolle lens wordt de lichtstraal gebundeld; deze lenzen worden convergent genoemd. Bij holle lenzen gebeurt het tegenovergestelde; de lichtbundel wordt dan juist verspreid.
Contactlenzen zorgen er namelijk voor dat licht anders en daarmee op de juiste manier het oog binnenvalt. Zo komt het weer recht op het netvlies en zie je scherp. Contactlenzen drijven op een laagje traanvocht en met de juiste sterkte en eventuele cilinder wordt de manier waarom licht je oog binnenkomt verandert.
Ja, in principe kan vrijwel iedereen contactlenzen dragen. Het maakt niet uit welke sterkte lenzen je nodig hebt. Door de huidige kennis van het oog en de beschikbare materialen worden de contactlenzen steeds beter. Dit geldt ook voor de aanpassingsmogelijkheden.
Het normale oog (zonder brekingsafwijking)
De brekingssterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrieën (zoals de sterkte van een vergrootglas). Hoe groter het aantal dioptrieën, hoe sterker de lens. De brekingssterkte van het hoornvlies is ongeveer 40-45 dioptrieën, die van de lens is ongeveer 20-22 dioptrieën.
De dioptriewaarde wordt aangeduid met een positieve (verziend) of negatieve waarde (bijziend). Contactlenzen beschikken doorgaans over een minimale sterkte van -20.00 en een maximale sterkte van +20.00.
Een patiënt met glazen van +6 ziet dus op het netvlies een beeld dat ongeveer 12% groter is dan het beeld van een persoon die niet brildragend is.
Het ene beeld is iets groter dan het andere beeld. Deze 2 beelden kunnen niet meer door de hersenen tot 1 beeld samengesmolten worden. Dit verschil in beeldgrootte wordt aniseikonie genoemd.
'Heb je een leesbril nodig, dan is er inderdaad een maximale sterkte van +3 dioptrie. Dioptrie betekent: de lichtbrekende kracht van een lens. De afstand van het oog tot datgene wat je leest is ongeveer 30 cm. Voor die afstand is de dioptrie nooit hoger dan +3.
SPH (sterkte)
- geeft aan dat u moeite hebt om voorwerpen van veraf te zien zonder bril. De sterkte kan heel laag zijn (bijvoorbeeld 0,25) of hoog (bijvoorbeeld 6.00). Hoe hoger de voorgeschreven sterkte, hoe dikker de glazen zullen worden.
Wanneer je een dioptrie hebt anders dan 0, dan heb je een afwijkend zicht. Deze afwijking kan per oog verschillen. De dioptrie geeft de sterkte van de glazen aan waarmee je op een bepaalde afstand voorwerpen kan zien. De dioptrie bepaalt de correctie die je brilglazen of lenzen moeten voorzien om scherp te kunnen zien.
Als lichtstralen evenwijdig aan de hoofdas op een lens vallen, dan kruisen ze elkaar in een punt dat we het brandpunt noemen (zie de onderstaande afbeelding). Het brandpunt duiden we aan met de letter F (van het Engelse woord 'focus'). Let op dat alleen deze evenwijdige lichtstralen in het brandpunt terecht komen.
De brandpuntsafstand is de afstand tussen het midden van je lens en het punt waar de invallende lichtstralen weer samenkomen nadat ze door de lens gebroken zijn. Het punt waar de lichtstralen samenkomen, is de sensor van je camera.
Je kunt minimaal apparaten noemen waar positieve lenzen worden gebruikt. Voorbeelden van apparaten zijn: fotocamera, filmcamera, beamer, verrekijker, telescoop, microscoop, brillen, contactlenzen, schijnwerpers en lasers.