Ik wil graag weten of de boekwinst die behaald wordt na verkoop van een bedrijfspand eerst verminderd wordt met de hypotheekschuld die er nog op rust. Dus verkoopbedrag minus lopende hypotheekschuld is opbrangst minus balanswaarde = boekwinst.
Boekwinst reserveren
Verkoopt u het bedrijfsmiddel boven of onder de boekwaarde, dan maakt u boekwinst of -verlies. Over de boekwinst moet u afrekenen met de fiscus, een boekverlies brengt u ten laste van de winst. Zonder af te rekenen.
Ontstaat door verkoop van bedrijfsmiddelen tegen een hoger bedrag dan de boekwaarde. Het is het verschil tussen de boekwaarde en de effectieve waarde van vervreemde afzonderlijke activa of het bedrag waarmede een schuld in feite wordt afgelost.
Je kunt de boekwaarde berekenen met een formule. Je neemt dan de aanschafwaarde minus de afschrijvingen en je vermenigvuldig dit met het aantal jaren. Vaak wordt de boekwaarde verwart met de restwaarde.
U mag de boekwinst op bedrijfsmiddelen opnemen in de herinvesteringsreserve. Voorwaarde is dat u op de balansdatum een voornemen hebt om te herinvesteren in een bedrijfsmiddel. En het moet gaan om bedrijfsmiddelen die u hebt 'vervreemd'. Daarvan is sprake als u een bedrijfsmiddel verkoopt.
Vervelend! Doordat er bij verkoop van een bedrijfsmiddel een boekwinst wordt behaald, zal de fiscus maximaal 25% vennootschapsbelasting of zelfs maximaal 52% inkomstenbelasting willen heffen, afhankelijk van de rechtsvorm van het bedrijf.
De boekwaarde van een bedrijf berekent u door de totale waarde van de vaste activa te nemen en hier de passiva vanaf te trekken. Bedrijf A heeft bijvoorbeeld €320 miljoen aan activa en €190 miljoen aan passiva. In dit geval is de boekwaarde van het bedrijf €130 miljoen (€320 miljoen − €190 miljoen).
Netto boekwaarde van een bedrijf
De nettoboekwaarde van de onderneming wordt weerspiegeld door de waarde van het eigen vermogen dat op haar balans staat, gelijk aan de aftrek van de activa minus de passiva hiervan.
De boekwaarde betekent letterlijk de waarde van een onderneming volgens haar boeken (rekeningen) die tot uitdrukking komt in haar jaarrekening. Theoretisch betekent de boekwaarde het totale bedrag dat een onderneming waard is als al haar activa worden verkocht en alle verplichtingen worden terugbetaald.
De desinvestering resulteert in een boekwinst: de opbrengst van de desinvestering is hoger dan de boekwaarde van het actief. De desinvestering resulteert in een boekverlies: de opbrengst van de desinvestering is lager dan de boekwaarde van het actief.
Je hoeft de restwaarde niet zozeer te berekenen. Dit is namelijk gewoon een schatting van wat de waarde van een bedrijfsmiddel aan het eind van de levensduur. Vaak doe je dit in overleg met de leverancier van het bedrijfsmiddel destijds. Je mag in dit geval uitgaan van de economische levensduur.
Afhankelijk of het een verlies is kies debet of credit voor de regel waarop grootboekrekening 9999 staat. In dit geval staat het resultaat credit, dus staat de regel met grootboekrekening 9999 debet. Als tegenrekening kan een eigen grootboekrekening worden geselecteerd.
De boekwaarde-eis houdt in dat de boekwaarde van het vervangende bedrijfsmiddel of de vervangende bedrijfsmiddelen na afboeking van de HIR niet lager mag zijn dan de boekwaarde van het verkochte bedrijfsmiddel.
Verkoop (im)materiële vaste activa
Verkoop je activa die niet tot de reguliere bedrijfsactiviteiten horen? Dan moet je deze omzet niet mee te rekenen. Denk aan de verkoop van machines, gebouwen, (fosfaat)rechten en goodwill. Dit geldt voor TVL aanvragen in 2020.
De boekwaarde is de waarde waartegen de activa en passiva op de balans zijn opgenomen. Voor de meeste balansposten is de boekwaarde ook de werkelijke waarde. Een banktegoed van 1000 euro is ook werkelijk 1000 euro waard. Maar soms kan de boekwaarde fors afwijken van de werkelijke waarde, zoals bij een gebouw.
Ligt de boekwaarde hoger dan de koers, dan kan dit erop wijzen dat het aandeel momenteel goedkoop gewaardeerd staat. Ligt de boekwaarde lager dan de koers, dan kan dit een indicatie zijn dat het aandeel momenteel vrij duur verhandeld wordt op de beurs.
Activa zijn bezittingen en passiva zijn de schulden van een onderneming. Hoeveel zakelijk geld jouw bedrijf volgens de balans heeft staat op de activazijde. Daarnaast is op de passivazijde te zien wie de eigenaar van dat geld is.
De boekhoudkundige waarde of boekwaarde van een bedrijf is de waarde van alle activa, na aftrek van de schulden. Anders uitgedrukt stemt de boekwaarde dus overeen met het eigen vermogen van een bedrijf.
Een fabrikant van koffie koopt voor €25 aan koffie in. Uiteindelijk verkoopt de fabrikant deze koffie voor €75 aan de supermarkt. De waarde die dan door de fabrikant is toegevoegd is: 75 – 25 = €50.
De boekwaarde (ook wel boekhoudkundige waarde genoemd) is de waarde die onder activa op de balans staat. Voor de boekwaarde gebruikt u de rekensom: aanschafwaarde – afschrijvingen. Let wel op dat de boekwaarde op de balans vaak in waarde afwijkt van de werkelijke waarde indien u verkoopt.
De afschrijving die elk jaar moet worden geboekt kan als volgt worden berekend: (aanschafwaarde – restwaarde) / afschrijvingstermijn. In dit voorbeeld bedraagt de afschrijving per jaar: (€ 30.000 – € 5.000) / 5 = € 5.000.
De meeste ondernemers schrijven hun auto of bestelbus in vijf jaar af. Dat is de maximale afschrijvingstermijn die de belastingdienst stelt. Het voertuig wordt in vijf gelijke stappen (dus 20 procent per jaar) afgeschreven.
Afschrijven gebeurt over de materiële vaste activa (met als uitzondering grond). Voorbeelden van vaste activa waarover we afschrijven zijn gebouwen, auto's en inventaris (zoals computers). Afschrijvingen worden gerekend als kosten en verminderen dus het eigen vermogen.