pH bereken je als volgt: pH = -log[H +]. [H +] is de concentratie H + ionen in een oplossing. Hoe hoger de concentratie, hoe meer H +ionen er in een oplossing zijn, dus hoe zuurder de oplossing is.
Eén sterk zuur in de oplossing
> Bereken de concentratie H3O+ in mol per liter: Aantal mol H3O+ gedeeld door Volume oplossing (in liter). > Bereken de pH als volgt: pH = - log ( [ H3O+ ] ).
De pH is een maat voor de zuurgraad (ook wel zuurtegraad) van een waterige oplossing. De pH van een neutrale waterige oplossing ligt bij kamertemperatuur rond de 7. Zure oplossingen hebben een pH lager dan 7, en dus een hoge zuurgraad. Basische oplossingen hebben een pH hoger dan 7 en dus een lage zuurgraad.
Aan de formule is te zien dat bij gelijke hoeveelheden zuur en base de hydroniumionen-concentratie gelijk is aan de Kz. En dus: pH = pKz.
Voorbeeld: 0,1 mol/L NaOH(aq) [OH-] = 0,1 mol/L pOH = -log 0,1 = 1 pH = 13.
Je kan ook de concentratie H+-ionen berekenen als je de pH weet. Je gebruikt dan de formule: [H+] =10 -pH. De vierkante haakjes, [ ], betekent dat je de concentratie in moet vullen van het ion. De pOH is precies het tegenovergestelde van de pH.
Met de pH, of zuurgraad, wordt aangegeven hoe zuur of basische een oplossing is. De pH loopt van 0, heel zuur, tot 14, heel basisch. Als de pH lager is dan 7 is een oplossing zuur, als de pH hoger is dan 7 is een oplossing basisch. Als een stof een pH heeft van 7,0 is de oplossing neutraal.
Bij een sterk zuur is het best gemakkelijk Bijvoorbeeld HCl -> H+ + CL- Al het opgeloste zuur laat zijn H+'jes los. Dus als je weet dat je 0,25M HCl hebt als oplossing doe je gewoon pH = -log[H+] pH = -log[0,25] = 0,6 Maar bij een zwak zuur zit dit net iets anders.
Dit is een zuurtegraad en staat voor pondus Hydrogenium. De schaal loopt op van pH 1 t/m 14 en geeft aan hoe zuur of alkalisch iets is.
Zuiver water wordt met een pH-waarde van 7 als neutraal beschreven, leidingwater heeft in de regel een pH-waarde tussen 7,0 en 8,5. Alkalische oplossingen hebben een pH-waarde van boven de 7.
Het is niets anders dan de afspraak: 'Water bestaat uit H+ protonen en OH- ionen. Bij zuiver water (neutraal), zijn er evenveel H+ als OH- ionen aanwezig. 'Wanneer er meer H+ protonen zijn dan spreken we van een "zuur". Een overwicht van OH- ionen noemen we een base.
De pH-waarde wordt aangegeven van 0 tot 14. De neutrale waarde voor de pH is 7. Een pH lager dan 7 noemt men zuur De neutrale zuurtegraad is dus 7. Een waarde boven pH 7 is dus basisch of alkalisch.
Water is pH-neutraal (pH 7), pH-neutraal betekent dat zuren en basen elkaar opheffen. Alles wat een lagere pH-waarde heeft dan 7 is zuur, alles wat een hogere pH-waarde heeft is basisch (alkalisch).
In het geval van NaCl, opgebouwd uit de ionen Na+ en Cl- heeft geen van beide ionen een zuur of basisch karakter. Het zout als geheel is dus een neutrale stof; beïnvloedt in oplossing niet de pH van die oplossing.
Er zal in de molecuulformule van een zuur altijd een proton voorkomen. Voorbeelden van zuren zijn HCl, H2SO4, HSO4-, HCOOH en H2O. Zoals je ziet kunnen zuren ook ionen zijn. Een base is een verbinding die een proton H+-ion op kan nemen.
In hoge concentraties, als de pH lager is dan 1 kunnen zuren schadelijk zijn. Een pH lager dan 4,5 is giftig voor verschillende (water)diertjes. Een pH lager dan 1,5 kan brandwonden veroorzaken (huid oplossen).
Bij een pH-waarde van minder dan 7 spreken we van een verzuurd lichaam. Is je pH-waarde hoger dan 7,0 dan spreken we van basisch. De neutrale pH-waarde van je bloed ligt tussen 7,35 en 7,45.
Zuiver kraanwater heeft een pH-waarde in de buurt van 7. Dat noemen we pH neutraal. Alkalisch water heeft een pH-waarde van meer dan 7.
Traditioneel gebruikt men lakmoespapier om te testen of een stof basisch is: een base in oplossing zal het papier blauw kleuren. Een modernere en nauwkeurigere manier is met een pH-meter.
De zure smaak van cola en ph waarde cola is laag
Heel zuur. Het heeft een pH waarde van ongeveer 2,7. pH is een maat voor de zuurgraad en heeft waarden van 0 tot 14.
Zuur is een bekende smaak. In de keuken komen veel verschillende zuren voor, als citroensap, azijn, tomatenpuree, bijna alle fruitsoorten, wijn. Basen of een basische smaak proef je minder vaak, het is de smaak van zeep. Chemisch gezien is dit een stof die zuur kan neutraliseren.
Het negatieve ion is altijd een base. Afhankelijk van de sterkte van deze zuren (positieve ionen) en basen (negatieve ionen), zal de oplossing van het zout in water neutraal, zuur of basisch (alkalisch) zijn. Zouten dissociëren bij oplossen in water. Het positieve ion is een zuur, het negatieve ion is een base.