Pauzeer je even met eten, leg dan je bestek kruiselings op je bord. Ben je klaar met een gerecht, leg soeplepels, theelepels en dessertlepels aan de rand van je bord of schotel. Laat ze nooit in de kom of kop staan. Duw je borden niet van je weg als je klaar bent, en begin ze ook niet op te stapelen.
Je schept de soep van je af, op de lepel. Vervolgens ga je met de lepel naar je mond en niet andersom. Ook belangrijk; de andere hand. Die rust met zijn pols op de rand van de tafel.
In de regel zeg je dat je soep 'eet'. Meestal nuttig je soep – al dan niet aan tafel – met behulp van een lepel uit een (diep) bord of een kop. Drinken wordt in de regel gebruikt als je een vloeistof tot je neemt uit iets wat je aan je mond zet (zoals een glas, een beker of een kopje).
De vorken liggen links van het bord en de messen rechts. De lepels liggen rechts van het mes. Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand. Dessertbestek ligt altijd boven het bord.
Speel niet met je bestek of eten
Ga niet met je eten lopen knoeien, houd het netjes op je bord. Plet ook geen aardappelen tot puree op je bord. Neem van alles een klein beetje en doe dat op je vork. Breng de vork of de lepel naar je mond en niet je mond naar je bord.
Het servet leg je links naast de vorken neer. Als je geen soep serveert, kun je het servet ook een plekje geven op het bord. Wees creatief: vouw het servet bijvoorbeeld in een waaier of rol hem in een servetring.
Je gebruikt uitsluitend je vork. Draai de spaghetti rond je vork en gebruik daarbij je bord als weerstand. Zo draai je een perfecte enkele hap spaghetti rond je vork, die je zonder lepel of mes kunt veroberen. Het is misschien even klungelen op het begin, zo je vork moeten ronddraaien in en met één hand.
Voor sneetjes brood bij ontbijt of lunch worden geen vorken ingezet, tenzij er iets warms op ligt dat eraf kan druipen: kroketten, gebakken eieren of iets dergelijks. Een simpele boterham met kaas of jam wordt met een mes in twee of vier stukken gesneden en vervolgens met de hand naar de mond gebracht.
Leg mes en vork als je klaar bent in de (tien over vier) positie, met het mes aan de buitenkant en de vork aan de binnenkant. Of leg het bestek naast elkaar in het midden van je bord, de vork met de tanden naar beneden, en het mes rechts, met de snijkant naar de vork toe.
Maar brood geldt als zo'n elementair voedingsmiddel dat het met de hand mag worden gegeten. Mensen mogen hun eigen brood aanraken. Voor sneetjes brood bij ontbijt of lunch worden geen vorken ingezet, tenzij er iets warms op ligt dat eraf kan druipen: kroketten, gebakken eieren of iets dergelijks.
Om niet verstrikt te raken in de plooien van de kraag hadden de mannen kort haar en moesten de vrouwen hun haren omhoog kammen. Ook voor het eten diende er een oplossing gevonden te worden: om de kraag niet vuil te maken kwam er een vork bij en deze werd links gelegd omdat er daar plaats was.
Pasta eet je alleen met een vork. Stop je vork in je spaghetti of tagliatelle en draai. Zelfs lasagne eet je alleen met een vork: gebruik de zijkant om de lasagne te 'snijden'. Pasta na het afgieten spoelen met koud water is echt not done: zo spoel je al het zetmeel weg.
Waarom mag je nou niet met je ellebogen op de tafel leunen? Volgens experts heeft dat te maken met de gewoonte dat mensen vroeger een bord deelde met hun buurman aan tafel. Als je met je elleboog op die tafel leunt, kan hij of zij er dus niet meer bij.
Pak het mes zó vast, dat je duim op het lemmet komt en alle andere vingers het heft omsluiten. Je wijsvinger komt hierbij vaak ook tegen het lemmet. Zo heb je veel controle over het mes. Als het goed is kan het mes niet uit je hand glijden en kan het niet plotseling wegdraaien, je duim houdt immers het blad recht.
Met uitzondering van die smeerlappen die met hun mond open eten, kunnen mensen weinig doen aan hun gesmak. De oplossing? Gewoon wachten met eten tot de smakker is uitgegeten en de stilte is wedergekeerd. Er zit niks anders op.
Je laat zien dat je klaar bent met eten door je mes en vork schuin op je bord te leggen. Ze liggen naast elkaar en wijzen naar linksboven, je vork ligt open en je mes met zijn snijkant naar de vork toe. Ben je nog niet uitgegeten, maar wil je heel even een pauze? Leg het bestek dan gekruist op je bord.
Rijst of pasta met saus, salades, aardappels, vlees, groente: allemaal met mes en vork. Zo wordt er ook in restaurants gedekt. Geen lepels dus. Mogelijk wordt in Indonesië of Suriname de lepel vaker ingezet bij rijstmaaltijden, maar in Nederland is dit geen gebruik.
Je hoort het wijnglas dus aan de steel vast te houden. ' Ook met het pinkje in de lucht een slokje nemen, wordt niet gewaardeerd: want dat betekent: 'ik wil chic doen, maar ik weet niet hoe het hoort. ' Ook andere glazen aantikken tijdens het proosten is uit den boze.
Geen parmezaan over pasta of risotto met zeevruchten
Pasta of risotto met schelpen of andere zeevruchten? Ook daar gooi je geen Parmigiano overheen. De sterke smaak van kaas overvleugelt de subtiele smaak van vis, dat is de reden.
spaghetti met vork en lepel eten.
Italianen rollen hun pasta op de vork tegen de rand van het bord en gebruiken dus geen lepel.
Bij de Italianen thuis bestaat het diner vaak uit een secondo, vlees of visgerecht met groenten en wat brood. Ze eten dus een lichtere maaltijd dan tijdens de lunch.
Volgens de etiquette moet het waterglas links staan, maar bij Table in a box verkiezen we rechts, vlakbij het bord. Naast het champagneglas, komende van links, volgt het rodewijnglas en dan het witte.
Waterglas: Het waterglas staat rechtsboven het bord. In de volgorde van de glazen staat het steeds het meest links. H. Wijnglazen: wijnglazen staan in een diagonale lijn naast het waterglas.
Je begint rechtsboven het bord en werkt in een schuine lijn naar beneden. Bovenaan het waterglas, dan het rode wijnglas en tenslotte het glas voor de witte wijn. Een handige truc is om het rode wijnglas recht boven het grootste mes te zetten en het kleine wijnglas boven het kleine mes.