Beter probeer je de taks in de eerste plaats gewoon te vermijden. Een van de mogelijkheden om dat te doen, is te investeren in een vakantieverblijf. Op dat soort verblijven is de belasting niet van toepassing, waardoor je al snel € 1000 per jaar minder betaalt.
Als je de woning voor de eerste keer vergeet aan te geven, is de fiscus mild en blijft de belastingverhoging beperkt tot 10 procent. Geef je je tweede verblijf meermaals niet aan, dan wordt er gewerkt met een progressieve verhoging. Een tweede woning moet je sowieso aangeven bij de fiscus, of je ze nu verhuurt of niet.
Wanneer u uw tweede verblijf verhuurt voor beroepsdoeleinden, betaalt u belastingen op het netto onroerend inkomen. Dat is de huur verminderd met een forfaitaire kostenaftrek. Die bedraagt 40 procent van de huurinkomsten, met een maximum van twee derde van het KI.
Uw 2e woning hoort bij uw box 3-vermogen. U betaalt belasting over uw vermogen volgens de regels die daarvoor gelden. Als u uw 2e woning verhuurt, hoeft u de inkomsten uit de verhuur niet op te geven.
Voor een tweede verblijf in België dat u enkel zelf gebruikt, volstaat het het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen in uw belastingaangifte op te nemen. U betaalt dan belastingen op het geïndexeerde kadastraal inkomen, verhoogd met 40 procent.
De Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen (SARiV) gaat akkoord met de voorliggende voorontwerpen van instemmingsdecreten. Het betreft dubbelbelastingverdragen tussen België en respectievelijk Denemarken, San Marino, Noorwegen, Oostenrijk, Finland, IJsland, Malta, de Tsjechische Republiek en Griekenland.
Bij de aankoop van een tweede woning hebt u recht op belastingvermindering indien het aan twee voorwaarden voldoet: u woont er zelf niet en u hebt er nooit gewoond als hoofdverblijfplaats. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de verhuur van een tweede verblijf of een investeringsgoed.
Twee eigen woningen in box 1 met belastingaftrek is mogelijk, maar wel tijdelijk en maximaal voor drie jaar. De verhuisregeling voor de hypotheek scheelt u mogelijk veel belasting.
Theoretisch gezien mag je een onbeperkt aantal woningen bezitten en verhuren in box 3. Alleen is het wel zo dat je geen of minimaal werk mag verrichten bij het verhuren van je woningen. Hoeveel belasting betaal je in box 3?
Wanneer je bijvoorbeeld een kamer verhuurt voor een langere tijd en de huurder staat ingeschreven op jouw adres, dan kun je gebruik maken van de zogenoemde kamerverhuurvrijstelling. De huuropbrengst is dan belastingvrij.
Goed om te weten: de lening voor je tweede woning kan je een fiscaal voordeel opleveren. Geef ze in onder het luik langetermijnsparen. De kapitaalaflossingen ten belope van 2.350 euro (inkomstenjaar 2020) leveren een belastingvoordeel tot 30% op, als je aan een aantal voorwaarden voldoet.
Geen vastgelegde definitie van tweede verblijf
Tweede verblijven zijn landhuizen, bungalows, appartementen, weekendhuisjes, optrekjes en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans, die al of niet ingeschreven zijn in de kadastrale legger.
Huurinkomsten worden doorgaans niet belast, tenzij het om een gemeubileerde woning gaat. Op je belastingaangifte vermeld je enkel het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen van je woning: datzelfde bedrag zal je elk jaar moeten aangeven (behalve bij een herziening van het kadastraal inkomen).
Goed nieuws: zoveel huizen mag je verhuren
Het antwoord op de vraag 'Hoeveel huizen mag je verhuren?' is simpel, namelijk: zoveel als je wilt. Wanneer we spreken over box 3 (vastgoed)beleggingen, dien je echter wel rekening te houden met fiscale consequenties.
Hebt u inkomsten uit de verhuur van uw woning? Deze inkomsten moet u opgeven in uw aangifte inkomstenbelasting.
Het deel van de huur dat betrekking heeft op de meubels is een divers inkomen. Na aftrek van 50% forfaitaire kosten, wordt dat inkomen belast tegen 30%. Vraagt u een globale huurprijs, dan wordt 40% daarvan geacht op de meubels te slaan.
U mag zoveel adressen hebben als u wilt, als u maar één hoofdadres heeft. En dáár moet u dus bereikbaar zijn. Dat noemt de wet uw "hoofdverblijf". En het adres van uw hoofdverblijf is van belang voor het woonlandbeginsel, post, belastingen, enz.
Tweede huis kopen met overwaarde
Je kunt een tweede huis ook gedeeltelijk of volledig financieren met de overwaarde op je eerste woning. Je verhoogt dan je huidige hypotheek met het bedrag dat je hebt aan overwaarde. Vervolgens kun je dit extra geld gebruiken voor de aankoop van een tweede woning.
Als huurder heb je de wettelijke verplichting om ingeschreven te staan bij de gemeente van jouw woonadres. Je moet dus ingeschreven staan op het adres waar je daadwerkelijk woont. De gemeente kan controleren of je nog steeds woont op het adres waar je ingeschreven staat.
Ja, u kunt meerdere adressen onder één relatienummer inschrijven.
Als de overwaarde in uw eigen woning groot genoeg is kan het prima mogelijk zijn om daar een tweede huis mee aan te kopen. Dan heeft u geen last van de extra voorwaarden en hogere hypotheekrente van een verhuurhypotheek. Dat tweede huis kunt u verhuren en daar een leuke huursom voor vragen.
Een tweede huis kopen houdt qua kosten niet op bij de aankoop en de hypotheek. Er komt ook onderhoud bij kijken en in principe dezelfde maandelijkse lasten als voor een eerste woning. Kosten als gas, water, licht, gemeentebelastingen en verzekeringen. Denk bijvoorbeeld aan de opstalverzekering of inboedelverzekering.
Als je je spaargeld slim wil investeren, is de aankoop van een tweede woning een goed idee. Je kan goedkoop een lening aangaan en haalt er een mooi rendement uit. Hou echter rekening met de fiscale regelgeving. Het is een goed idee om je hiervoor te laten adviseren door een expert ter zake.
Minister Hoekstra van Financiën stelt dat gehuwden slechts één woning in aanmerking mogen nemen als eigen woning/hoofdverblijf.
Ook wanneer je een lening wil aangaan voor een tweede woning, zal jouw eigen inbreng sinds het begin van dit jaar hoger moeten liggen. Zo mag je maar tot maximum 90 % van de waarde van de tweede woning lenen. Dat betekent dus dat je een eigen inbreng van minimum 10 % moet hebben.