Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima worden officieel aangesproken met Majesteit. Prinses Beatrix, de Prinses van Oranje, Prinses Alexia, Prinses Ariane, Prins Constantijn, Prinses Laurentien en Prinses Margriet worden allen aangesproken met Koninklijke Hoogheid.
Koning Willem-Alexander: Majesteit; voor H.M. Koningin Máxima: Majesteit; voor H.K.H. Prinses Beatrix, Z.K.H.
Een reverence is een vorm van begroeting van een hogergeplaatst persoon. De reverence wordt enkel door vrouwen gebracht en geldt dan ook als de vrouwelijke equivalent van de buiging. In Nederland spreekt men in dit verband ook wel van een kniksje.
De Wet Lidmaatschap Koninklijk Huis bepaalt sinds 2002 dat zij die tot in de 2e graad familie van de Koning zijn en erfopvolgers zijn, tot het Koninklijk Huis behoren. Ook de Koning of Koningin die afstand heeft gedaan van het koningschap, is lid van het Koninklijk Huis.
Monarchisme of royalisme (ook wel koningsgezindheid) is een politieke stroming die ijvert voor een regeringsvorm met een erfelijk staatshoofd: een monarchie. Een aanhanger heet een monarchist of royalist; de tegenhanger van de monarchist is een republikein.
Koning Willem-Alexander: Majesteit; voor H.M. Koningin Máxima: Majesteit; voor H.K.H. Prinses Beatrix, Z.K.H.
De Koning heeft stemrecht, maar maakt er geen gebruik van omdat hij onpartijdig is. Aangezien stemmen in Nederland geheim is, zou dit kunnen leiden tot speculaties op welke partij de Koning stemt.
Sinds 1848 staat in de Grondwet dat de Koning onschendbaar is en dat de ministers verantwoordelijk zijn. Dit wil zeggen dat de ministers verantwoording moeten afleggen aan het parlement over het beleid van de regering. De ministers zijn ook politiek verantwoordelijk voor de uitspraken en het handelen van de Koning.
De Grondwet bepaalt in artikel 40 dat de Koning een uitkering van de Staat ontvangt. De Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) werkt deze bepaling in de Grondwet verder uit.
Nederland is een constitutionele monarchie. Dat betekent dat de positie van de Koning in de Grondwet staat, ook wel constitutie genoemd. In de Grondwet staat dat de Koning samen met de ministers de regering vormt. De Koning is het staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden.
Politiek is Nederland sinds de grondwetsherziening van 1848 een parlementaire democratie met een constitutionele monarchie, een staatsvorm waarbij de macht volgens de regels gedeeld wordt door de koning(in), de ministers onder wie de minister-president en de twee kamers van het parlement.
Voorbeelden van landen zonder geschreven grondwet zijn het Verenigd Koninkrijk en Israël. Het constitutioneel recht ligt daar vast in wetten, gewoontes en rechtspraak. Het Verenigd Koninkrijk was een van de eerste landen met een (zij het beperkte vorm van) grondwet. Dat is de Magna Carta uit 1215.
Op 1 mei 1798, dus aan het begin van de Franse Tijd, werd als eerste Grondwet in Nederland, de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk, door de Nationale Vergadering van de Bataafse Republiek ingevoerd.
Huidige herzieningsprocedure Grondwet
De regering of 1 of meer leden van de Tweede Kamer dienen een voorstel tot grondwetswijziging in. De Tweede en Eerste Kamer nemen dit wetsvoorstel in 1e lezing aan met een gewone meerderheid. Dit heet ook wel de 'overwegingswet' of de 'verklaringswet'.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
Op 7 februari 1831 sloot het Nationaal Congres de debatten en stemde voor de Belgische Grondwet. Het resultaat was een evenwichtige synthese van de Franse, Nederlandse en Britse constituties.
De site van het Koninklijk Huis vat het voorgaande korter samen: “Sinds 1848 staat in de Grondwet dat de Koning onschendbaar is. De onschendbaarheid van de Koning wil zeggen dat de ministers verantwoording moeten afleggen aan het parlement over het beleid van de regering.
De drie machten moesten elkaar controleren en voorkomen dat één macht de bovenhand kreeg. Zij dienden om de vrijheid en gelijkheid van de burger te behouden. De dertien Parlementen van Frankrijk waren volgens Montesquieu de manier om koninklijk despotisme tegen te gaan.
De Belgische federale regering bestaat uit de Koning, ministers en staatssecretarissen. De ministers vormen tezamen de ministerraad. De Koning zit deze officieel voor, maar doet dat in de praktijk niet meer (of bij wijze van ceremonieel).
De naam Belgica werd voor het eerst vermeld door Julius Caesar. Hij duidde met Gallia Belgica een gebied aan in Noord-Frankrijk, België, Zuid-Nederland, Luxemburg en Zuidwest-Duitsland tot aan de Rijn. Het latere België kreeg na de val van het Romeinse Rijk een andere bevolkingssamenstelling dan in Caesars tijd.
Voltaire, pseudoniem van François Marie Arouet (Parijs, 21 november 1694 – aldaar, 30 mei 1778), was een Frans schrijver, essayist, filosoof en vrijdenker. Hij kan worden beschouwd als de prominente voortrekker van de Franse Verlichting. Voltaire had als schrijver grote invloed op het intellectuele leven van zijn tijd.
De Verlichting, ook wel bekend als Eeuw van de Rede was een 18e-eeuwse intellectuele en filosofische beweging in Europa die grote invloed had op het denken over politiek, samenleving, kunst en wetenschap. Het eerste land waar de ideeën van de Verlichting werden ingevoerd is de Verenigde Staten.
Enkele beroemde westerse filosofen zijn Plato, Aristoteles, Epicurus, Augustinus van Hippo,Thomas van Aquino, Willem van Ockham, René Descartes, Baruch Spinoza, Immanuel Kant, Georg Hegel, Friedrich Nietzsche, Ludwig Wittgenstein, Martin Heidegger, Karl Popper en Thomas Kuhn.
Het kwade is in de filosofie alles wat negatief wordt geëvalueerd. Er valt te onderscheiden naar het morele kwaad dat door mensen wordt aangericht, zoals oorlog of verraad, en het natuurlijke kwaad dat de menselijke macht te boven gaat, zoals natuurrampen en de dood.
Panopticisme. In zijn boek Discipline, toezicht en straf, vertaald uit het Franse Surveiller et punir: Naissance de la prison uit 1975, gebruikt Michel Foucault het panopticisme, of panoptisme als een metafoor om de disciplinering duidelijk te maken.